De zienswijze van de bijbel
Is „de roede van streng onderricht” uit de tijd?
„Dwaasheid is aan het hart van een knaap gebonden; de roede van streng onderricht is wat ze ver van hem zal verwijderen.” — Spreuken 22:15.
„Elke lichamelijke straf is een emotionele mishandeling en mag niet goedgekeurd worden.” — Parents Anonymous.
HET feit dat de bijbel van „de roede van streng onderricht” spreekt, is aanleiding tot verhitte discussies. Dat is begrijpelijk, want elk jaar sterven duizenden kinderen als direct gevolg van lichamelijke mishandeling door een ouder. Misschien is het daarom dat een bijbelcommentator de bijbelse goedkeuring van lichamelijke straf afdoet als louter een „cultureel bepaalde opvatting”.
De bijbel is echter niet door culturele opvattingen geïnspireerd, maar door God (2 Timotheüs 3:16). Zijn de bijbelse opmerkingen over „de roede van streng onderricht” onredelijk? Het is belangrijk dat wij „de roede” in haar context beschouwen. Ter illustratie: De afzonderlijke stukjes van een legpuzzel zeggen weinig. Pas nadat ze in elkaar gepast zijn, is het complete beeld te zien. Zo is ook „de roede” slechts één stukje van de puzzel. Om het hele beeld te kunnen zien, moeten wij „de roede” combineren met andere bijbelse beginselen die betrekking hebben op streng onderricht.
Een evenwichtig standpunt
Is lichamelijke straf het enige waarvoor de bijbel zich uitspreekt? Beschouw de volgende raad eens:
• „Drijf uw kinderen nooit tot wrok.”
• „Berisp uw kinderen niet te vaak, anders raken ze totaal ontmoedigd.”
’Dat is veel redelijker dan de bijbelse raad’, zullen sommigen misschien zeggen. Maar dit is de bijbelse raad, opgetekend in Efeziërs 6:4 (The New Jerusalem Bible) en Kolossenzen 3:21 (Phillips).
Ja, de bijbelse zienswijze is redelijk. De bijbel erkent dat lichamelijke straf gewoonlijk niet de doeltreffendste onderwijsmethode is. Spreuken 8:33 zegt: „Luistert naar streng onderricht” en niet: ’Voelt streng onderricht.’ En Spreuken 17:10 wijst erop dat ’een bestraffing een diepere indruk maakt op wie verstand heeft, dan een verstandeloze honderdmaal te slaan’. Bovendien beveelt Deuteronomium 11:19 preventief streng onderricht aan, het benutten van terloopse gelegenheden om kinderen morele waarden bij te brengen. Dus het bijbelse standpunt inzake streng onderricht is evenwichtig.
Hoe staat het met „de roede”?
Toch maakt de bijbel wel degelijk melding van „de roede” van streng onderricht (Spreuken 13:24; 22:15; 23:13, 14; 29:15). Hoe moet dit begrepen worden?
Het woord „roede” is de vertaling van het Hebreeuwse woord sjeʹvet. Voor de Hebreeën betekende sjeʹvet een stok of een staf, bijvoorbeeld die van een herder. In die context roept de roede van autoriteit het beeld op van liefdevolle leiding, niet van hardvochtige wreedheid. — Psalm 23:4.
Sjeʹvet wordt in de bijbel vaak als symbool voor autoriteit gebruikt (2 Samuël 7:14; Jesaja 14:5). Wanneer „de roede” betrekking heeft op ouderlijk gezag, duidt ze niet uitsluitend op lichamelijke straf. Ze omvat alle vormen van streng onderricht, die meestal niet lichamelijk hoeven te zijn. En wanneer er lichamelijk streng onderricht wordt gegeven, is dat gewoonlijk omdat andere methoden niet bleken te helpen. Spreuken 22:15 zegt dat dwaasheid „gebonden” („vastgehecht”, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap; „geworteld”, Petrus-Canisiusvertaling) is aan het hart van degene die lichamelijk gestraft wordt. Het gaat daarbij om meer dan louter kinderlijke lichtzinnigheid.
Hoe moet streng onderricht worden toegediend?
In de bijbel wordt streng onderricht consequent met liefde en zachtaardigheid in verband gebracht, niet met woede en wreedheid. De bekwame raadgever moet „vriendelijk zijn jegens allen, . . . iemand die zich onder het kwade in bedwang houdt en met zachtaardigheid degenen onderricht die niet gunstig gezind zijn”. — 2 Timotheüs 2:24, 25.
Streng onderricht is dus geen emotionele uitlaatklep voor de ouder. Het is veeleer een onderwijsmethode. Als zodanig moet een ongehoorzaam kind er iets uit leren. Wanneer lichamelijk streng onderricht in woede gegeven wordt, wordt het kind het verkeerde geleerd. Het voorziet dan in de behoefte van de ouder, niet in die van het kind.
Bovendien heeft doeltreffend streng onderricht zijn grenzen. „Ik [zal] u in de juiste mate moeten tuchtigen”, zei Jehovah tot zijn volk in Jeremia 46:28. Het is vooral belangrijk dit in gedachte te houden bij het toedienen van lichamelijk streng onderricht. Een kind slaan of door elkaar schudden kan hersenletsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.a Gaat iemand te ver, dan zal hij het eigenlijke doel van streng onderricht — corrigeren en onderwijzen — voorbijstreven en maakt hij zich misschien schuldig aan kindermishandeling.b
De bijbel moedigt niet aan tot mishandeling
Voordat Jehovah zijn volk terechtwees, zei hij: „Wees niet bevreesd . . . want ik ben met u” (Jeremia 46:28). Een kind mag door streng onderricht niet het gevoel krijgen verlaten te zijn. Het moet veeleer het gevoel hebben dat de ouder ’met hem’ is als een liefdevolle, ondersteunende aanmoediging. Als lichamelijk streng onderricht noodzakelijk wordt geacht, moet het kind begrijpen waarom. Spreuken 29:15 zegt: „De roede en terechtwijzing, die geven wijsheid.”
Helaas misbruiken tegenwoordig velen „de roede” van het ouderlijk gezag. Toch kan dat niet te wijten zijn aan de evenwichtige beginselen uit de bijbel. (Vergelijk Deuteronomium 32:5.) Wanneer wij „de roede” in haar context beschouwen, zien wij dat het doel ervan is kinderen te onderwijzen, niet hen te mishandelen. Net als in andere gevallen blijkt de bijbel „nuttig [te zijn] om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid”. — 2 Timotheüs 3:16.
[Voetnoten]
a Het boek Outgrowing the Pain: A Book for and About Adults Abused as Children waarschuwt: „Een pak slaag kan kindermishandeling worden wanneer het op een onbeheerste manier gegeven wordt, met voldoende kracht om letsel te veroorzaken. Voorwerpen gebruiken om mee te slaan, stompen, zeer jonge kinderen slaan en op kwetsbare plaatsen slaan (gezicht, hoofd, maag, rug, geslachtsdelen), kan de kans vergroten dat een lichamelijke bestraffing kindermishandeling wordt.”
b In het boek Father Power, door dr. Henry Biller en Dennis Meredith, wordt opgemerkt: „Lichamelijke straf hoeft slechts heel mild te zijn om doeltreffend te zijn. Als ze afkomstig is van iemand van wie het kind houdt en van wie het weet dat hij of zij ook van hem houdt, zal de emotionele schok voldoende zijn om het kind tot nadenken te stemmen over hetgeen het gedaan heeft.”
[Illustratieverantwoording op blz. 26]
The Bettmann Archive