Maakt rijkdom gelukkig?
KENNELIJK maakt het hebben van meer geld mensen niet gelukkiger. In het blad Psychology Today wordt gezegd: „Eenmaal boven de armoedegrens zijn stijgingen van het inkomen van verbazingwekkend weinig invloed op iemands geluk.”
Dit werd bevestigd in een overlijdensbericht in The New York Times van 29 oktober 1993, met als kop: „Doris Duke, 80, erfgename wier grote rijkdom haar niet gelukkig heeft gemaakt, is dood”. In het artikel stond: „Laat op een avond in Rome in 1945 vertelde Miss Duke, die toen 33 jaar was, een vriend dat haar enorme fortuin in sommige opzichten haar geluk in de weg stond.”
„Al dat geld is soms een probleem”, vertrouwde Duke een vriend toe. „Als ik een paar keer met een man uit ben geweest, begint hij me te vertellen hoeveel hij van me houdt. Maar hoe weet ik of hij het echt meent? Hoe kan ik daar ooit zeker van zijn?” De Times merkte op: „Haar woorden die avond maakten duidelijk dat haar leven sterk door haar rijkdom was beïnvloed, geschaad zelfs.”
In dezelfde zin zei Jean Paul Getty, eens naar men zegt de rijkste man ter wereld: „Geld maakt niet noodzakelijkerwijs gelukkig. Misschien wel ongelukkig.” En Jane Fonda, een beroemd Hollywood-actrice, die in de jaren ’70 een half miljoen dollar per film ontving, zei: „Ik heb rijkdom en het genoegen van alle materiële dingen mogen smaken. Ze stellen niets voor. Er zijn hier net zoveel psychiaters als zwembaden, om nog maar niet te spreken van de echtscheidingen en kinderen die hun ouders haten.”
Hoewel rijkdom op zich nooit gelukkig zal maken, doet bittere armoede dat evenmin. Een wijze man zei lang geleden dan ook: „Geef mij noch armoede noch rijkdom” (Spreuken 30:8, 9). Een andere bijbelschrijver merkte op dat wat iemand nodig heeft om gelukkig te zijn, „godvruchtige toewijding” is, „gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft. Want wij hebben niets in de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” — 1 Timotheüs 6:6-10.