Vastbesloten Jehovah met een onverdeeld hart te dienen
„Dien hem met een onverdeeld hart en met een bereidwillige ziel; want Jehovah doorzoekt alle harten, en elke neiging van de gedachten onderscheidt hij.” — 1 KRONIEKEN 28:9.
1. Welke vragen worden door 1 Kronieken 28:9 opgeroepen?
DE HIERBOVEN uitgeschreven schriftplaats roept enkele vragen op met betrekking tot het hart. Indien er sprake is van het fysieke hart, hoe zou iemand dan met minder dan een onverdeeld of volledig hart kunnen leven? Zou iemand bijvoorbeeld met slechts een half hart kunnen leven? Onderzoekt Jehovah, als een hedendaagse hartspecialist, het fysieke hart op gebreken? En wat de neiging van de gedachten betreft, is ons hart de zetel van gedachten? Op enkele plaatsen in de bijbel schijnt daarop gedoeld te worden, want daar wordt gesproken over de ’neiging van de gedachten van het hart’ (Genesis 6:5; 1 Kronieken 29:18). Doorzoekt Jehovah ons fysieke hart om onze gedachten te onderscheiden? Wat wordt er eigenlijk bedoeld met de uitdrukking ’hem met een onverdeeld hart dienen’?
2. Welke ideeën over het hart hadden de oude Egyptenaren, de Babyloniërs, en de Griekse filosoof Aristoteles?
2 De oude Egyptenaren geloofden dat het fysieke hart de zetel van intelligentie en de emoties was. Zij dachten ook dat het een eigen wil had. De Babyloniërs zeiden dat zowel het intellect als de liefde in het hart woonde. De Griekse filosoof Aristoteles leerde dat het de zetel der zintuigen en het domein van de ziel was. Maar met het verstrijken van de tijd nam de kennis toe en werden deze ideeën afgedankt. Uiteindelijk kwam men te weten wat het hart in werkelijkheid is: een pomp die het bloed door het gehele lichaam doet stromen.
3. Welke feiten maken het hart zo ontzagwekkend?
3 Ja, het is in de eerste plaats een pomp, maar wel een bijzonder ontzagwekkende, die getrouw elke seconde van ons leven de rode levensstroom voortstuwt! Het menselijke hart, iets groter dan een vuist en met een gewicht van nog geen pond, klopt honderdduizend maal per dag om het levensbloed — zo’n 7500 liter per dag, tientallen miljoenen liters in een mensenleeftijd — door het 96.000 kilometer lange hart- en vaatstelsel van het lichaam te pompen. De hartslag wordt op gang gebracht door een bundel cellen die de gangmaker vormen en elektrische impulsen uitzenden die het tempo van de hartslag bepalen. Geen spier in het lichaam werkt jaar in jaar uit harder, langer en gestadiger dan het hart. Onder emotionele druk of krachtige inspanning van het lichaam kan het zijn capaciteit tot het vijfvoudige opvoeren. Wanneer men het hart uit de borstkas verwijdert, blijft het nog enige tijd pulseren. Zelfs cellen die van het hart worden afgesneden, zullen dit onder gunstige omstandigheden blijven doen. Alleen de hersenen hebben meer voeding en zuurstof nodig dan het hart.
4, 5. (a) Welke eigenschappen schrijft de bijbel aan het hart toe? (b) Welke emoties en drijfveren bevinden zich volgens de Schrift in het hart?
4 In Gods Woord wordt bijna 1000 maal over het hart gesproken. In enkele van die gevallen is er sprake van het letterlijke hart. Enkele andere teksten hebben betrekking op het centrum of het midden van iets, zoals „in het hart van de open zee” en „in het hart der aarde” (Ezechiël 27:25-27; Matthéüs 12:40). Maar op bijna 1000 andere plaatsen wordt het hart in figuurlijke zin gebruikt. Kittels Theological Dictionary of the New Testament vermeldt bij „hart” heel wat schriftplaatsen onder elk van de volgende kopjes: „Het hart is de zetel van gevoelens en emoties, verlangens en hartstochten.” „Het hart is de zetel van het verstand, de oorsprong van gedachte en overpeinzing.” „Het hart is de zetel van de wil, de oorsprong van de vastbeslotenheid.” „Het hart is derhalve bovenal de ene centrale plaats in de mens waartoe God zich wendt, waarin het religieuze leven geworteld is en dat het morele gedrag bepaalt.”
5 Dit figuurlijke hart is de zetel van emoties en drijfveren. Volgens veel schriftplaatsen kan het hart vrolijk, somber, verduisterd, verlicht, verraderlijk, vol vertrouwen, week of hard zijn. Het kan branden van toorn of smelten van vrees, trots en hoogmoedig zijn of zachtaardig en nederig, intens liefhebben of vervuld zijn van haat, zuiver en rein of schuldig aan overspel. Het is geneigd tot het kwade, maar het kan ons ertoe aanzetten het goede te doen.
Wees niet halfslachtig en evenmin dubbelhartig
6, 7. (a) Wat voor personen werden door de psalmist gehaat, en door welke daden in zowel Israël als Juda wordt de situatie waarin deze personen verkeerden geïllustreerd? (b) Hoe illustreerde Jezus dat halfslachtige dienst voor Jehovah onaanvaardbaar is?
6 Het letterlijke hart moet compleet zijn om te kunnen functioneren, maar het figuurlijke hart kan verdeeld zijn. De psalmist, klaarblijkelijk een man naar Gods eigen hart, schreef onder inspiratie: „De halfslachtigen heb ik gehaat” (Psalm 119:113). Daartoe behoorden de Israëlieten tot wie Elia tartend zei: „Hoe lang zult gij nog op twee verschillende gedachten hinken? Indien Jehovah de ware God is, gaat hem volgen; maar is het Baäl, gaat hem volgen” (1 Koningen 18:21). Halfslachtig ’hinkten zij op twee verschillende gedachten’.
7 Zo staat er ook opgetekend over Juda, nadat het gedeeltelijk tot Jehovah was teruggekeerd: „Niettemin bleef het volk nog slachtoffers brengen op de hoge plaatsen; alleen was het voor Jehovah, hun God” (2 Kronieken 33:17). Met een verdeeld hart beweerden zij Jehovah te aanbidden, maar zij deden het op een wijze waartoe zij niet gerechtigd waren en op plaatsen waar zij voordien Baäl hadden aanbeden. Jezus zei: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen” (Matthéüs 6:24). In die dagen waren slaven als het ware een stuk bezit. Zij moesten hun meester 24 uur per dag ter beschikking staan. Hun tijd kon niet tussen twee meesters worden verdeeld — de ene helft voor de één en de andere helft voor de ander. Het kernpunt van Jezus’ betoog was: geen halfslachtige dienst voor Jehovah!
8. Hoe kan iemand, figuurlijk gesproken, twee harten hebben, en uit welke schriftplaatsen blijkt dit?
8 Ieder mens heeft slechts één letterlijk hart, maar figuurlijk gesproken kan iemand twee harten hebben. Op zulke personen doelde David toen hij zei: „Met gladde lip blijven zij zelfs dubbelhartig spreken [„met een hart en een hart”, Engelse NW-Verwijsbijbel, voetnoot]” (Psalm 12:2). Het ene hart gericht op het uiterlijk vertoon, het andere in het geheim bezig om zelfzuchtige belangen te bevorderen. Deze onoprechte, dubbelhartige houding wordt in de Schrift als volgt beschreven: „Want als iemand die binnen in zijn ziel berekeningen gemaakt heeft, zó is hij. ’Eet en drink’, zegt hij tot u, maar zijn hárt is niet met u.” „Al maakt hij zijn stem minzaam, geloof niet in hem, want er zijn zeven verfoeilijkheden in zijn hart.” — Spreuken 23:7; 26:25; Psalm 28:3.
9. Waaruit blijkt dat er zowel in de dagen van Jeremia als in Jezus’ tijd dubbelhartige aanbidding bestond?
9 In de intermenselijke betrekkingen is een dergelijke huichelarij betreurenswaardig, maar wanneer ze in de aanbidding van Jehovah wordt gezaaid, zal er rampspoed worden geoogst. „Stelt uw vertrouwen niet in bedrieglijke woorden, doordat men zegt: ’De tempel van Jehovah, de tempel van Jehovah, de tempel van Jehovah zijn zij!’ Ziet, gij stelt uw vertrouwen in bedrieglijke woorden — het zal stellig niets baten. Wat? Stelen, moorden en overspel plegen en vals zweren en offerrook aan Baäl brengen en andere goden achternalopen die gij niet gekend hadt — en moet gij voor mijn aangezicht komen staan in dit huis waarover mijn naam is uitgeroepen en moet gij zeggen: ’Wij zullen stellig bevrijd worden’, ondanks dat gij al deze verfoeilijkheden doet?” (Jeremia 7:4, 8-10) Jezus stelde dit soort dubbelhartige huichelarij onder de schriftgeleerden en de Farizeeën aan de kaak met de woorden: „Huichelaars, hoe passend heeft Jesaja over u geprofeteerd, toen hij zei: ’Dit volk eert mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd.’” — Matthéüs 15:7, 8.
10, 11. Waarnaar kijken Jehovah en Christus Jezus wanneer zij iemand beoordelen, en waarom?
10 Dit alles maakt duidelijk waarom Jehovah tot Samuël zei: „God ziet niet zoals de mens ziet, want de méns ziet datgene wat zichtbaar is voor de ogen; maar wat Jehovah aangaat, hij ziet hoe het hart is” (1 Samuël 16:7). Als Jehovah derhalve iemand beoordeelt, gaat hij niet op oppervlakkige uiterlijke aanwijzingen af; hij dringt door tot het hart van de zaak. Christus Jezus kenschetste het hart als de stuwende kracht achter onze gedragingen, of ze nu goed of slecht zijn, met de woorden: „Een goed mens brengt uit de goede schat van zijn hart het goede voort, maar een goddeloos mens brengt uit zijn goddeloze schat voort wat goddeloos is; want uit de overvloed des harten spreekt zijn mond.” Ook zei hij: „Uit het hart komen . . . goddeloze overleggingen, moord, overspel, hoererij, diefstal, valse getuigenissen en lasteringen voort.” — Lukas 6:45; Matthéüs 15:19.
11 Christus Jezus, aan wie het oordeel is toevertrouwd, kijkt daar waar Jehovah kijkt: „Ik [ben] het . . . die de geheimste gedachten en harten onderzoek, en ik zal een ieder van u geven overeenkomstig uw daden” (Openbaring 2:23). Daarom wordt er gezegd: „Beveilig uw hart, ja, meer dan al het andere dat te behoeden is, want daaruit zijn de oorsprongen van het leven.” — Spreuken 4:23.
12. Waarom vereist een onverdeeld hart in Jehovah’s dienst ijverige inspanning onzerzijds?
12 Onze aanbidding van Jehovah mag niet halfslachtig en evenmin dubbelhartig zijn, maar moet met een onverdeeld hart worden beoefend. Dit vereist ijverige inspanning onzerzijds. Waarom? Omdat het hart verraderlijk is en erg bedrieglijk kan zijn. Het is beangstigend bekwaam in het goedpraten van de verkeerde dingen waartoe ons gevallen vlees zich aangetrokken voelt. Hoewel het ons kan bedriegen en onze ware beweegredenen voor ons kan verbergen, ziet Jehovah precies hoe het met het hart gesteld is. Hij waarschuwt ons hiervoor als volgt: „Het hart is verraderlijker dan iets anders en niets ontziend. Wie kan het kennen? Ik, Jehovah, doorvors het hart, onderzoek de nieren, ja, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn handelingen.” — Jeremia 17:9, 10.
Een onverdeeld hart verwerven
13. Wat zei Jezus over sommige religieuze ijveraars in zijn tijd, en wat voor gevolg had die handelwijze voor hen?
13 Jezus zei over religieuze ijveraars in zijn dagen: „Het hart van dit volk is dik geworden, en met hun oren hebben zij met ergernis gehoord, en zij hebben hun ogen gesloten, opdat zij nimmer met hun ogen zouden zien en met hun oren horen en met hun hart begrip ervan krijgen en terugkeren, en ik hen gezond zou maken” (Matthéüs 13:15). Omdat zij zich door vooropgezette religieuze opvattingen lieten leiden, sloten zij hun ogen en oren en verhardden zij hun hart zodat zij ongevoelig bleven voor Jezus’ onderwijs. Doordat zij terechtwijzing verwierpen, verzuimden zij een door juiste beweegredenen geleid hart te ontwikkelen: „Wie naar terechtwijzing luistert, verwerft hart [„verwerft goede beweegredenen”, Engelse NW-Verwijsbijbel, voetnoot]” (Spreuken 15:32). Zij beweerden God te aanbidden, maar zij beoefenden hun „rechtvaardigheid” om door mensen opgemerkt te worden. — Matthéüs 6:1, 2, 5, 16.
14. Welke voorbeelden laten zien hoe de waarheid bij ons binnenkomt om diep in ons binnenste post te vatten?
14 Hoeveel beter is het dan te zijn zoals koning Josafat van Juda, die ’zijn hart had bereid om de ware God te zoeken’ (2 Kronieken 19:3). U bereidt zich het best erop voor God te zoeken door vanuit het hart te bidden. Toen de bedroefde Hanna vurig tot Jehovah bad, ’sprak zij in haar hart’, en haar gebed werd verhoord. Ook moet men bereid zijn te luisteren. Jezus’ moeder luisterde: „Zijn moeder [bewaarde] al deze woorden zorgvuldig in haar hart.” Zij begon ’gevolgtrekkingen in haar hart’ te maken en zij werd een getrouwe discipel van Jezus. Jehovah helpt degene die oprecht naar hem zoekt. De godvrezende Lydia luisterde naar Paulus „en Jehovah opende haar hart wijd, zodat zij aandacht schonk aan de dingen die door Paulus werden gezegd”. Zij werd gedoopt (1 Samuël 1:12, 13; Lukas 2:19, 51; Handelingen 16:14, 15). Het is altijd het figuurlijke hart — de gevoelens, de emoties, de goede beweegredenen — waardoor de waarheid toegang tot iemand krijgt en in hem post vat.
15. Waartoe moeten wij bereid zijn om een onverdeeld hart te verwerven?
15 Om een onverdeeld hart te verwerven, moeten wij emotioneel de bereidheid hebben vooropgezette meningen opzij te zetten en God waarachtig bevonden te laten worden, ook al worden daardoor enkele van onze heilige huisjes of geliefkoosde leerstellige opvattingen omvergeworpen (Romeinen 3:4). Zelfzuchtige beweegredenen moeten worden uitgezuiverd om ons hart ontvankelijk te maken voor Jehovah’s wil en wegen. Jehovah heeft zijn wetten eens op steen geschreven, maar later schreef hij wetten op mensenharten. De apostel Paulus schreef eveneens op harten. En ook u kunt ’liefderijke goedheid en trouw op de tafel van uw hart schrijven’. — Spreuken 3:3; Hebreeën 10:16; 2 Korinthiërs 3:3.
16. Welke vragen vestigen de aandacht op de stappen die iemand moet doen om een onverdeeld hart voor Jehovah te kunnen hebben?
16 Vormt uw hart een geschikte ondergrond om er Jehovah’s beginselen en voorschriften op te schrijven? Zult u het reinigen van vooropgezette ideeën, zodat u ruimte maakt voor goddelijke waarheid? Zult u er vervolgens mee voortgaan te studeren, uw geest te hervormen, de oude persoonlijkheid af te leggen en de nieuwe aan te doen, die naar het beeld van God is gevormd? Zult u uw uiterste best doen om een werkman te zijn die zich nergens over behoeft te schamen en die het woord der waarheid juist hanteert? — Romeinen 12:2; Kolossenzen 3:9, 10; 2 Timótheüs 2:15.
Een onverdeeld hart behouden
17. Waartoe spoorde David zijn zoon Salomo aan, en waarom verzuimde Salomo die raad op te volgen?
17 David zei tot Salomo: „En gij, mijn zoon Salomo, ken de God van uw vader en dien hem met een onverdeeld hart en met een bereidwillige ziel; want Jehovah doorzoekt alle harten, en elke neiging van de gedachten onderscheidt hij.” Salomo is ook werkelijk met een onverdeeld hart aan zijn dienst begonnen, maar met het verstrijken der jaren volhardde hij daarin niet: „Nu geschiedde het toen Salomo oud werd, dat zijn eigen vrouwen zijn hart tot het volgen van andere goden hadden geneigd; en zijn hart bleek niet onverdeeld met Jehovah, zijn God, te zijn, zoals het hart van zijn vader David.” — 1 Kronieken 28:9; 1 Koningen 11:4.
18, 19. (a) Welke verschillende middelen zal Satan gebruiken om u te beletten een onverdeeld hart te behouden? (b) Hoe zal Satan zijn tactiek wijzigen als hij met deze subtielere pogingen geen succes heeft?
18 Zult u slagen waar Salomo heeft gefaald? Indien u zich als een getuige van Jehovah aan God hebt opgedragen, alle halfslachtigheid of dubbelhartigheid uit uw aanbidding hebt verwijderd en gehoor hebt gegeven aan Jezus’ woorden om ’Jehovah, uw God, lief te hebben met geheel uw hart’, zult u dan nu vastbesloten zijn ervoor te zorgen dat uw hart volledig aan Jehovah’s dienst toegewijd blijft? (Matthéüs 22:37) Satan zal daar niet blij mee zijn, en hij is een geslepen tegenstander. Uw hart zal zijn doelwit worden. Hij weet dat het tot zonde geneigd is en hij kan zich naar binnen wurmen indien u uw waakzaamheid laat verslappen. Heeft hij niet ’Judas Iskáriot in het hart gegeven Jezus te verraden’? (Johannes 13:2) Geld, materialisme, amusement, trots, een wereldse carrière, het verlangen opzichtig te geuren, vleselijke begeerten — hij kent onze kwetsbare plekken en daarop richt hij zijn brandende pijlen. Zult u ze alle blussen met het schild des geloofs? — Efeziërs 6:16; 1 Johannes 2:15-17.
19 En wanneer al deze sluwe tactieken van Satan mislukken, geeft hij het nog niet op. Dan wordt hij een brullende leeuw die probeert Jehovah’s getrouwe getuigen te verslinden met behulp van gewelddadig gepeupel en door middel van slaag, gevangenschap en zelfs de dood. Maar onder al die beproevingen zal Jehovah degenen sterken die hem met een onverdeeld hart toegewijd zijn. — Jakobus 4:7; 1 Petrus 5:8-10; Openbaring 2:10.
20, 21. (a) Welke vragen zouden bij een letterlijk hartonderzoek gesteld kunnen worden? (b) Hoe kunnen overeenkomstige vragen worden gebruikt om het figuurlijke hart te onderzoeken?
20 Van tijd tot tijd is een letterlijk hartonderzoek nodig. Krijgt het hart met geregelde tussenpozen de juiste voeding in voldoende hoeveelheid? Is de hartslag regelmatig en krachtig, of traag en zwak? Houdt het hart de bloeddruk op het juiste peil? Krijgt het de oefening die het nodig heeft? (Om gezond te zijn, moet het hart lange tijd achtereen krachtig pompen.) Zorgt de gangmaker ervoor dat het hart zijn tempo aan veranderende behoeften aanpast? Wordt het hart blootgesteld aan een emotioneel klimaat waar het onder zware druk komt te staan?
21 Indien het fysieke hart geregeld onderzocht moet worden, hoeveel te meer dan het figuurlijke hart! Jehovah onderzoekt het; ook wij moeten dat doen. Krijgt het een voldoende hoeveelheid geestelijk voedsel door middel van geregelde persoonlijke studie en vergaderingbezoek? (Psalm 1:1, 2; Spreuken 15:28; Hebreeën 10:24, 25) Bewegen de gevoelens en diepe emoties van het figuurlijke hart ons tot ijver in de velddienst — zodat wij ons soms misschien zelfs krachtig inspannen in de hulppioniersdienst? (Jeremia 20:9; Lukas 13:24; 1 Korinthiërs 9:16) En in wat voor klimaat bevindt het zich? Wordt het omringd door andere verenigde en onverdeelde harten met dezelfde gevoelens en beweegredenen? — 2 Koningen 10:15, 16; Psalm 86:11; Spreuken 13:20; 1 Korinthiërs 15:33.
22. Waardoor zullen wij van succes verzekerd zijn bij ons vaste besluit Jehovah met een onverdeeld hart te dienen?
22 Indien het door u uitgevoerde hartonderzoek u in staat stelt de bovenstaande vragen met Ja te beantwoorden, dan beveiligt u uw figuurlijke hart. Dan zult u, te zamen met miljoenen andere getrouwe Getuigen, uw vaste besluit om Jehovah met een onverdeeld hart te dienen met succes bekroond zien. Allen die dit doen, ontvangen de verzekering: „De vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Filippenzen 4:7.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Welke eigenschappen worden allemaal aan het figuurlijke hart toegeschreven?
◻ Hoe kunnen wij het vermijden halfslachtig of dubbelhartig te zijn?
◻ Waarom kijken Jehovah en Christus Jezus naar het hart wanneer zij iemand beoordelen?
◻ Hoe kunnen wij een onverdeeld hart verwerven en behouden?
[Illustratie op blz. 17]
Hebt u twee gezichten?
[Illustraties op blz. 18]
Lydia
Josafat
Hanna
Maria