-
Johannes ziet de verheerlijkte JezusDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
12. Wat is de betekenis van het ’scherpe, lange tweesnijdende zwaard’?
12 „En in zijn rechterhand had hij zeven sterren, en uit zijn mond kwam een scherp, lang tweesnijdend zwaard te voorschijn, en zijn gelaat was als de zon, wanneer ze in haar kracht schijnt. En toen ik hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten neer” (Openbaring 1:16, 17a). Jezus zelf legt even later de betekenis van de zeven sterren uit. Maar merk op wat uit zijn mond te voorschijn komt: „een scherp, lang tweesnijdend zwaard”. Wat is dit passend! Want Jezus is degene die is aangesteld om Jehovah’s definitieve oordelen aan Zijn vijanden bekend te maken. Beslissende uitspraken uit zijn mond resulteren in de terechtstelling van alle goddelozen. — Openbaring 19:13, 15.
13. (a) Waaraan doet Jezus’ helder schijnende gelaat ons denken? (b) Welke algehele indruk verschaft Johannes’ beschrijving van Jezus ons?
13 Jezus’ helder schijnende gelaat doet ons denken aan het gelaat van Mozes, dat heldere stralen uitzond nadat Jehovah op de berg Sinaï met hem had gesproken (Exodus 34:29, 30). Bedenk ook dat toen Jezus bijna 2000 jaar geleden in tegenwoordigheid van drie van zijn apostelen een transfiguratie onderging, „zijn aangezicht straalde als de zon en zijn bovenklederen . . . glanzend [werden] als het licht” (Matthéüs 17:2). Nu er een visioen van Jezus gedurende de dag des Heren wordt gezien, weerspiegelt zijn gelaat eveneens de stralende pracht van iemand die zich in Jehovah’s tegenwoordigheid bevindt (2 Korinthiërs 3:18). In feite is de algehele indruk die door Johannes’ visioen wordt overgebracht, die van luisterrijke heerlijkheid. Vanaf het sneeuwwitte haar, de vlammende ogen en het schijnende gelaat tot aan de glanzende voeten is het een ongeëvenaard visioen van Degene die nu „in een ontoegankelijk licht” woont (1 Timótheüs 6:16).
-
-
Een heilig geheim ontsluierenDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
De sterren en de lampestandaarden
5. Hoe verklaart Jezus de betekenis van „de zeven sterren” en „de zeven lampestandaarden”?
5 Johannes heeft Jezus in het midden van zeven gouden lampestandaarden gezien met zeven sterren in zijn rechterhand (Openbaring 1:12, 13, 16). Nu verklaart Jezus dit: „Wat het heilige geheim betreft van de zeven sterren die gij op mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden lampestandaarden: De zeven sterren betekenen de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven lampestandaarden betekenen zeven gemeenten.” — Openbaring 1:20.
6. Wat wordt door de zeven sterren afgebeeld, en waarom werden de boodschappen speciaal tot hen gericht?
6 De „sterren” zijn „de engelen van de zeven gemeenten”. In de Openbaring symboliseren sterren soms letterlijke engelen, maar Jezus zou zich stellig niet van een menselijke schrijver bedienen om aan onzichtbare geestelijke schepselen te schrijven. De „sterren” moeten dus de menselijke opzieners of ouderlingen in de gemeenten zijn, die als Jezus’ boodschappers worden beschouwd.b De boodschappen worden tot de sterren gericht, want zij zijn verantwoordelijk voor het opzicht over Jehovah’s kudde. — Handelingen 20:28.
7. (a) Waarom betekent het feit dat Jezus tot slechts één engel in elke gemeente spreekt, niet dat elke gemeente slechts één ouderling heeft? (b) Wie worden feitelijk door de zeven sterren in Jezus’ rechterhand afgebeeld?
7 Betekent het feit dat Jezus tot slechts één „engel” in elke gemeente spreekt, dat elke gemeente slechts één ouderling heeft? Neen. Reeds in Paulus’ tijd had de gemeente in Éfeze een aantal ouderlingen, niet slechts één (Openbaring 2:1; Handelingen 20:17). In Johannes’ tijd, toen er boodschappen aan de zeven sterren werden gezonden om te worden voorgelezen aan de gemeenten (ook aan de gemeente in Éfeze), moeten de sterren dus al degenen hebben afgebeeld die in de lichamen van ouderlingen binnen Jehovah’s gezalfde gemeente dienst verrichtten. Zo lezen ook opzieners in deze tijd aan hun gemeenten brieven voor die zij hebben ontvangen van het Besturende Lichaam, dat bestaat uit gezalfde opzieners die onder leiding van Jezus dienst verrichten. Het plaatselijke lichaam van ouderlingen moet zich ervan vergewissen dat Jezus’ raad door hun gemeente wordt opgevolgd. Natuurlijk strekt de raad allen die met de gemeenten zijn verbonden tot nut, niet slechts de ouderlingen. — Zie Openbaring 2:11a.
8. Waarop duidt het feit dat de ouderlingen in Jezus’ rechterhand zijn?
8 Aangezien Jezus het Hoofd van de gemeente is, wordt er van de ouderlingen terecht gezegd dat zij in zijn rechterhand zijn, dat wil zeggen, onder zijn gezag, toezicht en leiding (Kolossenzen 1:18). Hij is de Opperherder en zij zijn onderherders. — 1 Petrus 5:2-4.
-