’Geen vrede voor de goddelozen’
„’Er is geen vrede’, heeft mijn God gezegd, ’voor de goddelozen.’” — JESAJA 57:21.
1, 2. (a) Hoe denken veel mensen over de toekomst van de mensheid? (b) Wat is het resultaat van menselijke pogingen om vrede tot stand te brengen?
„IK BEN mij er voortdurend van bewust dat de wereld elk moment uit elkaar kan barsten.” Deze schokkende verklaring werd volgens een aanhaling in het tijdschrift Psychology Today door een leerling aan een middelbare school in Noord-Amerika gedaan. Deze leerling vreesde dat de gehele mensheid in de nabije toekomst waarschijnlijk door een kernoorlog vernietigd zal worden. Een Russisch schoolmeisje beschrijft de gevolgen van een kernoorlog: „Alles wat leeft, zal vergaan — er zal geen gras, geen enkele boom en geen stukje groen overblijven.” Wat een verschrikkelijk vooruitzicht! Toch zijn er mensen die menen dat dit werkelijk zou kunnen gebeuren. Volgens een recente enquête achtte 40 procent van de geïnterviewde volwassenen de ’kans groot’ dat er vóór het jaar 2000 een kernoorlog zou uitbreken. — Zie Lukas 21:26.
2 Ook wereldleiders zijn zich bewust van het gevaar. Na de laatste wereldoorlog richtten zij de organisatie der Verenigde Naties op om te proberen de mensheid vrede en veiligheid te brengen — maar tevergeefs. In plaats daarvan hebben de naoorlogse jaren een intense wedijver tussen twee met kernwapens uitgeruste supermogendheden te zien gegeven. Van tijd tot tijd komen de leiders van deze mogendheden samen in een poging de lont uit het kruitvat van de internationale spanning te halen, maar met weinig resultaat. Ondanks het feit dat religieuze leiders om vrede bidden, vertoont de situatie veel overeenkomst met Jesaja’s beschrijving: „Zelfs hun helden hebben het uitgeschreeuwd op de straat, zelfs de vredeboden zullen bitter wenen.” — Jesaja 33:7.
3. Waarom is het niet mogelijk dat menselijke vredespogingen met succes bekroond zullen worden?
3 Welingelichte christenen weten waarom politici nooit duurzame vrede zullen brengen. Zij beseffen dat er geen vrede zal zijn zolang mensen nog door en door zelfzuchtig, haatdragend, hebzuchtig, trots en eerzuchtig zijn. (Vergelijk Jakobus 4:1.) Bovendien hebben mensen niet de volledige zeggenschap over menselijke gebeurtenissen. In plaats daarvan vertelt de bijbel ons: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19; 2 Korinthiërs 4:4). De situatie waarin de mensheid zich onder de macht van deze goddeloze bevindt, werd goed door Jesaja beschreven: „’De goddelozen zijn als de opgezweepte zee, wanneer die niet tot rust kan komen . . . Er is geen vrede’, heeft mijn God gezegd, ’voor de goddelozen.’” — Jesaja 57:20, 21.
„De God die vrede geeft”
4. Wie alleen beschikt over het vermogen om vrede op aarde te bewerkstelligen?
4 Dit betekent niet dat het mensengeslacht er niet aan kan ontkomen in een toekomstige kernoorlog vernietigd te worden. Het betekent eenvoudig dat indien wij ons in vrede willen verheugen, dit van een bron buiten de mens moet komen. Gelukkig bestaat die Bron in de persoon van Jehovah God, „de God die vrede geeft” (Romeinen 16:20). Hij heeft het vermogen om Satans invloed tegen te gaan en heeft zich voorgenomen „zijn volk [te] zegenen met vrede” (Psalm 29:11). Bovendien heeft hij de volgende hartverwarmende belofte gedaan: „De zachtmoedigen . . . zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Psalm 37:11.
5. (a) Hoe heeft Jehovah zich van Daniël bediend om ons in te lichten over Zijn voornemen om vrede tot stand te brengen? (b) Waarom dienen wij geïnteresseerd te zijn in deze door Daniël opgetekende profetie?
5 Vele jaren geleden onthulde Jehovah de historische ontwikkeling van gebeurtenissen die zouden voorafgaan aan het moment dat hij vrede op aarde tot stand zou brengen. Via een engel sprak hij tot zijn getrouwe profeet Daniël over „het laatst der dagen” (Daniël 10:14). Hij voorzei de hedendaagse wedijver tussen de supermachten en liet zien dat deze wedijver binnenkort zal eindigen op een wijze die geen van de beide machten verwacht. En hij beloofde dat deze onverwachte ontwikkeling werkelijke vrede zou inluiden. Voor christenen is dit een buitengewoon belangrijke profetie. Ze laat duidelijk zien waar wij ons in de stroom des tijds bevinden en versterkt ons vaste besluit om te blijven vasthouden aan onze neutraliteit met betrekking tot de internationale wedijver en geduldig te wachten totdat God ten behoeve van ons zal optreden. — Psalm 146:3, 5.
Een wedijver begint
6. Geef in grote trekken de historische achtergrond weer van de hedendaagse wedijver tussen de supermachten.
6 Het is een feit dat de hedendaagse wedijver tussen de supermachten geen nieuwe factor op het wereldtoneel is. Het is veeleer een voortzetting van iets dat lang geleden begonnen is. Nadat het wereldrijk van Alexander de Grote tegen het einde van de vierde eeuw v.G.T. in elkaar gestort was, kwam een van zijn militaire leiders aan de macht in Syrië en een andere in Egypte. Tussen hen en hun opvolgers — die de koning van het noorden en de koning van het zuiden werden genoemd omdat ze zich ten noorden en ten zuiden van het land van Gods volk bevonden — ontstond een permanente wedijver die uiteindelijk tot de rivaliteit tussen de hedendaagse supermachten leidde. De historische ontwikkeling van deze wedijver werd van tevoren via een engel aan de profeet Daniël onthuld.
7. (a) Hoe weten wij dat menselijke aangelegenheden door onzichtbare geestenkrachten worden bestuurd? (b) Wie waren de oorspronkelijke koning van het noorden en koning van het zuiden, en hoe nam de wedijver tussen hen een aanvang?
7 Eerst beschrijft de engel hoe hij, gesteund door Michaël, de strijd had aangebonden tegen de geestenvorsten van Perzië en Griekenland (Daniël 10:13, 10:20–11:1). Dit kijkje in het geestenrijk bevestigt dat er bij conflicten tussen natiën niet louter mensen betrokken zijn. De zichtbare menselijke heersers worden door demonenkrachten, of „vorsten”, bestuurd. Maar sedert oude tijden heeft Gods volk een „vorst”, Michaël, om hen tegen deze demonische machten te sterken (Efeziërs 6:12). Vervolgens vestigt de engel onze aandacht op de wedijver tussen Syrië en Egypte. Hij begint met de woorden: „En de koning van het zuiden zal sterk worden, ja, een van zijn vorsten” (Daniël 11:5a). De hier genoemde koning van het zuiden was Ptolemaeus I, de heerser van Egypte, die omstreeks 312 v.G.T. Jeruzalem veroverde. Vervolgens maakt de engel gewag van een andere koning die ’de overhand over hem zal hebben en stellig met omvangrijke heerschappij zal heersen, groter dan diens heersende macht’ (Daniël 11:5b). Dit is de koning van het noorden in de persoon van Seleucus I Nicator, wiens koninkrijk, Syrië, sterker werd dan Egypte.
8. Wat betekent het voor christenen in deze tijd dat het eerste gedeelte van de door de engel overgebrachte profetie over de koning van het noorden en de koning van het zuiden, zo opmerkelijk nauwkeurig is?
8 De engel voorzegt vervolgens vele details van de niet-aflatende wedijver tussen opeenvolgende heersers van Syrië en Egypte (Daniël 11:6-19). Deze profetieën waren zo nauwkeurig dat sommigen denken dat het boek Daniël geschreven moet zijn nadat de gebeurtenissen plaatsgevonden hadden.a De opmerkelijke nauwkeurigheid van deze profetieën is voor christenen echter een versterking van hun geloof in die gedeelten van de profetie die gedurende „het laatst der dagen” nog in vervulling moeten gaan.
De vorst van het verbond
9. Hoe had de verordening van de koning van het noorden tot gevolg dat Jezus in Bethlehem geboren werd?
9 Er kan niet worden verwacht dat de engel melding zou maken van elke individuele heerser die vanaf Ptolemaeus helemaal tot in „het laatst der dagen” zou heersen. Veeleer begrijpen wij door wat wij vervolgens na vers 19 lezen, dat de profetie een grote sprong maakt naar de jaren die onmiddellijk voorafgaan aan onze gewone tijdrekening: „En in zijn positie [de positie van de koning van het noorden] moet er een opstaan die een afperser door het prachtige koninkrijk laat trekken” (Daniël 11:20). Tegen deze tijd is Syrië een provincie van Rome en de koning van het noorden wordt door de Romeinse keizer Augustus vertegenwoordigd. Hij is degene die het inschrijvingsdecreet had uitgevaardigd dat tot gevolg had dat Jezus in Bethlehem geboren werd en niet in Nazareth. — Lukas 2:1-7; Micha 5:2.
10. Op welk ander verband tussen de koning van het noorden en de Messías vestigt de engel onze aandacht?
10 Augustus werd opgevolgd door Tiberius, een walgelijk mens die door de engel beschreven werd als iemand „die te verachten is” (Daniël 11:21). Gedurende zijn regering werd een gevaarlijke opstand aan de noordgrens van het Romeinse Rijk bedwongen en keerde de vrede aan de grens terug, waardoor de profetische woorden werden vervuld: „Wat de armen van de vloed betreft, ze zullen wegens hem overstroomd worden, en ze zullen verbroken worden.” Bovendien werd gedurende zijn regering Jezus door Romeinse soldaten gedood waardoor de profetie van de engel in vervulling ging dat „de Leider van het verbond” verbroken zou worden. — Daniël 11:22; 9:27.
Op „de bestemde tijd”
11. (a) Wie bevonden zich in 1914 in de positie van de koning van het noorden en de koning van het zuiden? (b) Welke profetie werd op „de bestemde tijd” vervuld?
11 Vervolgens brengt de profetie ons in „de bestemde tijd”, in 1914 (Daniël 11:27; Lukas 21:24). Tegen deze tijd is er een verandering opgetreden in de identiteit van Gods volk. Aangezien het vleselijke Israël de Messías had verworpen, was de positie van gunst als Jehovah’s uitverkoren volk nu op het geestelijke Israël, de gemeente van gezalfde christenen, overgegaan (1 Petrus 2:9, 10). Ook de identiteit van de twee koningen heeft een verandering ondergaan. Het is duidelijk dat Engeland, met zijn politieke partner de Verenigde Staten van Amerika, de positie van de koning van het zuiden heeft ingenomen, terwijl Duitsland op dat ogenblik de koning van het noorden is. De Eerste Wereldoorlog werd in de volgende woorden voorzegd: „Te bestemder tijd zal hij [de koning van het noorden] terugkeren, en hij zal werkelijk tegen het zuiden komen; maar het zal de laatste keer niet zo blijken te zijn als de eerste [dezen keer niet gaan als voorheen, Leidse Vertaling]” (Daniël 11:29). De koning van het zuiden won die oorlog. De situatie was dus verschillend van wat „voorheen” het geval was, toen het ongeslagen Rome koning van het noorden was.
12. Beschrijf enkele facetten van wereldgebeurtenissen sinds 1914 die werden voorzegd in de profetische woorden die de engel tot Daniël sprak.
12 De engel vervolgt zijn beschrijving van de wedijver tussen de twee koningen die sinds 1914 aan de gang is en vooral van de wijze waarop beide koningen Jehovah’s volk zouden tegenstaan. Hij voorzegt ook de verschijning van „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt”, dat tegenwoordig op het aardse toneel is als de organisatie der Verenigde Naties (Daniël 11:31). De oprichting van de VN was een politiek streven waarin beide koningen met elkaar samenwerken om vrede te brengen. Maar het is tot falen gedoemd omdat het tegen Gods koninkrijk gekant isb (Matthéüs 24:15; Openbaring 17:3, 8). Ten slotte richt de engel onze aandacht op „de tijd van het einde”. — Daniël 11:40.
„De tijd van het einde”
13. (a) Waarnaar verwijst de uitdrukking „de tijd van het einde” in dit gedeelte van de profetie? (b) Wie hebben sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog de rol van de koning van het noorden en de koning van het zuiden vervuld?
13 Wat voor tijd is dit? Soms verwijst de uitdrukking „tijd van het einde” naar de tijd van het einde voor dit samenstel van dingen, vanaf 1914 tot aan Armageddon (Daniël 8:17, 19; 12:4). Maar reeds in 11 vers 29 werden gebeurtenissen voorzegd die in het jaar 1914, „te bestemder tijd”, zouden plaatsvinden, en de profetie van de engel heeft ons ver voorbij die tijd gebracht.c Derhalve moet „de tijd van het einde” hier in 11 vers 40 naar de eindfasen verwijzen van de 2300 jaar durende strijd tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden. Wij lezen derhalve met grote belangstelling verder aangezien wij nu op de hoogte gebracht zullen worden van gebeurtenissen die in de nabije toekomst zullen plaatsvinden. Tegen deze tijd hebben machtsverschuivingen op het wereldtoneel tot verdere ontwikkelingen in de identiteit van de twee koningen geleid. Sinds de ineenstorting van de nazi-fascistische machten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn wij getuige geweest van wedijver tussen twee supermachten, waarvan de een wordt afgebeeld als de koning van het noorden, die heerschappij voert over een grotendeels socialistisch blok van natiën, en de ander als de koning van het zuiden, die heerschappij voert over een grotendeels kapitalistisch blok.
14. Hoe beschrijft de engel de koning van het noorden?
14 De ware aard van de huidige koning van het noorden wordt goed beschreven in 11 vers 37 en 38: „En op de God van zijn vaderen zal hij geen acht geven . . . Maar de god der vestingen zal hij in zijn positie heerlijkheid geven; en een god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij heerlijkheid geven door middel van goud en door middel van zilver en door middel van kostbaar gesteente en door middel van begeerlijke dingen.” Is er wel iemand die deze beschrijving niet herkent? De tegenwoordige koning van het noorden bevordert officieel het atheïsme en verwerpt de door vroegere koningen van het noorden aanbeden religieuze goden. Hij geeft er de voorkeur aan zijn vertrouwen te stellen in wapens, „de god der vestingen”. Dit heeft bijgedragen tot een krankzinnige bewapeningswedloop waarvoor beide koningen aansprakelijk gesteld moeten worden. Het jaarlijkse bedrag dat alleen al door de koning van het noorden aan defensieuitgaven wordt besteed, heeft in 1985 bijna 300 miljard dollar bereikt. Wat een kolossaal offer aan ’goud en zilver en kostbaar gesteente en begeerlijke dingen’ werd hiermee aan de onverzadigbare god der vestingen opgedragen!
15, 16. (a) Hoe zal de verhouding tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden zich ontwikkelen? (b) Wat zal dit voor Gods volk betekenen?
15 Waar zal het ten slotte tussen deze twee koningen op uitlopen? De engel zegt: „En in de tijd van het einde [het einde van de geschiedenis van de twee koningen] zal de koning van het zuiden met hem in botsing komen, en de koning van het noorden zal op hem aanstormen met wagens en met ruiters en met vele schepen” (Daniël 11:40; Matthéüs 24:3). Het is duidelijk dat topconferenties geen oplossing brengen voor de wedijver tussen de twee supermachten. Het kan zijn dat de spanningen die worden veroorzaakt door de ’botsingen’ waar de koning van het zuiden op aanstuurt en de expansiedrang van de koning van het noorden, meer of minder intense stadiums zal doormaken; maar uiteindelijk zal de koning van het noorden zich op de een of andere wijze genoopt zien om over te gaan tot het uiterst gewelddadige optreden dat door Daniël wordt beschreven.d
16 Deze laatste dagen zijn vooral moeilijk voor Gods volk, dat gedurende deze eeuw vervolging van de zijde van beide koningen heeft ondergaan en nu nog door de koning van het noorden vervolgd wordt. De engel waarschuwde dat de koning van het noorden „ook . . . werkelijk het Sieraadland [zal] binnentrekken, en vele landen zullen tot struikelen worden gebracht”. „Het Sieraadland” stelt het land van Gods volk voor. De woorden van de engel moeten dus betekenen dat de koning van het noorden niet alleen vele natiën zal veroveren, maar ook de geestelijke staat van Jehovah’s volk zal aanvallen (Daniël 8:9; 11:41-44; Ezechiël 20:6). In 11 vers 45 voegt de profetie het volgende toe: „En hij zal zijn paleistenten planten tussen de grote zee en de heilige Sieraadberg.” Met andere woorden, hij neemt de positie in van waar uit hij een laatste aanval doet op het geestelijke paradijs waarin Gods volk zich bevindt.
’Hij zal volledig aan zijn eind komen’
17. Door welke onverwachte ontwikkeling zal de koning van het noorden tot grote woede worden gebracht?
17 Maar tegen die tijd zal er reeds iets zijn gebeurd dat noch de koning van het noorden noch de koning van het zuiden heeft voorzien. De engel profeteert: „Maar er zullen berichten zijn die [de koning van het noorden] zullen ontstellen, van de opgang der zon en uit het noorden, en hij zal stellig uitgaan in grote woede ten einde te verdelgen en velen aan de vernietiging prijs te geven.” — Daniël 11:44.
18. (a) Uit welke bron komen de „berichten” die door de engel werden voorzegd? (b) Waar zal het voor de koning van het noorden uiteindelijk op uitlopen?
18 Wat zullen dit voor berichten zijn? De engel vermeldt dit niet precies maar hij onthult wel de bron ervan. Ze komen „van de opgang der zon”, en op Jehovah God en Jezus Christus wordt gezinspeeld als „de koningen van de opgang der zon” (Openbaring 16:12). Deze berichten komen ook „uit het noorden”, en de bijbel spreekt in zinnebeeldige taal over de berg Sion, de stad van de grote Koning Jehovah, als over een plaats die zich „aan de afgelegen zijden van het noorden” bevindt (Psalm 48:2). Het zijn dus van Jehovah God en Jezus Christus afkomstige „berichten” die de koning van het noorden ertoe aanzetten zijn laatste grote veldtocht te ondernemen. Maar die veldtocht zal rampzalig voor hem aflopen. Het slot van 11 vers 45 vertelt ons: „Hij zal volledig aan zijn eind moeten komen, en er zal geen helper voor hem zijn.”
19. (a) Hoe zal het voor deze wereld anders aflopen dan voor de „oprechten”? (b) Welke vragen moeten nog beantwoord worden?
19 Ja, er zal „geen vrede . . . voor de goddelozen” zijn (Jesaja 57:21). In plaats daarvan zal de geschiedenis van de koning van het noorden tot aan het einde door oorlog gekenmerkt zijn. Maar Jehovah geeft zijn getrouwe dienstknechten de volgende belofte: „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden” (Spreuken 2:21, 22). Wat zal er echter met de koning van het zuiden gebeuren wanneer de koning van het noorden ’volledig aan zijn eind komt’? Wat zal er met christenen gebeuren wanneer de koning van het noorden „zijn paleistenten” in een dreigende positie tegen hen zal opstellen? (Daniël 11:45) Hoe zal er ten slotte vrede op aarde komen? Zoals wij in de volgende artikelen zullen zien, heeft Jehovah deze vragen bij monde van zijn engel beantwoord.
[Voetnoten]
a Zie voor meer bijzonderheden het boek „Uw wil geschiede op aarde”, hfdst. 10, in 1958 gepubliceerd door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc. (Nederlandse uitgave in 1961.)
b Zie voor meer inlichtingen over dit deel van de profetie „Uw wil geschiede op aarde”, hfdst. 11.
c Merk ook op dat volgens 11 vers 35 „de tijd van het einde” nog steeds in de toekomst ligt.
d Zie „Uw wil geschiede op aarde”, blz. 300-306.
Kunt u het volgende uitleggen?
◻ Welke geestelijke wezens zijn bij de menselijke politieke aangelegenheden betrokken?
◻ Wie waren in 1914 de koning van het noorden en de koning van het zuiden?
◻ Hoe aanbidt de huidige koning van het noorden de god der vestingen?
◻ Welke moeilijkheden zal de koning van het noorden over Gods volk brengen?
◻ Wat zal er ten slotte met de koning van het noorden gebeuren?
[Kaart/Illustraties op blz. 12]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
De Grote Zee
Syrië
Judéa
Egypte
[Illustratieverantwoording op blz. 10]
U.S. National Archives