Hoofdstuk 34
Een ontzagwekkend mysterie opgelost
1. (a) Hoe reageert Johannes bij het zien van de grote hoer en haar afschrikwekkende rijdier, en waarom? (b) Hoe reageert de Johannesklasse in deze tijd terwijl de gebeurtenissen zich ontvouwen als een vervulling van het profetische visioen?
WAT is Johannes’ reactie als hij de grote hoer en haar afschrikwekkende rijdier aanschouwt? Hijzelf antwoordt: „Toen ik haar nu zag, verwonderde ik mij met grote verwondering” (Openbaring 17:6b). Zo’n gezicht zou nooit het produkt van louter menselijke verbeeldingskracht kunnen zijn. Maar toch, ziedaar — ver weg in de wildernis — een liederlijke prostituée boven op een afzichtelijk, scharlakengekleurd wild beest! (Openbaring 17:3) De Johannesklasse in deze tijd verwondert zich eveneens met grote verwondering terwijl de gebeurtenissen zich ontvouwen als een vervulling van het profetische visioen. Als mensen in de wereld het konden zien, zouden zij uitroepen: ’Ongelooflijk!’ en de heersers van de wereld zouden eveneens zeggen: ’Onvoorstelbaar!’ Maar het visioen wordt in onze tijd een ontstellende realiteit. Gods volk heeft reeds een opmerkelijk aandeel aan de vervulling van het visioen gehad en dit verzekert hen ervan dat de profetie onstuitbaar tot haar verbazingwekkende climax zal voortgaan.
2. (a) Wat zegt de engel tot Johannes omdat hij diens verbazing opmerkt? (b) Wat is aan de Johannesklasse onthuld, en op welke wijze is dit geschied?
2 De engel merkt Johannes’ verbazing op. „Daarop”, zo vervolgt Johannes, „zei de engel tot mij: ’Waarom hebt gij u verwonderd? Ik zal u het mysterie zeggen van de vrouw en van het wilde beest dat haar draagt en dat de zeven koppen en de tien horens heeft’” (Openbaring 17:7). Aha, de engel zal het mysterie nu ontraadselen! Hij verklaart aan de met grote ogen toekijkende Johannes de verschillende facetten van het visioen en de dramatische gebeurtenissen die op het punt staan zich te ontvouwen. Insgelijks is aan de waakzame Johannesklasse, die in deze tijd onder leiding van engelen dienst verricht, het begrip van de profetie onthuld. „Zijn uitleggingen niet een zaak van God?” Evenals de getrouwe Jozef geloven wij dat dit zo is (Genesis 40:8; vergelijk Daniël 2:29, 30). Gods volk wordt als het ware in het hart van het gebeuren geplaatst terwijl Jehovah hun de betekenis van het visioen en de invloed ervan op hun leven uitlegt (Psalm 25:14). Precies op tijd heeft hij het mysterie van de vrouw en van het wilde beest aan hen onthuld. — Psalm 32:8.
3, 4. (a) Welke openbare toespraak werd in 1942 door N. H. Knorr gehouden, en als wat werd het scharlakengekleurde wilde beest daarin geïdentificeerd? (b) Welke door de engel tot Johannes gerichte woorden werden door N. H. Knorr besproken?
3 Van 18-20 september 1942, toen de Tweede Wereldoorlog op zijn hevigst woedde, hielden Jehovah’s Getuigen in de Verenigde Staten hun Theocratische Nieuwe-Wereldvergadering. De sleutelstad, Cleveland (Ohio), was telefonisch verbonden met meer dan vijftig andere congressteden, waardoor een recordaantal van 129.699 toehoorders het programma kon volgen. Waar de oorlogsomstandigheden het toelieten, werd het programma op andere congressen in de gehele wereld herhaald. Destijds verwachtten velen onder Jehovah’s volk dat de oorlog zou escaleren in Gods oorlog van Armageddon; vandaar dat de titel van de openbare toespraak, „Vrede — Is hij van blijvende duur?”, veel nieuwsgierigheid wekte. Hoe kon de nieuwe president van het Wachttorengenootschap, N. H. Knorr, nu over vrede spreken terwijl precies het tegenovergestelde voor de natiën in het verschiet leek te liggen?a De reden was dat de Johannesklasse „meer dan gewone aandacht” schonk aan Gods profetische Woord. — Hebreeën 2:1; 2 Petrus 1:19.
4 Welk licht wierp de toespraak „Vrede — Is hij van blijvende duur?” op de profetie? Nadat N. H. Knorr het scharlakengekleurde wilde beest uit Openbaring 17:3 duidelijk als de Volkenbond had geïdentificeerd, besprak hij de stormachtige levensloop ervan aan de hand van de woorden die de engel vervolgens tot Johannes richtte: „Het wilde beest dat gij gezien hebt, was, maar is niet, en toch staat het op het punt uit de afgrond op te stijgen, en het moet de vernietiging tegemoet gaan.” — Openbaring 17:8a.
5. (a) Hoe kwam het dat „het wilde beest . . . was” en vervolgens ’niet is’? (b) Hoe beantwoordde N. H. Knorr de vraag: „Zal de Bond in de afgrond blijven?”
5 „Het wilde beest . . . was.” Ja, het had vanaf 10 januari 1920 bestaan als de Volkenbond, en 63 natiën hadden er op een of ander tijdstip deel van uitgemaakt. Maar achtereenvolgens trokken Japan, Duitsland en Italië zich terug en werd de voormalige Sovjet-Unie uit de Bond gestoten. In september 1939 ontketende de nazi-dictator van Duitsland de Tweede Wereldoorlog.b Nu de Volkenbond er niet in was geslaagd de vrede in de wereld te bewaren, stortte hij als het ware in een afgrond van inactiviteit. In 1942 behoorde de Volkenbond tot het verleden. Noch hiervóór, noch te eniger tijd daarna — maar precies op dat kritieke tijdstip — maakte Jehovah zijn volk de volledige betekenis van het visioen duidelijk! Op de Theocratische Nieuwe-Wereldvergadering kon N. H. Knorr, in overeenstemming met de profetie, verklaren dat „het wilde beest . . . niet [is]”. Vervolgens stelde hij de vraag: „Zal de Bond in de afgrond blijven?” Hij haalde Openbaring 17:8 aan en antwoordde: „De vereniging der natiën zal terugkeren.” Zo gebeurde het ook precies — ter rechtvaardiging van Jehovah’s profetische Woord!
Het stijgt uit de afgrond op
6. (a) Wanneer klom het scharlakengekleurde wilde beest uit de afgrond omhoog, en met welke nieuwe naam? (b) Waarom zijn de Verenigde Naties in feite een herleving van het scharlakengekleurde wilde beest?
6 Het scharlakengekleurde wilde beest klom inderdaad uit de afgrond omhoog. Op 26 juni 1945 stemden met veel luidruchtig vertoon vijftig natiën in San Francisco (VS) voor aanvaarding van het handvest van de organisatie der Verenigde Naties. Dit lichaam had ten doel „de internationale vrede en veiligheid te handhaven”. De Bond en de VN kwamen in velerlei opzicht met elkaar overeen. The World Book Encyclopedia merkt op: „In sommige opzichten lijken de VN op de Volkenbond, die na de Eerste Wereldoorlog werd georganiseerd . . . Veel van de natiën die bij de oprichting van de VN betrokken waren, hadden ook een aandeel gehad aan de oprichting van de Bond. Evenals de Bond werden de VN in het leven geroepen om te helpen de vrede tussen de natiën te bewaren. De voornaamste organen van de VN lijken sterk op die van de Bond.” De VN zijn dus in feite een herleving van het scharlakengekleurde wilde beest. Hun ledental van zo’n 190 natiën is veel groter dan dat van de Bond, die 63 leden telde; ook hebben de VN grotere verantwoordelijkheden op zich genomen dan hun voorganger.
7. (a) In welk opzicht hebben de bewoners der aarde zich vol bewondering verbaasd over het met nieuw leven bezielde scharlakengekleurde wilde beest? (b) Welk doel hebben de VN niet kunnen bereiken, en wat zei hun secretaris-generaal hierover?
7 Aanvankelijk werd er uiting gegeven aan grote verwachtingen ten aanzien van de VN. Daarmee gingen de volgende woorden van de engel in vervulling: „En wanneer zij die op de aarde wonen, zien hoe het wilde beest was, maar niet is en toch tegenwoordig zal zijn, zullen zij zich vol bewondering verbazen, maar hun namen zijn sedert de grondlegging der wereld niet op de boekrol des levens geschreven” (Openbaring 17:8b). De bewoners der aarde hebben bewondering gekoesterd voor deze nieuwe kolos, die vanuit zijn imposante hoofdkwartier aan de East River in New York opereert. Maar de VN zijn er niet in geslaagd ware vrede en veiligheid tot stand te brengen. Gedurende een groot deel van de twintigste eeuw werd de wereldvrede alleen gehandhaafd door de dreiging van „wederzijds gegarandeerde vernietiging” — in het Engels afgekort als MAD, een woord dat waanzinnig betekent — en de bewapeningswedloop is tot enorme proporties geëscaleerd. Nadat de Verenigde Naties bijna veertig jaar actief werkzaam waren geweest, weeklaagde hun toenmalige secretaris-generaal Javier Perez de Cuellar in 1985: „Wij leven opnieuw in een tijdperk van fanatici, en wij weten niet wat wij eraan moeten doen.”
8, 9. (a) Waarom beschikken de VN niet over de oplossingen voor de wereldproblemen, en wat zal volgens Gods verordening binnenkort met de VN gebeuren? (b) Waarom staan de namen van de oprichters en bewonderaars van de VN niet in Gods „boekrol des levens”? (c) Wat zal Jehovah’s koninkrijk op succesvolle wijze tot stand brengen?
8 De VN hebben de oplossingen niet. En waarom niet? Omdat Degene die leven aan de gehele mensheid geeft, niet de levengever van de VN is. De levensduur van dit orgaan zal kort zijn, want volgens Gods verordening „moet [het] de vernietiging tegemoet gaan”. De namen van de oprichters en bewonderaars van de VN staan niet opgetekend in Gods boekrol des levens. Hoe zouden zondige, sterfelijke mensen, van wie velen de spot drijven met Gods naam, door middel van de VN kunnen presteren wat Jehovah God volgens zijn eigen verklaring op het punt staat tot stand te brengen, niet door menselijke middelen, maar door middel van het koninkrijk van zijn Christus? — Daniël 7:27; Openbaring 11:15.
9 In feite zijn de VN een lasterlijke imitatie van Gods Messiaanse koninkrijk onder zijn Vredevorst, Jezus Christus — aan wiens vorstelijke heerschappij geen einde zal zijn (Jesaja 9:6, 7). Zelfs als de VN een of andere kortstondige vrede zouden kunnen bewerkstelligen, zouden er spoedig weer oorlogen uitbreken. Dat ligt in de aard van zondige mensen. „Hun namen zijn sedert de grondlegging der wereld niet op de boekrol des levens geschreven.” Jehovah’s koninkrijk onder Christus zal niet alleen eeuwigdurende vrede op aarde tot stand brengen maar, op basis van Jezus’ loskoopoffer, de doden opwekken, de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen die in Gods herinnering zijn (Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15). Hiertoe behoort een ieder die standvastig is gebleven in weerwil van de aanvallen van Satan en zijn zaad, en anderen die hun gehoorzaamheid nog moeten tonen. Het is duidelijk dat Gods boekrol des levens nooit de namen zal bevatten van verstokte aanhangers van Babylon de Grote of van wie dan ook die het wilde beest is blijven aanbidden. — Exodus 32:33; Psalm 86:8-10; Johannes 17:3; Openbaring 16:2; 17:5.
Vrede en veiligheid — een ijdele hoop
10, 11. (a) Als wat voor jaar werd 1986 door de VN uitgeroepen, en wat was de reactie? (b) Hoeveel „religieuze families” kwamen in het Italiaanse Assisi bijeen om te bidden voor de vrede, en verhoort God zulke gebeden? Licht dit toe.
10 In een poging de hoop van de mensheid op te krikken, riepen de Verenigde Naties 1986 uit tot „Internationaal Jaar van de Vrede”, met als thema „Vrede en de toekomst van de mensheid beveiligen”. Oorlogvoerende natiën werden opgeroepen hun wapens neer te leggen, op zijn minst voor één jaar. Wat was hun reactie? Volgens een door het Internationale Instituut voor Vredesvraagstukken uitgebracht rapport werden alleen al gedurende 1986 als gevolg van oorlogen wel zo’n vijf miljoen mensen gedood! Hoewel er wat speciale munten en gelegenheidszegels werden uitgegeven, deden de meeste natiën dat jaar weinig aan het najagen van het vredesideaal. Niettemin legden de religies van de wereld — altijd gebrand op een goede verstandhouding met de VN — zich erop toe het jaar op verschillende manieren in de publiciteit te brengen. Op 1 januari 1986 prees paus Johannes Paulus II het werk van de VN en droeg het nieuwe jaar op aan de vrede. En op 27 oktober riep hij de leiders van veel religies der wereld in het Italiaanse Assisi bijeen om voor de vrede te bidden.
11 Verhoort God zulke gebeden voor de vrede? Welnu, tot welke God baden die religieuze leiders? Als u het hun zou vragen, zou iedere groepering een ander antwoord geven. Is er een pantheon van miljoenen goden dat smeekbeden die op veel verschillende manieren worden opgezonden, kan horen en verhoren? Veel van de deelnemers aanbaden de Drieëenheid van de christenheid.c Boeddhisten, hindoes en anderen zeiden op zangerige toon gebeden op voor goden zonder tal. In totaal kwamen er twaalf „religieuze families” bijeen, die werden vertegenwoordigd door opvallende figuren als de anglicaanse aartsbisschop van Canterbury, de boeddhistische dalai lama, een metropoliet van de Russisch-Orthodoxe Kerk, de president van de in Tokio zetelende Vereniging voor het Beheer van Sjintô-tempels, Afrikaanse animisten en twee Amerikaanse Indianen met gevederde hoofdtooi. Het was op zijn zachtst gezegd een bont gezelschap, uitermate geschikt voor spectaculaire tv-reportages. Eén groep bad twaalf uur achtereen zonder onderbreking. (Vergelijk Lukas 20:45-47.) Maar reikte ook maar één van die gebeden verder dan de regenwolken die boven de bijeenkomst zweefden? Nee, en wel om de volgende redenen:
12. Om welke redenen verhoorde God de gebeden voor de vrede die door de religieuze leiders der wereld werden opgezonden, niet?
12 In tegenstelling tot degenen die „wandelen in de naam van Jehovah”, bad niet één van die religieuze ijveraars tot Jehovah, de levende God, wiens naam zo’n 7000 keer in de oorspronkelijke tekst van de bijbel voorkomt (Micha 4:5; Jesaja 42:8, 12).d Als groep naderden zij niet tot God in de naam van Jezus, want de meerderheid van hen gelooft niet eens in Jezus Christus (Johannes 14:13; 15:16). Geen van hen doet wat Gods wil voor onze tijd is, namelijk wereldwijd Gods komende koninkrijk — niet de VN — bekendmaken als de werkelijke hoop voor de mensheid (Matthéüs 7:21-23; 24:14; Markus 13:10). Voor het merendeel zijn hun religieuze organisaties betrokken geweest bij de bloedige oorlogen uit de geschiedenis, met inbegrip van de twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw. Tot zulke lieden zegt God: „Ook al zendt gij veel gebeden op, ik luister niet; met bloedvergieten zijn uw eigen handen vervuld geworden.” — Jesaja 1:15; 59:1-3.
13. (a) Waarom is het veelbetekenend dat de religieuze leiders der wereld zich achter de VN scharen om tot vrede op te roepen? (b) Welke door God voorzegde climax zal het luide geroep om vrede uiteindelijk bereiken?
13 Bovendien is het zeer veelbetekenend dat de religieuze leiders der wereld zich op dit tijdstip achter de Verenigde Naties scharen om tot vrede op te roepen. Graag zouden zij de VN ten eigen bate beïnvloeden, vooral in dit hedendaagse tijdperk, nu zo velen van hun lidmaten de religie de rug toekeren. Gelijk de ontrouwe leiders in het oude Israël roepen zij luidkeels: „’Er is vrede! Er is vrede!’ terwijl er geen vrede is” (Jeremia 6:14). Ongetwijfeld zullen zij doorgaan met hun luide geroep om vrede, dat opstijgt als bewijs dat de climax nabij is waarover de apostel Paulus profeteerde toen hij zei dat „Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht. Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid [veiligheid, Willibrordvertaling]!’, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.” — 1 Thessalonicenzen 5:2, 3.
14. Welke vorm zou de roep „Vrede en veiligheid!” kunnen aannemen, en hoe kan men het vermijden erdoor misleid te worden?
14 In recente jaren hebben politici de uitdrukking „vrede en veiligheid” gebruikt als aanduiding voor allerlei menselijke plannen. Vormen zulke inspanningen van wereldleiders de complete vervulling van 1 Thessalonicenzen 5:3, of doelde Paulus op een specifieke gebeurtenis van zulke opzienbarende proporties dat ze de aandacht van de hele wereld zou trekken? Omdat bijbelprofetieën vaak pas volledig worden begrepen als ze in vervulling zijn gegaan of in vervulling aan het gaan zijn, zullen we moeten afwachten. Ondertussen weten christenen dat welke vrede en veiligheid de natiën ook lijken te hebben bereikt, er in feite niets veranderd zal zijn. Zelfzucht, haat, misdaad, uiteenvallende gezinnen, immoraliteit, ziekte, lijden en dood zullen er nog steeds zijn. Dus als u waakzaam blijft ten aanzien van de betekenis der wereldgebeurtenissen en acht slaat op de profetische waarschuwingen uit Gods Woord, hoeft u zich niet door zo’n roep te laten misleiden. — Markus 13:32-37; Lukas 21:34-36.
[Voetnoten]
a J. F. Rutherford stierf op 8 januari 1942 en N. H. Knorr volgde hem op als president van het Wachttorengenootschap.
b Op 20 november 1940 zetten Duitsland, Italië, Japan en Hongarije hun handtekening voor een „nieuwe Volkenbond”, en vier dagen later zond het Vaticaan een mis en een gebed uit voor een religieuze vrede en een nieuwe wereldorde. Die „nieuwe Bond” is er nooit gekomen.
c Het denkbeeld van de Drieëenheid stamt uit het oude Babylon, waar de zonnegod Sjamasj, de maangod Sin en de sterregodin Isjtar als triade werden aanbeden. Egypte volgde hetzelfde patroon en aanbad Osiris, Isis en Horus. Assyriës hoofdgod, Assur, wordt met drie hoofden afgebeeld. In navolging van dat patroon zijn er in katholieke kerken afbeeldingen te vinden die God met drie hoofden afbeelden.
d Webster’s Third New International Dictionary, uitgave 1993, definieert Jehovah God als „een opperste godheid die wordt erkend en de enige godheid die wordt aanbeden door Jehovah’s Getuigen”.
[Kader op blz. 250]
De „vredes”-paradox
Hoewel 1986 door de VN werd uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Vrede, escaleerde de op zelfmoord aansturende bewapeningswedloop. World Military and Social Expenditures 1986 verschaft de volgende ontnuchterende bijzonderheden:
In 1986 bereikten de militaire uitgaven in de wereld de $900 miljard.
De militaire uitgaven die de wereld in één uur deed, zouden voldoende zijn geweest voor het immuniseren van de 3,5 miljoen personen die jaarlijks aan te voorkomen besmettelijke ziekten zijn gestorven.
Wereldwijd leefde één op de vijf personen in nijpende armoede. Al deze verhongerende mensen hadden een jaar lang gevoed kunnen worden voor het bedrag dat de wereld in twee dagen aan bewapening besteedde.
De ontploffingskracht in de wereldvoorraad aan nucleaire wapens was 160.000.000 maal groter dan die van de explosie in Tsjernobyl.
Er had een kernbom gelanceerd kunnen worden met een ruim 500 maal grotere explosieve kracht dan die van de bom welke in 1945 op Hirosjima werd geworpen.
De nucleaire arsenalen bevatten het equivalent van meer dan één miljoen Hirosjima’s. Ze vertegenwoordigden 2700 maal de explosieve kracht die vrijkwam in de Tweede Wereldoorlog, waarin 38 miljoen mensen stierven.
Oorlogen waren frequenter en dodelijker geworden. Het aantal oorlogsdoden bedroeg 4,4 miljoen in de 18de eeuw, 8,3 miljoen in de 19de eeuw en 98,8 miljoen in de eerste 86 jaar van de 20ste eeuw. Sedert de 18de eeuw is het aantal oorlogsdoden zesmaal zo snel gestegen als de wereldbevolking. In de 20ste eeuw vielen per oorlog tienmaal zoveel doden als in de 19de.
[Illustraties op blz. 247]
Zoals omtrent het scharlakengekleurde wilde beest was geprofeteerd, verdween de Volkenbond tijdens de Tweede Wereldoorlog in de afgrond maar herleefde als de Verenigde Naties
[Illustraties op blz. 249]
Ter ondersteuning van het door de VN uitgeroepen „Jaar van de Vrede” zonden vertegenwoordigers van de religies der wereld in Assisi een babel van gebeden op, doch niemand van hen bad tot de levende God, Jehovah