Volharding — Van levensbelang voor christenen
’Voeg bij uw geloof volharding.’ — 2 PETRUS 1:5, 6.
1, 2. Waarom moeten wij allen tot het einde volharden?
DE reizende opziener en zijn vrouw waren op bezoek bij een medechristen die in de negentig was. Hij had tientallen jaren in de volle-tijddienst gestaan. Terwijl zij zo zaten te praten, haalde de oudere broeder herinneringen op aan enkele van de voorrechten die hem in de loop der jaren ten deel waren gevallen. „Maar”, zo weeklaagde hij, terwijl de tranen over zijn wangen begonnen te rollen, „nu kan ik bijna niets meer.” De reizende opziener sloeg zijn bijbel open en las Mattheüs 24:13 voor, waar de volgende woorden van Jezus Christus worden aangehaald: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden.” Toen keek de opziener deze geliefde broeder aan en zei: „De laatste toewijzing die wij allemaal hebben, ongeacht hoe veel of hoe weinig wij kunnen doen, is tot het einde te volharden.”
2 Ja, als christenen moeten wij allen volharden, hetzij tot het einde van dit samenstel van dingen of tot het einde van ons leven. Er is geen andere mogelijkheid om Jehovah’s goedkeuring voor redding te ontvangen. Wij bevinden ons in een wedloop om het leven, en wij moeten die „met volharding . . . lopen” tot wij de finish hebben gehaald (Hebreeën 12:1). De apostel Petrus beklemtoonde de belangrijkheid van deze hoedanigheid toen hij medechristenen de dringende aansporing gaf: ’Voeg bij uw geloof volharding’ (2 Petrus 1:5, 6). Maar wat is volharding precies?
Volharding — Wat het betekent
3, 4. Wat betekent het te volharden?
3 Wat betekent het te volharden? Het Griekse werkwoord voor „volharden” (hu·poʹme·no) betekent letterlijk „onder [iets] blijven”. Het komt zeventienmaal in de bijbel voor. Volgens de lexicografen W. Bauer, F. W. Gingrich en F. Danker betekent het „blijven in plaats van vluchten . . ., standhouden, volhouden”. Het Griekse zelfstandig naamwoord voor „volharding” (hu·poʹmo·ne) komt meer dan dertigmaal voor. Hierover zegt A New Testament Wordbook, door William Barclay: „Het is de gezindheid waardoor men dingen kan dragen, niet slechts met berusting, maar met een vurige hoop . . . Het is de eigenschap die een mens ondanks tegenspoed overeind houdt. Het is de deugd die de zwaarste beproeving in heerlijkheid kan veranderen omdat ze achter de pijn het einddoel ziet.”
4 Volharding stelt ons dus in staat stand te houden en de hoop niet te verliezen als wij met belemmeringen of moeilijkheden te kampen hebben (Romeinen 5:3-5). Ze kijkt voorbij de huidige pijn naar het doel — de prijs of gave van eeuwig leven, hetzij in de hemel of op aarde. — Jakobus 1:12.
Volharding — Waarom?
5. (a) Waarom hebben alle christenen „volharding nodig”? (b) In welke twee categorieën kunnen onze beproevingen worden onderverdeeld?
5 Als christenen hebben wij allen „volharding nodig” (Hebreeën 10:36). Waarom? In wezen omdat ons „velerlei beproevingen overkomen”. De Griekse tekst hier in Jakobus 1:2 duidt op een onverwachte of onwelkome ontmoeting, zoals wanneer iemand plotseling oog in oog met een rover komt te staan. (Vergelijk Lukas 10:30.) De beproevingen die ons overkomen, kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld: die welke alle mensen ondergaan als gevolg van de overgeërfde zonde, en die welke zich voordoen wegens onze godvruchtige toewijding (1 Korinthiërs 10:13; 2 Timotheüs 3:12). Wat zijn enkele van deze beproevingen?
6. Hoe heeft één Getuige volhard toen hij door een pijnlijke ziekte werd getroffen?
6 Ernstige ziekte. Net als Timotheüs hebben sommige christenen „veelvuldige ziektegevallen” te verduren (1 Timotheüs 5:23). Vooral wanneer wij te kampen hebben met een chronische, misschien zeer pijnlijke ziekte, moeten wij met Gods hulp volharden, standhouden, en onze christelijke hoop niet uit het oog verliezen. Beschouw eens het voorbeeld van één Getuige die begin vijftig was en een lange, zware strijd voerde tegen een snelgroeiende kwaadaardige tumor. Na twee operaties was hij nog steeds vastbesloten geen bloedtransfusie te aanvaarden (Handelingen 15:28, 29). Maar de tumor kwam terug in zijn onderbuik en bleef vlak bij zijn ruggegraat verder woekeren. Daardoor leed hij onvoorstelbare fysieke pijn, die niet te onderdrukken was, hoeveel medicamenten hem ook werden toegediend. Maar hij keek voorbij de pijn van het moment naar de prijs van leven in de nieuwe wereld. Hij bleef zijn vurige hoop met artsen, verplegend personeel en bezoekers delen. Hij heeft tot het einde volhard — ja, tot het einde van zijn leven. Wellicht hebt u een gezondheidsprobleem dat niet levensbedreigend of zo pijnlijk is als dat van die geliefde broeder, maar toch kan het een grote beproeving op uw volharding vormen.
7. Het verduren van welke pijn is voor sommige van onze geestelijke broeders en zusters bij volharding betrokken?
7 Emotionele pijn. Van tijd tot tijd ondervinden sommige van Jehovah’s dienstknechten „de smart van het hart” die „een terneergeslagen geest” tot gevolg heeft (Spreuken 15:13). Ernstige depressiviteit is in deze „kritieke tijden . . . die moeilijk zijn door te komen” niet ongewoon (2 Timotheüs 3:1). Science News van 5 december 1992 berichtte: „Ernstige, dikwijls tot totale inactiviteit leidende depressiviteit is in elke achtereenvolgende generatie die sedert 1915 geboren is, danig toegenomen.” De oorzaken van een dergelijke depressiviteit verschillen, variërend van fysiologische factoren tot pijnlijk onaangename ervaringen. Voor sommige christenen houdt volharding in dat zij een dagelijkse strijd moeten voeren om ondanks emotionele pijn staande te blijven. Toch geven zij het niet op. Ondanks de tranen blijven zij Jehovah trouw. — Vergelijk Psalm 126:5, 6.
8. Welke beproeving zou ons kunnen overkomen op financieel gebied?
8 Tot de velerlei beproevingen die ons overkomen, kunnen ernstige economische moeilijkheden behoren. Toen een broeder in New Jersey (VS) plotseling zonder werk kwam, was het begrijpelijk dat hij zich bezorgd afvroeg hoe hij zijn gezin moest onderhouden en kon voorkomen dat hij zijn huis kwijtraakte. Hij verloor echter de Koninkrijkshoop niet uit het oog. Terwijl hij naar een andere baan zocht, maakte hij van de gelegenheid gebruik om als hulppionier te dienen. Uiteindelijk vond hij een baan. — Mattheüs 6:25-34.
9. (a) Hoe kan volharding nodig zijn wanneer men een geliefde in de dood heeft verloren? (b) Welke schriftplaatsen tonen aan dat het niet verkeerd is tranen van verdriet te vergieten?
9 Indien u een geliefde in de dood hebt verloren, hebt u nog lang nadat de mensen in uw omgeving tot hun normale routine zijn teruggekeerd, volharding nodig. U zult misschien zelfs bemerken dat u het elk jaar rond de tijd dat uw geliefde gestorven is, extra moeilijk hebt. Zo’n verlies dragen, betekent niet dat het verkeerd is tranen van verdriet te vergieten. Het is heel normaal te rouwen om de dood van iemand die ons dierbaar was, en dit duidt geenszins op gebrek aan geloof in de opstandingshoop (Genesis 23:2; vergelijk Hebreeën 11:19). Jezus „liet zijn tranen de vrije loop” toen Lazarus gestorven was, ook al had Hij vol vertrouwen tot Martha gezegd: „Uw broer zal opstaan.” En Lazarus stond inderdaad op! — Johannes 11:23, 32-35, 41-44.
10. Waarom heeft Jehovah’s volk in een uniek opzicht volharding nodig?
10 Behalve het verduren van de beproevingen die alle mensen ondergaan, heeft Jehovah’s volk in een uniek opzicht volharding nodig. „Gij zult ter wille van mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle natiën”, waarschuwde Jezus (Mattheüs 24:9). Hij zei ook: „Indien zij mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen” (Johannes 15:20). Waarom al die haat en vervolging? Omdat, ongeacht waar wij ons op aarde als Gods dienstknechten bevinden, Satan onze rechtschapenheid jegens Jehovah probeert te verbreken (1 Petrus 5:8; vergelijk Openbaring 12:17). Om dat te bereiken, heeft Satan dikwijls het vuur van vervolging aangewakkerd en daarmee onze volharding zwaar op de proef gesteld.
11, 12. (a) Met welke beproeving op hun volharding werden Jehovah’s Getuigen en hun kinderen in de jaren ’30 en het begin van de jaren ’40 geconfronteerd? (b) Waarom groeten Jehovah’s Getuigen het nationale embleem niet?
11 In de jaren ’30 en het begin van de jaren ’40 bijvoorbeeld werden Jehovah’s Getuigen en hun kinderen in de Verenigde Staten en Canada het voorwerp van vervolging omdat zij op grond van hun geweten het nationale embleem niet groetten. De Getuigen respecteren het embleem van de natie waarin zij wonen, maar zij gehoorzamen het in Gods wet uiteengezette beginsel, opgetekend in Exodus 20:4, 5: „Gij moogt u geen gesneden beeld maken, noch enige gedaante gelijkend op iets wat in de hemel boven of wat op de aarde beneden of wat in de wateren onder de aarde is. Gij moogt u voor die niet buigen, noch u ertoe laten bewegen ze te dienen, want ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eist.” Toen heel wat Getuigen-kinderen van school werden gestuurd omdat zij hun aanbidding alleen tot Jehovah God wilden richten, zetten de Getuigen Koninkrijksscholen op om hen van onderricht te voorzien. Deze leerlingen keerden naar de openbare scholen terug toen het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten hun religieuze positie erkende, zoals verlichte natiën dit tegenwoordig doen. De moedige volharding van deze jonge mensen dient echter als een voortreffelijk voorbeeld, vooral voor christelijke jongeren die nu misschien bespot worden omdat zij volgens bijbelse maatstaven trachten te leven. — 1 Johannes 5:21.
12 De velerlei beproevingen die ons overkomen — zowel die welke alle mensen ondervinden als die welke wij onder de ogen moeten zien wegens ons christelijke geloof — maken duidelijk waarom wij volharding nodig hebben. Maar hoe kunnen wij volharden?
Tot het einde volharden — Hoe?
13. Hoe schenkt Jehovah volharding?
13 Gods volk heeft beslist iets voor op degenen die Jehovah niet aanbidden. Wij kunnen ons voor hulp wenden tot „de God die volharding . . . schenkt” (Romeinen 15:5). Maar hoe schenkt Jehovah volharding? Eén manier waarop hij dat doet, is door middel van de in zijn Woord, de bijbel, opgetekende voorbeelden van volharding (Romeinen 15:4). Wanneer wij daarover nadenken, worden wij niet alleen aangemoedigd om te volharden, maar komen wij ook veel te weten over de wijze waarop wij moeten volharden. Beschouw eens twee in het oog springende voorbeelden — de moedige volharding van Job en de onberispelijke volharding van Jezus Christus. — Hebreeën 12:1-3; Jakobus 5:11.
14, 15. (a) Welke beproevingen verduurde Job? (b) Hoe kon Job de beproevingen waarmee hij werd geconfronteerd, verduren?
14 Door welke situaties werd Jobs volharding op de proef gesteld? Hij ondervond economische moeilijkheden toen hij het grootste deel van zijn bezittingen verloor (Job 1:14-17; vergelijk Job 1:3). Job gevoelde de smart van het verlies van geliefden toen al zijn tien kinderen in een storm omkwamen (Job 1:18-21). Hij werd getroffen door een ernstige, zeer pijnlijke ziekte (Job 2:7, 8; 7:4, 5). Zijn eigen vrouw oefende druk op hem uit om God de rug toe te keren (Job 2:9). Intieme metgezellen zeiden kwetsende, onvriendelijke en onware dingen. (Vergelijk Job 16:1-3 en Job 42:7.) Maar onder dit alles hield Job stand en bewaarde hij zijn rechtschapenheid (Job 27:5). De dingen die hij verduurde, vertonen overeenkomst met de beproevingen die in deze tijd over Jehovah’s volk komen.
15 Hoe kon Job al die beproevingen verduren? Iets waardoor Job vooral werd geschraagd, was hoop. „Zelfs voor een boom bestaat er nog hoop”, zo verklaarde hij. „Indien hij wordt omgehakt, zal hij zelfs weer uitlopen, en zijn eigen loot zal niet ophouden te bestaan” (Job 14:7). Welke hoop had Job? Zoals enkele verzen verderop staat opgetekend, zei hij: „Kan een fysiek sterke man als hij sterft opnieuw leven? . . . Gij zult roepen, en ikzelf zal u antwoorden. Naar het werk van uw handen zult gij een vurig verlangen hebben [of: hunkeren]” (Job 14:14, 15). Ja, Job keek verder dan zijn pijn van het moment. Hij wist dat zijn beproevingen niet eeuwig zouden duren. Op zijn hoogst zou hij tot zijn dood moeten volharden. Zijn hoopvolle verwachting bestond hierin dat Jehovah, die er liefdevol naar verlangt de doden op te wekken, hem weer tot leven zou brengen. — Handelingen 24:15.
16. (a) Wat leren wij over volharding uit het voorbeeld van Job? (b) Hoe reëel moet de Koninkrijkshoop voor ons zijn, en waarom?
16 Wat leren wij uit Jobs volharding? Om tot het einde te volharden, mogen wij nooit onze hoop uit het oog verliezen. Bedenk ook dat de zekerheid van de Koninkrijkshoop betekent dat elke vorm van lijden die over ons komt, van betrekkelijk ’korte duur’ is (2 Korinthiërs 4:16-18). Onze kostbare hoop is stevig gefundeerd op Jehovah’s belofte dat hij in de nabije toekomst ’elke traan uit onze ogen zal wegwissen, en de dood niet meer zal zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn er meer zal zijn’ (Openbaring 21:3, 4). Die hoop, die „niet tot teleurstelling [leidt]”, moet ons denken behoeden (Romeinen 5:4, 5; 1 Thessalonicenzen 5:8). Ze moet reëel voor ons zijn — zo reëel dat wij met de ogen des geloofs onszelf al in de nieuwe wereld kunnen zien — terwijl wij niet langer met ziekte en depressie te kampen hebben, maar elke dag in goede gezondheid en met een opgeruimde geest ontwaken; niet langer bezorgd zijn over ernstige economische druk, maar in zekerheid leven; niet langer rouwen om de dood van geliefden maar meemaken hoe opwindend het is te zien dat zij uit de dood zijn opgewekt (Hebreeën 11:1). Zonder die hoop kunnen wij zo door onze huidige beproevingen overstelpt worden dat wij het opgeven. Maar wat hebben wij mèt onze hoop een geweldige aansporing om de strijd voort te zetten en tot het einde te volharden!
17. (a) Welke beproevingen heeft Jezus verduurd? (b) Uit welk feit kan misschien worden opgemaakt hoe intens het lijden was dat Jezus heeft verduurd? (Zie voetnoot.)
17 De bijbel spoort ons aan „oplettend het oog gericht [te] houden” op Jezus en ’nauwkeurig op hem te letten’. Welke beproevingen heeft hij verduurd? Sommige waren te wijten aan de zonde en onvolmaaktheid van anderen. Jezus verdroeg niet alleen ’tegenspraak van zondaars’, maar ook de problemen die onder zijn discipelen rezen, met inbegrip van hun herhaaldelijk geredetwist over wie de grootste was. Meer nog, hij onderging een ongeëvenaarde geloofsbeproeving. Hij „heeft . . . een martelpaal verduurd” (Hebreeën 12:1-3; Lukas 9:46; 22:24). Het is moeilijk zich zelfs maar een voorstelling te maken van het mentale en fysieke lijden dat Jezus onderging toen hij een pijnlijke dood aan de martelpaal stierf en de schande droeg om als een godslasteraar terechtgesteld te worden.a
18. Welke twee dingen hebben volgens de apostel Paulus Jezus geschraagd?
18 Wat stelde Jezus in staat tot het einde te volharden? De apostel Paulus noemt twee dingen die Jezus schraagden: ’smekingen en smeekbeden’, alsook „de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde”. Jezus, de volmaakte Zoon van God, schaamde zich niet om hulp te vragen. Hij bad „met sterk geroep en tranen” (Hebreeën 5:7; 12:2). Vooral toen zijn allerzwaarste beproeving naderde, voelde hij de noodzaak herhaaldelijk en vurig om kracht te bidden (Lukas 22:39-44). Als antwoord op Jezus’ smekingen nam Jehovah de beproeving niet weg, maar hij gaf Jezus de kracht om die te verduren. Jezus volhardde ook omdat hij voorbij de martelpaal naar zijn beloning keek — de vreugde die hij zou smaken door een aandeel te hebben aan de heiliging van Jehovah’s naam en het van de dood loskopen van de menselijke familie. — Mattheüs 6:9; 20:28.
19, 20. Hoe helpt het voorbeeld van Jezus ons een realistische kijk te hebben op wat er bij volharding betrokken is?
19 Uit het voorbeeld van Jezus leren wij een aantal dingen die ons helpen een realistische kijk te krijgen op wat er bij volharding betrokken is. De weg der volharding is niet gemakkelijk. Als wij er moeite mee hebben een bepaalde beproeving te verduren, is het vertroostend te weten dat hetzelfde zelfs voor Jezus gold. Om tot het einde te volharden, moeten wij herhaaldelijk om kracht bidden. Wanneer wij beproevingen ondergaan, kunnen wij ons af en toe misschien onwaardig voelen om te bidden. Maar Jehovah nodigt ons uit om ons hart bij hem uit te storten, ’want hij zorgt voor ons’ (1 Petrus 5:7). En op grond van wat Jehovah in zijn Woord heeft beloofd, heeft hij zich ertoe verplicht om aan hen die hem in geloof aanroepen, „kracht [te schenken] die datgene wat normaal is te boven gaat”. — 2 Korinthiërs 4:7-9.
20 Soms moeten wij onder tranen volharden. De pijn van de martelpaal op zich was voor Jezus geen reden om zich te verheugen. De vreugde lag veeleer in de beloning die hem in het vooruitzicht werd gesteld. In ons geval is het niet realistisch te verwachten dat wij ons altijd opgewekt en opgetogen zullen voelen als wij beproevingen ondergaan. (Vergelijk Hebreeën 12:11.) Wanneer wij echter vooruitzien naar de beloning zullen wij wellicht in staat zijn ’het als een en al vreugde te beschouwen’, zelfs wanneer wij de meest beproevingsvolle situaties te verduren krijgen (Jakobus 1:2-4; Handelingen 5:41). Het belangrijke punt is, dat wij standvastig blijven — desnoods onder tranen. Tenslotte heeft Jezus niet gezegd: ’Wie de minste tranen vergiet, zal gered worden’, maar: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden.” — Mattheüs 24:13.
21. (a) Wat moeten wij volgens de aansporing in 2 Petrus 1:5, 6 bij onze volharding voegen? (b) Welke vragen zullen in het volgende artikel worden beschouwd?
21 Volharding is dus van levensbelang voor redding. In 2 Petrus 1:5, 6 worden wij er echter toe aangespoord bij onze volharding godvruchtige toewijding te voegen. Wat is godvruchtige toewijding? Hoe houdt ze verband met volharding, en hoe kunt u die verwerven? Deze vragen zullen in het volgende artikel worden beschouwd.
[Voetnoot]
a Hoe intens het lijden was dat Jezus heeft verduurd, is misschien op te maken uit het feit dat zijn volmaakte organisme na slechts enkele uren aan de paal te hebben gehangen, bezweek, terwijl de benen van de naast hem aan palen gehangen boosdoeners gebroken moesten worden om hun dood te verhaasten (Johannes 19:31-33). Zij hadden niet het mentale en fysieke lijden doorgemaakt dat Jezus had ondergaan toen hij gedurende de gehele slapeloze nacht aan zware beproevingen werd onderworpen voordat men hem aan een paal hing. Dit lijden was misschien zo hevig geweest dat hij zelfs zijn eigen martelpaal niet kon dragen. — Markus 15:15, 21.
Wat zou u antwoorden?
◻ Wat betekent het te volharden?
◻ Waarom hebben Jehovah’s dienstknechten in een uniek opzicht volharding nodig?
◻ Wat stelde Job in staat te volharden?
◻ Hoe helpt het voorbeeld van Jezus ons een realistische kijk op volharding te hebben?
[Illustratie op blz. 10]
Er werden Koninkrijksscholen opgericht om christelijke kinderen die van school waren gestuurd omdat zij hun aanbidding alleen tot Jehovah wilden richten, te onderwijzen
[Illustratie op blz. 12]
Vastbesloten zijn Vader te eren, bad Jezus om kracht teneinde te volharden