Jehovah is groot in loyale liefde
„Jehovah is . . . groot in liefderijke goedheid.” — PSALM 145:8.
1. Hoe ver gaat Gods liefde?
„GOD is liefde” (1 Johannes 4:8). Die hartverwarmende zinsnede bewijst dat Jehovah’s manier van regeren op liefde gebaseerd is. Zelfs mensen die hem niet gehoorzamen, trekken voordeel van de zon en de regen waarin hij liefdevol voorziet! (Mattheüs 5:44, 45) Wegens Gods liefde voor de mensenwereld kunnen zelfs zijn vijanden berouw hebben, zich tot hem wenden en leven verwerven (Johannes 3:16). De onverbeterlijk goddelozen zal Jehovah echter weldra wegvagen, zodat mensen die hem liefhebben zich in eeuwig leven in een rechtvaardige nieuwe wereld kunnen verheugen. — Psalm 37:9-11, 29; 2 Petrus 3:13.
2. Welk bijzondere aspect van liefde toont Jehovah voor degenen die zich aan hem hebben opgedragen?
2 Jehovah toont op een schitterende, duurzame manier liefde voor zijn ware aanbidders. Die liefde wordt aangeduid met een Hebreeuws woord dat met „liefderijke goedheid” of „loyale liefde” wordt vertaald. Koning David van het oude Israël had diepe waardering voor Gods liefderijke goedheid. Uit persoonlijke ervaring en door zijn meditatie over Gods bemoeienissen met anderen kon David vol vertrouwen zingen: „Jehovah is . . . groot in liefderijke goedheid [of „loyale liefde”].” — Psalm 145:8.
Het identificeren van Gods loyalen
3, 4. (a) Hoe helpt Psalm 145 ons Jehovah’s loyalen te identificeren? (b) Hoe „zegenen” Gods loyalen hem?
3 Hanna, de moeder van de profeet Samuël, zei over Jehovah God: „De voeten van zijn loyalen behoedt hij” (1 Samuël 2:9). Wie zijn die „loyalen”? Koning David geeft het antwoord. Na Jehovah’s schitterende eigenschappen verheerlijkt te hebben, verklaart hij: „Uw loyalen zullen u zegenen” (Psalm 145:10). Misschien vragen we ons af hoe mensen God kunnen zegenen. Dat gebeurt voornamelijk door hem te loven of goed van hem te spreken.
4 Jehovah’s loyalen zijn te identificeren als mensen die hun mond gebruiken om goed van hem te spreken. Wat is bij informele gelegenheden en op christelijke vergaderingen een veel voorkomend onderwerp van gesprek? Jehovah’s koninkrijk natuurlijk! Gods loyale dienstknechten delen de gevoelens van David, die zong: „Over de heerlijkheid van uw koningschap zullen zij praten, en over uw macht zullen zij spreken.” — Psalm 145:11.
5. Hoe weten we dat Jehovah er acht op slaat als zijn loyalen goed van hem spreken?
5 Slaat Jehovah er acht op als zijn loyalen hem loven? Ja, hij schenkt aandacht aan wat ze zeggen. In een profetie over de ware aanbidding in onze tijd schreef Maleachi: „In die tijd spraken degenen die Jehovah vreesden met elkaar, elkeen met zijn metgezel, en Jehovah bleef aandacht schenken en luisteren. En er werd voorts een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven voor degenen die Jehovah vrezen en voor degenen die aan zijn naam denken” (Maleachi 3:16). Het behaagt Jehovah zeer als zijn loyalen goed van hem spreken, en hij vergeet hen niet.
6. Welke activiteit helpt ons Gods loyalen te identificeren?
6 Jehovah’s loyale dienstknechten zijn ook te herkennen aan de moed waarmee ze gelegenheden benutten om met mensen te spreken die geen aanbidders van de ware God zijn. Ja, Gods loyalen ’maken de mensenzonen zijn machtige daden en de heerlijkheid van de pracht van zijn koningschap bekend’ (Psalm 145:12). Zoeken wij gelegenheden om met vreemden over Jehovah’s koningschap te spreken en benutten wij die gelegenheden ten volle? In tegenstelling tot menselijke regeringen, die spoedig zullen verdwijnen, is zijn koningschap eeuwig (1 Timotheüs 1:17). Het is dringend noodzakelijk dat mensen over Jehovah’s eeuwige koningschap horen en een standpunt innemen als voorstanders ervan. „Uw koningschap is een koningschap voor alle onbepaalde tijden,” zong David, „en uw heerschappij is gedurende alle opeenvolgende geslachten.” — Psalm 145:13.
7, 8. Wat is er in 1914 gebeurd, en welk bewijs is er dat God nu via het Koninkrijk van zijn Zoon regeert?
7 Sinds 1914 is er nog meer reden om over Jehovah’s koningschap te spreken. In dat jaar richtte God het hemelse Messiaanse koninkrijk op met Jezus Christus, de Zoon van David, als Koning. Zo vervulde Jehovah zijn belofte dat Davids koningschap tot onbepaalde tijd stevig bevestigd zou worden. — 2 Samuël 7:12, 13; Lukas 1:32, 33.
8 Het bewijs dat Jehovah nu regeert via het Koninkrijk van zijn Zoon, Jezus Christus, zien we in de voortdurende vervulling van het teken van Jezus’ tegenwoordigheid. Het opvallendste onderdeel van dat teken is het werk dat Jezus voor al Gods loyalen voorzei met de woorden: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Mattheüs 24:3-14). Omdat Gods loyalen die profetie vol ijver vervullen, hebben ruim zes miljoen mannen, vrouwen en kinderen nu een aandeel aan dit grootse werk dat nooit herhaald zal worden. Alle tegenstanders van Jehovah’s koninkrijk wacht binnenkort het einde. — Openbaring 11:15, 18.
Baat bij Jehovah’s soevereiniteit
9, 10. Welk contrast bestaat er tussen Jehovah en menselijke heersers?
9 Als opgedragen christenen hebben we veel baat bij onze verhouding met de Soevereine Heer Jehovah (Psalm 71:5; 116:12). Omdat we God vrezen en rechtvaardigheid oefenen, genieten we zijn goedkeuring en hebben we geestelijk een nauwe band met hem (Handelingen 10:34, 35; Jakobus 4:8). Menselijke heersers daarentegen worden vaak gezien in het gezelschap van prominente personen, zoals militaire leiders, rijke zakenmensen of beroemdheden uit de sport- of amusementswereld. Volgens de Afrikaanse krant Sowetan zei een vooraanstaand regeringsfunctionaris over door armoede geteisterde gebieden in zijn land: „Ik begrijp waarom de meesten van ons niet naar zulke gebieden willen gaan. We willen gewoon vergeten dat er zulke situaties bestaan. Ons geweten gaat knagen en we generen ons voor de dure [auto’s] waarin we rijden.”
10 Natuurlijk bekommeren sommige menselijke heersers zich oprecht om het welzijn van hun onderdanen. Maar zelfs de edelsten onder hen kennen hun onderdanen niet goed. We zouden ons terecht kunnen afvragen of er één heerser is die zo veel om al zijn onderdanen geeft dat hij elk van hen in tijd van nood te hulp schiet. Nu, die is er. David schreef: „Jehovah ondersteunt allen die vallen, en richt alle neergebogenen op.” — Psalm 145:14.
11. Welke beproevingen overkomen Gods loyalen, en welke hulp krijgen ze?
11 Veel beproevingen en rampen overkomen Jehovah’s loyalen door hun eigen onvolmaaktheid en doordat ze in een wereld leven die in de macht ligt van Satan, „de goddeloze” (1 Johannes 5:19; Psalm 34:19). Christenen hebben met vervolging te kampen. Sommige lijden aan een chronische ziekte of hebben een dierbare verloren. Soms kunnen de fouten van Jehovah’s loyalen er de oorzaak van zijn dat ze ontmoedigd, ’neergebogen’, zijn. Maar wat voor beproevingen hun ook overkomen, Jehovah is altijd bereid elk van hen troost en geestelijke kracht te schenken. De Koning Jezus Christus heeft dezelfde liefdevolle belangstelling voor zijn loyale onderdanen. — Psalm 72:12-14.
Voedzaam voedsel te rechter tijd
12, 13. Hoe goed voorziet Jehovah in de behoeften van „al wat leeft”?
12 In zijn grote liefderijke goedheid voorziet Jehovah in alle behoeften van zijn dienstknechten. Daartoe behoort ook dat hij hen verzadigt met voedzaam voedsel. Koning David schreef: „Naar u [Jehovah] zien de ogen van allen hoopvol uit, en gij geeft hun hun voedsel te rechter tijd. Gij opent uw hand en verzadigt de begeerte van al wat leeft” (Psalm 145:15, 16). Zelfs in tijden van rampspoed kan Jehovah de dingen zo manoeuvreren dat zijn loyalen hun „brood voor de dag” krijgen. — Lukas 11:3; 12:29, 30.
13 David vermeldde dat „al wat leeft” verzadigd wordt. Hiertoe behoren ook de dieren. Als de aarde niet zo rijk was aan plantengroei op het land en in de zee, zouden zeedieren, vogels en landdieren geen zuurstof hebben om in te ademen en geen voedsel om te eten (Psalm 104:14). Maar Jehovah ziet erop toe dat al hun behoeften worden bevredigd.
14, 15. Hoe wordt er thans in geestelijk voedsel voorzien?
14 In tegenstelling tot de dieren hebben mensen geestelijke behoeften (Mattheüs 5:3). Op wat een schitterende manier bevredigt Jehovah de geestelijke behoeften van zijn loyalen! Voor zijn dood beloofde Jezus dat „de getrouwe en beleidvolle slaaf” Jezus’ volgelingen van geestelijk ’voedsel te rechter tijd’ zou voorzien (Mattheüs 24:45). In deze tijd bestaat die slaafklasse uit het overblijfsel van de 144.000 gezalfden. Via hen heeft Jehovah inderdaad geestelijk voedsel in overvloed verschaft.
15 De meesten van Jehovah’s volk beschikken nu bijvoorbeeld over een nieuwe en nauwkeurige vertaling van de bijbel in hun eigen taal. Wat een geweldige zegen is de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift geweest! Bovendien worden er nog steeds miljoenen hulpmiddelen voor bijbelstudie uitgegeven in ruim 300 talen. Al dat geestelijke voedsel is voor ware aanbidders overal op aarde een zegen geweest. Wie komt de eer voor dit alles toe? Jehovah God. In zijn grote liefderijke goedheid heeft hij de slaafklasse in staat gesteld voor ’voedsel te rechter tijd’ te zorgen. Door zulke voorzieningen wordt in het huidige geestelijke paradijs „de begeerte van al wat leeft” verzadigd. En wat verheugen Jehovah’s dienstknechten zich in de hoop de aarde weldra in een letterlijk paradijs veranderd te zien! — Lukas 23:42, 43.
16, 17. (a) Welke voorbeelden zijn er van geestelijk voedsel dat te rechter tijd kwam? (b) Hoe verwoordt Psalm 145 de gevoelens van Gods loyalen met betrekking tot de belangrijkste strijdvraag die Satan heeft opgeworpen?
16 Sta eens stil bij een opvallend voorbeeld van geestelijk voedsel dat te rechter tijd kwam. In 1939 begon in Europa de Tweede Wereldoorlog. In datzelfde jaar bevatte The Watchtower van 1 november (Nederlandse uitgave van januari 1940) een artikel over neutraliteit. Als gevolg van de duidelijke informatie die erin stond, zagen Jehovah’s Getuigen overal ter wereld er de noodzaak van in strikt neutraal te blijven ten opzichte van de activiteiten van de oorlogvoerende landen. Daarmee haalden ze zich de woede van regeringen aan beide zijden van dat zes jaar durende conflict op de hals. Maar ondanks het feit dat Gods loyalen werden verboden en vervolgd, bleven ze het goede nieuws van het Koninkrijk prediken. Van 1939 tot 1946 werden ze gezegend met een verbazingwekkende toename van 157 procent. Bovendien is hun opvallende reputatie van integriteit tijdens die oorlog nog steeds een hulp voor mensen om de ware religie te identificeren. — Jesaja 2:2-4.
17 Het geestelijke voedsel dat Jehovah verschaft komt niet alleen op tijd maar is ook bijzonder voedzaam. Terwijl de naties zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in het heetst van de strijd bevonden, werd Jehovah’s volk geholpen zich op iets veel belangrijkers te concentreren dan hun eigen redding. Jehovah hielp hen te begrijpen dat de belangrijkste strijdvraag, waarbij het hele universum betrokken is, verband houdt met zijn rechtmatige soevereiniteit. Het is een bevredigende gedachte dat iedere Getuige van Jehovah door zijn of haar loyaliteit een klein aandeel heeft gehad aan de rechtvaardiging van Jehovah’s soevereiniteit en aan het leveren van het bewijs dat de Duivel een leugenaar is! (Spreuken 27:11) In tegenstelling tot Satan, die zich lasterlijk uitlaat over Jehovah en zijn manier van regeren, blijven Jehovah’s loyalen bekendmaken: „Jehovah is rechtvaardig in al zijn wegen.” — Psalm 145:17.
18. Welk recente voorbeeld is er van voedzaam geestelijk voedsel te rechter tijd?
18 Nog een voorbeeld van voedzaam geestelijk voedsel te rechter tijd is het boek Nader dicht tot Jehovah, dat werd vrijgegeven op honderden „IJverige Koninkrijksverkondigers”-districtscongressen die in 2002 en 2003 overal ter wereld werden gehouden. Dit prachtige boek, geschreven door „de getrouwe en beleidvolle slaaf” en uitgegeven door Jehovah’s Getuigen, gaat speciaal over Jehovah’s schitterende eigenschappen, met inbegrip van de in Psalm 145 vermelde. Het zal er beslist in belangrijke mate toe bijdragen dat Gods loyalen nog dichter tot hem naderen.
Een tijd om dichter tot Jehovah te naderen
19. Welke cruciale tijd komt naderbij, en hoe kunnen we daarmee omgaan?
19 Er nadert een cruciale fase in de beslechting van de strijdvraag over Jehovah’s soevereiniteit. Zoals in Ezechiël hoofdstuk 38 is voorzegd, zal Satan weldra zijn rol als „Gog van het land Magog” vervullen. Daarbij zal het om een wereldwijde aanval op Jehovah’s volk gaan. Satan zal alles in het werk stellen om de rechtschapenheid van Gods loyalen te breken. Als nooit tevoren zullen aanbidders van Jehovah hem vurig moeten aanroepen, om hulp moeten schreeuwen zelfs. Zullen hun eerbiedige vrees voor God en hun liefde voor hem tevergeefs blijken? Beslist niet, want Psalm 145 zegt: „Jehovah is nabij allen die hem aanroepen, allen die hem aanroepen in waarachtigheid. Aan de begeerte van hen die hem vrezen, zal hij voldoen, en hun hulpgeschreeuw zal hij horen, en hij zal hen redden. Jehovah behoedt allen die hem liefhebben, maar alle goddelozen zal hij verdelgen.” — Psalm 145:18-20.
20. Waardoor zullen de woorden van Psalm 145:18-20 in de nabije toekomst worden gestaafd?
20 Wat ontroerend zal het zijn Jehovah’s nabijheid en zijn reddende kracht te ervaren als hij alle goddelozen verdelgt! In die cruciale tijd, die nu zo nabij is, zal Jehovah alleen luisteren naar degenen „die hem aanroepen in waarachtigheid”. Naar huichelaars zal hij zeker niet luisteren. Gods Woord laat duidelijk zien dat als de goddelozen nog op het laatste moment Gods naam gebruikten, dat altijd tevergeefs bleek. — Spreuken 1:28, 29; Micha 3:4; Lukas 13:24, 25.
21. Hoe laten Jehovah’s loyalen merken dat ze de goddelijke naam heel graag gebruiken?
21 Nu meer dan ooit is het voor hen die Jehovah vrezen de tijd om ’hem in waarachtigheid aan te roepen’. Zijn loyalen gebruiken zijn naam heel graag in hun gebeden en in de commentaren die ze tijdens hun vergaderingen geven. Ze gebruiken de goddelijke naam in privégesprekken. En ze maken Jehovah’s naam moedig bekend in hun bediening. — Romeinen 10:10, 13-15.
22. Waarom is het van het grootste belang weerstand te blijven bieden aan wereldse neigingen en verlangens?
22 Om voordeel te blijven trekken van onze nauwe band met Jehovah God is het ook van het grootste belang dat we weerstand blijven bieden aan geestelijk schadelijke dingen als materialisme, ongezond amusement, een onverzoenlijke geest of onverschilligheid tegenover behoeftigen (1 Johannes 2:15-17; 3:15-17). Als er niets aan zulke activiteiten en neigingen wordt gedaan, kunnen ze tot de beoefening van ernstige zonden en tot het uiteindelijke verlies van Jehovah’s goedkeuring leiden (1 Johannes 2:1, 2; 3:6). Het is verstandig in gedachte te houden dat Jehovah ons alleen liefderijke goedheid of loyale liefde zal blijven betonen als we hem trouw blijven. — 2 Samuël 22:26.
23. Welke grootse toekomst wacht al Gods loyalen?
23 Laten we onze gedachten dus gericht houden op de grootse toekomst die al Jehovah’s loyalen wacht. Dan hebben we het schitterende vooruitzicht tot degenen te behoren die Jehovah „de gehele dag . . ., ja, voor eeuwig”, zullen verhogen, zegenen en loven (Psalm 145:1, 2). Laten we ons daarom ’bewaren in Gods liefde, met eeuwig leven in het vooruitzicht’ (Judas 20, 21). Laten we voordeel blijven trekken van de schitterende eigenschappen van onze hemelse Vader, met inbegrip van de grote liefderijke goedheid die hij degenen betoont die hem liefhebben, en er altijd zo over denken als David in het laatste vers van Psalm 145 verwoordde: „De lof van Jehovah zal mijn mond spreken; en alle vlees zegene zijn heilige naam tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig.”
Wat zouden we antwoorden?
• Hoe helpt Psalm 145 ons Gods loyalen te identificeren?
• Hoe verzadigt Jehovah „de begeerte van al wat leeft”?
• Waarom moeten we dichter tot Jehovah naderen?
[Illustratie op blz. 16]
Gods loyalen spreken heel graag over zijn machtige daden
[Illustratie op blz. 17]
Gods dienstknechten helpen vreemden moedig om de heerlijkheid van zijn koningschap te leren kennen
[Illustraties op blz. 18]
Jehovah voorziet in voedsel voor „al wat leeft”
[Verantwoording]
Animals: Parque de la Naturaleza de Cabárceno
[Illustratie op blz. 19]
Jehovah schenkt kracht en leiding aan zijn loyalen, die in gebed zijn hulp zoeken