BEZEK
(Be̱zek).
1. De plaats waar Juda en Simeon een nederlaag toebrachten aan een Kanaänitische en Ferezitische troepenmacht van 10.000 man onder bevel van Adoni-Bezek (Re 1:3-7). Sommigen identificeren dit Bezek met het in 1 Samuël 11:8 vermelde Bezek (nr. 2), dat ten opzichte van Jeruzalem en het door Juda en Simeon bewoonde gebied ver naar het N ligt. Deze zienswijze vooronderstelt dat Adoni-Bezek naar het Z kwam om zich bij andere Kanaänitische strijdkrachten aan te sluiten maar door de legers van Juda en Simeon werd onderschept, in noordelijke richting werd nagejaagd naar Bezek en daar verslagen werd. De context lijkt echter te wijzen op een plaats ergens in de omgeving van Jeruzalem. Gezien deze omstandigheden wordt voorlopig aangenomen dat Bezek, de stad van Adoni-Bezek, in het gebied van de Sjefela lag, daar waar Khirbet Bezqa zich bevindt, ongeveer 5 km ten NO van Gezer.
2. De plaats waar Saul de zonen van Israël en Juda bijeenbracht om de strijd aan te binden met de Ammonieten die tegen Jabes in Gilead gelegerd waren (1Sa 11:8-11). Het feit dat Bezek niet verder dan een nacht marcheren van Jabes lag, verleent steun aan de zienswijze dat het daar gelegen moet hebben waar het huidige Khirbet Ibziq zich bevindt, 21 km ten NO van Sichem. Ten W van Khirbet Ibziq verheft zich een berg tot 713 m boven de zeespiegel, en dit kan voor Saul een geschikte plek zijn geweest om zijn strijdkrachten te verzamelen.