HOOFDSTUK 6
Stefanus, een man ‘die Gods gunst en kracht had’
Wat we leren van Stefanus’ moedige getuigenis tegenover het Sanhedrin
Gebaseerd op Handelingen 6:8–8:3
1-3. (a) In welke situatie bevindt Stefanus zich, en hoe reageert hij daarop? (b) Welke vragen gaan we bespreken?
STEFANUS staat voor het Sanhedrin. In een imposante hal, waarschijnlijk vlak bij de tempel in Jeruzalem, hebben 71 mannen in een grote halve cirkel plaatsgenomen. Dit gerechtshof is vandaag bijeengekomen om over Stefanus te oordelen. De rechters zijn machtige, invloedrijke mannen, van wie de meesten weinig respect hebben voor deze discipel van Jezus. En de man die het hof heeft bijeengeroepen is de hogepriester Kajafas, die enkele maanden daarvoor ook voorzitter van het Sanhedrin was toen Jezus Christus ter dood werd veroordeeld. Is Stefanus bang?
2 Er is op dit moment iets bijzonders aan Stefanus’ gezicht te zien. De rechters kijken naar hem en zien dat zijn gezicht is ‘als dat van een engel’ (Hand. 6:15). Engelen brengen boodschappen van Jehovah over en hebben dus reden om onbevreesd, kalm en vredig te zijn. Dat is ook hoe Stefanus zich voelt, en zelfs deze haatdragende rechters kunnen dat zien. Hoe kan hij zo rustig blijven?
3 Christenen in deze tijd kunnen veel leren van het antwoord op die vraag. Het is ook belangrijk te weten hoe Stefanus in deze situatie was beland. Hoe had hij zijn geloof al eerder verdedigd? En op welke manieren kunnen we hem navolgen?
‘Ze stookten het volk op’ (Handelingen 6:8-15)
4, 5. (a) Waarom was Stefanus een waardevolle aanwinst voor de gemeente? (b) Wat hield het in dat Stefanus ‘Gods gunst en kracht had’?
4 We hebben in het vorige hoofdstuk al gezien dat Stefanus een waardevolle aanwinst voor de pas opgerichte gemeente was. Hij was een van de zeven nederige mannen die bereid waren de apostelen te helpen toen dat gevraagd werd. Zijn nederigheid is nog opvallender als je bedenkt welke gaven hij van Jehovah gekregen had. In Handelingen 6:8 staat dat hij de kracht had gekregen om ‘grote wonderen en tekenen’ te doen, net als sommige apostelen. Er staat ook dat hij ‘Gods gunst en kracht had’. Wat hield dat in?
5 Het Griekse woord dat met ‘Gods gunst’ is vertaald, kan ook worden vertaald met ‘vriendelijkheid’. Stefanus was blijkbaar heel vriendelijk, waardoor mensen zich tot hem aangetrokken voelden. Veel mensen werden overtuigd door de manier waarop hij praatte, omdat ze merkten dat hij oprecht was en dat de waarheden waarover hij vertelde goed voor ze waren. Hij had Gods kracht omdat hij zich nederig door Gods geest liet leiden. Hij werd niet trots vanwege zijn talenten en bekwaamheden, maar hij gaf alle eer aan Jehovah en toonde liefde en bezorgdheid voor de mensen tegen wie hij sprak. Geen wonder dus dat zijn tegenstanders hem als een bedreiging zagen!
6-8. (a) Met welke twee beschuldigingen kwamen Stefanus’ tegenstanders, en waarom? (b) Waarom kunnen we in deze tijd veel hebben aan Stefanus’ voorbeeld?
6 Een aantal mannen gingen met Stefanus in discussie, maar ze ‘konden niet op tegen de wijsheid en de geest waarmee hij sprak’.a Gefrustreerd ‘haalden ze in het geheim mannen over’ om beschuldigingen in te brengen tegen de onschuldige Stefanus. ‘Ook stookten ze het volk, de oudsten en de schriftgeleerden op’, zodat Stefanus met geweld voor het Sanhedrin gebracht werd (Hand. 6:9-12). De tegenstanders brachten twee beschuldigingen tegen hem in: hij lasterde zowel God als Mozes. Wat bedoelden ze daarmee?
7 De beschuldigers beweerden dat Stefanus God lasterde omdat hij ‘tegen deze heilige plaats sprak’, dat wil zeggen de tempel in Jeruzalem (Hand. 6:13). Volgens hen lasterde hij Mozes door gebruiken te veranderen die door Mozes waren overgeleverd en sprak hij zo tegen de wet van Mozes. Dat was een zware beschuldiging, want de Joden in die tijd hechtten veel waarde aan de tempel, de details uit de wet en de vele mondelinge overleveringen die ze aan die wet hadden toegevoegd. De beschuldiging kwam er dus op neer dat Stefanus gevaarlijk was en de dood verdiende!
8 Jammer genoeg gebeurt het vaak dat godsdienstige mensen zulke tactieken gebruiken om problemen te veroorzaken voor aanbidders van God. Ook nu stoken religieuze tegenstanders wereldlijke leiders soms op om Jehovah’s Getuigen te vervolgen. Hoe moeten we reageren als we vals beschuldigd worden of als wat we zeggen verdraaid wordt? We kunnen veel van Stefanus leren.
Een moedig getuigenis over ‘de glorieuze God’ (Handelingen 7:1-53)
9, 10. Wat hebben critici over Stefanus’ toespraak gezegd, en wat moeten we in gedachte houden?
9 Zoals aan het begin van het hoofdstuk werd gezegd, was Stefanus’ gezicht als dat van een engel, vredig en kalm, terwijl hij de beschuldigingen aanhoorde die tegen hem werden ingebracht. Nu richtte Kajafas zich tot hem en vroeg: ‘Zijn die dingen waar?’ (Hand. 7:1) Stefanus kreeg de kans om iets te zeggen, en die greep hij met beide handen aan!
10 Enkele critici hebben gezegd dat Stefanus’ toespraak wel lang was maar niet de beschuldigingen tegen hem weerlegde. Maar eigenlijk heeft Stefanus ons juist een uitstekend voorbeeld gegeven hoe we het goede nieuws kunnen verdedigen (1 Petr. 3:15). Houd in gedachte dat Stefanus ervan werd beschuldigd dat hij God had gelasterd door minachting voor de tempel te tonen en dat hij Mozes had gelasterd door tegen de wet te spreken. Stefanus’ antwoord is een samenvatting van drie periodes in de geschiedenis van Israël, waarin hij bepaalde punten duidelijk laat uitkomen. We gaan die drie periodes een voor een bespreken.
11, 12. (a) Hoe gebruikte Stefanus het voorbeeld van Abraham? (b) Waarom begon Stefanus in zijn toespraak over Jozef?
11 De tijd van de patriarchen (Hand. 7:1-16). Stefanus begon over Abraham, voor wie de Joden respect hadden vanwege zijn geloof. Terwijl hij met die belangrijke gemeenschappelijke basis begon, benadrukte hij dat Jehovah, ‘de glorieuze God’, voor het eerst aan Abraham verscheen in Mesopotamië (Hand. 7:2). Abraham woonde als een vreemdeling in het beloofde land. Er was toen nog geen tempel of wet van Mozes. Hoe zou iemand dus kunnen beweren dat trouw aan God altijd afhankelijk is van die regelingen?
12 Stefanus’ publiek had ook veel respect voor Abrahams nakomeling Jozef. Toch herinnerde Stefanus hen eraan dat Jozefs eigen broers, de voorvaders van de stammen van Israël, Jozef hadden vervolgd en als slaaf hadden verkocht. Maar God gebruikte hem om Israël van een hongersnood te redden. Voor Stefanus waren de overeenkomsten tussen Jozef en Jezus Christus natuurlijk duidelijk, maar hij begon daar nog niet over omdat hij de aandacht van zijn publiek zo lang mogelijk wilde vasthouden.
13. Hoe gebruikte Stefanus het verhaal over Mozes om de beschuldigingen tegen hem te weerleggen, en welk thema werkte hij uit?
13 De tijd van Mozes (Hand. 7:17-43). Stefanus zei veel over Mozes. Dat was een verstandige keus omdat het Sanhedrin voor een groot deel uit sadduceeën bestond, en die verwierpen alle Bijbelboeken die niet door Mozes geschreven waren. Bedenk ook dat Stefanus ervan werd beschuldigd dat hij Mozes had gelasterd. Stefanus’ woorden weerlegden die beschuldiging rechtstreeks, want er bleek uit dat hij veel respect voor Mozes en voor de wet had (Hand. 7:38). Hij zei dat ook Mozes verworpen werd door degenen die hij probeerde te redden. De Joden verwierpen hem toen hij 40 was, en ruim 40 jaar later vochten ze meerdere keren zijn positie als leider aan.b Op die manier werkte Stefanus zijn thema verder uit: Gods volk had herhaaldelijk degenen verworpen die door God als hun leider waren aangesteld.
14. Wat maakte Stefanus duidelijk door het voorbeeld van Mozes te gebruiken?
14 Stefanus herinnerde zijn publiek eraan dat Mozes had voorspeld dat er een profeet zoals Mozes uit Israël zou opstaan. Wie zou dat zijn, en hoe zou hij ontvangen worden? Stefanus bewaarde de antwoorden voor het slot van zijn betoog. Nog een belangrijk punt uit zijn toespraak: Mozes had geleerd dat elk stuk grond heilig gemaakt kan worden, bijvoorbeeld de grond rondom de brandende struik, waar Jehovah tot hem gesproken had. Kan de aanbidding van Jehovah dan beperkt worden tot één gebouw, zoals de tempel in Jeruzalem?
15, 16. (a) Waarom begon Stefanus over de tabernakel? (b) Hoe gebruikte Stefanus de tempel van Salomo in zijn toespraak?
15 De tabernakel en de tempel (Hand. 7:44-50). Stefanus herinnerde het hof aan het volgende: voordat er in Jeruzalem een tempel was, had God Mozes opgedragen een tabernakel te maken — een verplaatsbare constructie die op een tent leek en voor de aanbidding gebruikt werd. Niemand zou durven te beweren dat de tabernakel inferieur was aan de tempel, want Mozes zelf had God daar aanbeden.
16 Toen Salomo later de tempel in Jeruzalem bouwde, bracht hij onder inspiratie een belangrijke les over in zijn gebed. Zoals Stefanus zei, ‘woont de Allerhoogste niet in huizen die met handen zijn gemaakt’ (Hand. 7:48; 2 Kron. 6:18). Hoewel Jehovah gebruikmaakte van een tempel om zijn voornemen te realiseren, heeft hij daar niet per se een tempel voor nodig. Zijn aanbidders moeten dus niet denken dat de zuivere aanbidding afhankelijk is van een gebouw dat door mensen is gemaakt. Stefanus besloot deze argumentatie op een krachtige manier met een aanhaling uit Jesaja: ‘De hemel is mijn troon en de aarde mijn voetenbank. Wat voor huis ga je voor mij bouwen?, zegt Jehovah. Of waar is mijn rustplaats? Heeft mijn hand niet al deze dingen gemaakt?’ (Hand. 7:49, 50; Jes. 66:1, 2)
17. (a) Hoe sprak Stefanus zijn publiek aan op hun verkeerde kijk? (b) Hoe verdedigde hij zich tegen de beschuldigingen die tegen hem waren ingebracht?
17 Als je Stefanus’ toespraak voor het Sanhedrin tot aan dit punt bekijkt, is het duidelijk dat hij zijn beschuldigers op een bekwame manier aansprak op hun verkeerde kijk. Hij liet uitkomen dat Jehovah niet star is en niet aan tradities is gebonden, maar dat hij flexibel is en zich aanpast als dat nodig is om zijn voornemen te realiseren. Veel Joden hechtten te veel belang aan de prachtige tempel in Jeruzalem en de gebruiken en tradities die mensen aan de wet hadden toegevoegd. Maar ze begrepen niet wat het doel van de wet en de tempel was! Eigenlijk stelde Stefanus deze belangrijke vraag: is Jehovah gehoorzamen niet de beste manier om de wet en de tempel te eren? Stefanus’ woorden waren een schitterende verdediging van zijn eigen daden, want hij had Jehovah zo goed als hij kon gehoorzaamd.
18. Op welke manieren kunnen we Stefanus navolgen?
18 Wat kunnen we van Stefanus’ toespraak leren? Hij kende de Schrift goed. Ook wij moeten de Bijbel goed bestuderen om ‘het woord van de waarheid juist te hanteren’ (2 Tim. 2:15). We kunnen ook iets leren van Stefanus’ vriendelijkheid en tact. Zijn publiek was heel vijandig, maar toch sprak hij zo lang mogelijk over punten van overeenkomst door dingen te noemen die zijn publiek heel belangrijk vond. Ook sprak hij deze mannen respectvol aan als ‘vaders’ (Hand. 7:2). Net als hij moeten we ‘met zachtaardigheid en diep respect’ over de waarheden uit Gods Woord praten (1 Petr. 3:15).
19. Hoe bracht Stefanus moedig Jehovah’s oordeelsboodschap aan het Sanhedrin over?
19 Maar angst om mensen te beledigen weerhoudt ons er niet van om ze de waarheden uit Gods Woord te vertellen. Ook zwakken we Jehovah’s oordeelsboodschappen niet af. Stefanus was hier een goed voorbeeld in. Hij zag ongetwijfeld dat alle bewijzen waar hij mee kwam, weinig effect hadden op het verharde hart van de rechters. Geleid door heilige geest besloot hij zijn toespraak door moedig te zeggen dat ze net als hun voorvaders waren die Jozef, Mozes en alle andere profeten hadden verworpen (Hand. 7:51-53). Deze rechters van het Sanhedrin hadden zelfs de Messias vermoord, van wie de komst door Mozes en alle profeten was voorspeld. Ze hadden de wet van Mozes op de allerergste manier overtreden!
‘Heer Jezus, ontvang mijn geest’ (Handelingen 7:54–8:3)
20, 21. Hoe reageerde het Sanhedrin op Stefanus’ woorden, en hoe gaf Jehovah hem kracht?
20 Er was niets tegen Stefanus’ woorden in te brengen en dat maakte die rechters woedend. Ze lieten alle schijn van waardigheid varen en begonnen te knarsetanden. De trouwe Stefanus moet beseft hebben dat hij net zoals zijn Meester, Jezus, geen genade zou krijgen.
21 Stefanus had moed nodig voor wat hem te wachten stond. Hij voelde zich vast erg aangemoedigd door het visioen dat Jehovah hem toen liefdevol gaf. Stefanus kreeg Gods glorie te zien, en hij zag Jezus aan Jehovah’s rechterhand staan! Toen Stefanus dit visioen beschreef, deden de rechters hun handen over hun oren. Waarom? Eerder had Jezus tegen ditzelfde gerechtshof gezegd dat hij de Messias was en dat hij binnenkort aan de rechterhand van zijn Vader zou zitten (Mark. 14:62). Stefanus’ visioen bewees dat Jezus de waarheid had gesproken. Dit Sanhedrin had inderdaad de Messias verraden en vermoord! Ze stormden met zijn allen op Stefanus af om hem te laten stenigen.c
22, 23. In welke opzichten was Stefanus’ dood te vergelijken met die van zijn Meester, en waarom kunnen christenen in deze tijd hetzelfde vertrouwen hebben als Stefanus?
22 Stefanus’ dood leek in veel opzichten op die van zijn Meester: hij stierf met vrede in zijn hart, vol vertrouwen in Jehovah, terwijl hij zijn moordenaars vergaf. Hij zei: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest’, misschien omdat hij in een visioen nog steeds de Mensenzoon bij Jehovah zag. Ongetwijfeld kende Stefanus Jezus’ bemoedigende woorden: ‘Ik ben de opstanding en het leven’ (Joh. 11:25). Uiteindelijk bad Stefanus met luide stem tot God: ‘Jehovah, reken hun deze zonde niet aan.’ Nadat hij dat had gezegd, stierf hij (Hand. 7:59, 60).
23 Stefanus werd hiermee de eerste martelaar onder Christus’ volgelingen die in de Bijbel vermeld wordt. (Zie het kader ‘In welk opzicht een “martelaar”?’) Helaas zouden er na hem nog velen volgen. Ook in deze tijd worden trouwe aanbidders van Jehovah gedood door religieuze of politieke fanatici en andere wrede tegenstanders. Toch hebben we reden om hetzelfde vertrouwen te hebben als Stefanus. Jezus regeert nu als Koning en heeft van zijn Vader grote macht gekregen. Niets kan hem tegenhouden om zijn trouwe volgelingen uit de dood op te wekken (Joh. 5:28, 29).
24. Hoe droeg Saulus bij tot het martelaarschap van Stefanus, en welk effect had Stefanus’ dood op de lange termijn?
24 Een van de getuigen van alles wat er gebeurde, was een jonge man die Saulus heette. Hij keurde de moord op Stefanus goed en paste zelfs op de bovenkleren van degenen die de stenen gooiden. Kort daarna nam hij het voortouw in een golf van wrede vervolging. Maar de dood van Stefanus zou lange tijd een grote impact hebben. Zijn voorbeeld zou andere christenen alleen maar aanmoedigen om Jehovah trouw te blijven tot de dood. Bovendien zou Saulus, die later meestal Paulus werd genoemd, diepe spijt gaan voelen over zijn rol bij de dood van Stefanus (Hand. 22:20). Hoewel hij had meegeholpen om Stefanus ter dood te brengen, zou hij later beseffen: ‘Ik was vroeger een lasteraar, een vervolger en een onbeschaamd mens’ (1 Tim. 1:13). Het is duidelijk dat Paulus Stefanus en zijn krachtige toespraak nooit is vergeten. In enkele van Paulus’ toespraken en geschriften gebruikte hij zelfs thema’s uit Stefanus’ toespraak (Hand. 7:48; 17:24; Hebr. 9:24). Na verloop van tijd leerde Paulus om net zo veel geloof en moed te tonen als Stefanus, een man ‘die Gods gunst en kracht had’. De vraag is: zullen wij dat ook doen?
a Enkele tegenstanders hoorden bij de ‘Synagoge van de Vrijgelatenen’. Misschien waren ze ooit gevangengenomen door de Romeinen en later vrijgelaten, of misschien waren het vrijgelaten slaven die Joodse proselieten waren geworden. Anderen kwamen uit Cilicië, net als Saulus van Tarsus. Het verslag vertelt niet of Saulus zich onder de Joden uit Cilicië bevond die niet tegen Stefanus op konden.
b De toespraak van Stefanus bevat informatie die we verder nergens in de Bijbel terugvinden, bijvoorbeeld feiten over Mozes’ opleiding in Egypte, zijn leeftijd toen hij de eerste keer uit Egypte vluchtte en de duur van zijn verblijf in Midian.
c Waarschijnlijk had het Sanhedrin onder de Romeinse wet niet de bevoegdheid om doodvonnissen te laten voltrekken (Joh. 18:31). In ieder geval had de dood van Stefanus meer weg van een moord die gepleegd werd door een woedende menigte dan van een gerechtelijk vonnis.