Echtscheiding — Wat zegt de bijbel werkelijk?
„WAT God . . . onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen” (Matthéüs 19:6). Wij horen die welbekende woorden van Jezus Christus vaak aanhalen als de laatste uitspraak in een huwelijksceremonie.
Bedoelde Jezus met die woorden echter dat ieder huwelijk een blijvende verbintenis moet zijn en dat er onder geen beding sprake kan zijn van echtscheiding? Wanneer de woorden op zichzelf worden beschouwd, zou die indruk gewekt kunnen worden. Maar wat bracht Jezus ertoe zo’n verklaring te doen? Zette hij iets nieuws uiteen?
’Niet van het begin af zo geweest’
Jezus’ hierboven geciteerde uitspraak maakte deel uit van zijn antwoord op de vraag van de Farizeeën: „Is het een man geoorloofd zich op elke willekeurige grond van zijn vrouw te laten scheiden?” (Matthéüs 19:3-6) Niet tevreden met het antwoord, ondervroegen de Farizeeën hem verder door de vraag te stellen: „Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een certificaat van wegzending te geven en zich van haar te laten scheiden?” Jezus zei daarop: „Mozes heeft u met het oog op de hardheid van uw hart de concessie gedaan dat gij u van uw vrouw kunt laten scheiden, maar dit is van het begin af niet zo geweest.” Vervolgens voegde hij hieraan toe: „Ik zeg u dat al wie zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve op grond van hoererij, en een ander trouwt, overspel pleegt.” — Matthéüs 19:7-9.
Wij moeten opmerken dat Jezus’ woorden „dit is van het begin af niet zo geweest”, werden uitgesproken met betrekking tot echtscheiding die tot stand werd gebracht door „een certificaat van wegzending te geven”. Met andere woorden, toen God het eerste huwelijk tussen Adam en Eva instelde, voorzag hij hen niet van „elke willekeurige grond” voor het beëindigen van hun huwelijk. Als een volmaakt echtpaar hadden zij alle reden om te verwachten dat zij hun huwelijk tot een succes zouden kunnen maken. Het zou succesvol zijn als zij overeenkomstig Gods wet en leiding zouden blijven leven.
Toen de mensheid tot zonde en onvolmaaktheid verviel, gebeurde dit ook met de instelling van het huwelijk (Romeinen 5:12). Aangezien de mensen niet langer volmaakt waren, werden menselijke betrekkingen gespannen en door zelfzucht, hebzucht en eigenbelang aangetast. Dat bedoelde Jezus met de uitdrukking „hardheid van uw hart”, om welke reden de Mozaïsche wet gelegenheid gaf tot echtscheiding. Toch zei Jezus bij wijze van herinnering tot de Farizeeën: „Dit is van het begin af niet zo geweest.” Nu zouden echtgenoten onder onvolmaakte toestanden de nodige moeite moeten doen om eventuele moeilijkheden en problemen op te lossen in plaats van ze als gronden of verontschuldigingen te gebruiken om hun huwelijk te beëindigen. Jezus toonde echter aan dat er één uitzondering is, namelijk overspel. Huwelijksontrouw kan een grond zijn voor het beëindigen van een huwelijksverbintenis.
Het is interessant op te merken hoe de zinsnede „behalve op grond van hoererij” op verschillende manieren is uitgelegd om bepaalde opvattingen over echtscheiding te ondersteunen. Katholieke autoriteiten verwerpen deze zinsnede gewoonlijk op grond van het feit dat parallelle verslagen in Markus en Lukas haar niet bevatten. In de Cyclopedia van McClintock en Strong wordt echter uitgelegd: „De duidelijke verzoening van de passages moet gezocht worden in het beginsel dat een uitzondering in een vollediger document een korter document moet toelichten, als dit zonder geweld kan worden gedaan. Welnu, aangezien echtscheiding op grond van die ene reden door allen werd erkend, kunnen Markus en Lukas dit natuurlijk als vanzelfsprekend hebben aangenomen zonder het met zoveel woorden te zeggen.”
Sommigen betogen dat aangezien Jezus het woord „hoererij” (Grieks: por·neiʹa) en niet „overspel” (Grieks: moi·cheiʹa) gebruikte, hij de een of andere ongepaste daad vóór het huwelijk bedoeld moet hebben die het huwelijk nietig en ongeldig gemaakt zou hebben. Hierdoor wordt de betekenis van het woord onnodig beperkt. Verscheidene autoriteiten erkennen dat por·neiʹa „onkuisheid, ontucht, prostitutie, hoererij” betekent en dat het in Matthéüs 19:9 „overspel betekent of omvat”. Anderen betogen dat Jezus hoererij slechts als één voorbeeld van de vele echtscheidingsgronden noemde. Het is duidelijk dat hiermee een geforceerde uitleg aan de tekst wordt gegeven.
Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat de bijbel niet zegt dat ieder huwelijk een blijvende verbintenis moet zijn en dat echtscheiding onder geen enkele omstandigheid toegestaan dient te worden. De bijbel verschaft daarentegen slechts één aanvaardbare basis voor echtscheiding, namelijk „de echtscheidingsgrond hoererij”.
„Het huwelijk zij eerbaar”
Moedigt de bijbel, door een echtscheidingsgrond toe te staan, tot echtscheiding aan? Wordt het huwelijk door deze toelating gebagatelliseerd of van zijn waardigheid beroofd? Of plaatst de bijbel, door slechts één echtscheidingsgrond toe te staan, een onredelijke last op degenen die trouwen?
Integendeel, de bijbel spreekt over het huwelijk als een van de nauwste en meest intieme banden waarin twee mensen zich kunnen verheugen. „Een man [zal] zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zich hechten aan zijn vrouw en zij moeten één vlees worden”, zegt het Genesisverslag over het eerste huwelijk (Genesis 2:24). En echtgenoten moeten deze „één vlees”-verhouding als iets kostbaars behoeden. „Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging”, raadt de bijbel aan. — Hebreeën 13:4.
Er zijn heel wat uitspraken over het huwelijk gedaan die erop neerkwamen dat een duurzaam en gelukkig huwelijk niet gebaseerd is op romantische liefde, maar op onzelfzuchtigheid. Dat is precies wat de bijbel te kennen geeft. Hierin staat: „Mannen [behoren] hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Christus dit doet ten aanzien van de gemeente . . . De vrouw daarentegen moet diepe achting voor haar man hebben” (Efeziërs 5:28-33). En in openhartige taal geeft de bijbel de raad: „Laat de man zijn vrouw geven wat haar toekomt, maar laat ook de vrouw hetzelfde doen ten opzichte van haar man. De vrouw oefent geen autoriteit over haar eigen lichaam, maar haar man; evenzo oefent ook de man geen autoriteit over zijn eigen lichaam, maar zijn vrouw. Onthoudt het elkaar niet.” — 1 Korinthiërs 7:3-5.
Als beide partners bereid zijn zich aan deze wijze raad te houden, is het zeer onwaarschijnlijk dat hun huwelijk dermate zal verslechteren dat een van hen een buitenechtelijke verhouding aangaat en daardoor in feite de „één vlees”-verhouding verbreekt. Zelfs als een van de partners zulke bijbelse beginselen niet aanvaardt, kan de gelovige partner het vertrouwen bezitten dat Gods weg nog altijd de beste is, en veel huwelijksproblemen kunnen aldus opgelost of vermeden worden.
Dus in plaats van echtscheiding als middel tot het beëindigen van een ongelukkige huwelijksverbintenis aan te bevelen, spoort de bijbel christenen aan er hard aan te werken hun huwelijk intact te houden en gelukkig te maken. „Verheug u met de vrouw van uw jeugd”, zegt een bijbelse spreuk. „Moogt gij over haar liefde voortdurend in extase zijn.” — Spreuken 5:18, 19.
Is echtscheiding het antwoord?
Hoe is de situatie als iemands huwelijkspartner toch ontrouw wordt? Er valt niet aan te twijfelen dat huwelijksontrouw een ernstige crisis veroorzaakt. De overspelige persoon brengt veel pijn en lijden over de onschuldige partner, die het schriftuurlijke recht heeft zich van de schuldige partij te laten scheiden en te hertrouwen. Maar moet er een echtscheiding zijn? Is dat de enige mogelijkheid?
Wij moeten in gedachte houden dat hoewel Jehovah God een gerechtvaardigde echtscheidingsgrond heeft verschaft, de bijbel ook over hem zegt: „Hij heeft echtscheiding gehaat” (Maleachi 2:16). In plaats van snel tot de conclusie te komen dat echtscheiding de enige oplossing is, zou iemand ook de mogelijkheid kunnen beschouwen barmhartigheid te betonen en vergeving te schenken. Waarom?
Een echtscheiding zal niet noodzakelijkerwijs de pijn en bitterheid wegnemen, terwijl barmhartigheid en vergevensgezindheid dit wel doen, vooral wanneer de overtreder werkelijk berouw heeft over het kwaad. Liefde die op zo’n kritiek moment tentoon wordt gespreid, kan het huwelijk in werkelijkheid versterken. Door de kwestie in dit licht te bezien, zal de onschuldige partner geholpen worden te beoordelen welke handelwijze het beste gevolgd kan worden, hierbij Jezus’ woorden in gedachte houdend: „Gelukkig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid worden betoond.” — Matthéüs 5:7; vergelijk Hosea 3:1-5.
Bij het afwegen van de te volgen handelwijze moet ook rekening worden gehouden met de problemen die kunnen ontstaan in verband met kinderen in een eenoudergezin. De eenzaamheid van een gescheiden persoon verdient eveneens aandacht. Voor een vrouw worden de problemen vergroot door het feit dat vrouwen thans in de meeste delen der wereld in economisch opzicht nog steeds achtergesteld worden. Na een aantal jaren huisvrouw geweest te zijn, is het voor een alleenstaande moeder moeilijk om weer op de arbeidsmarkt terug te komen en met anderen te wedijveren.
Sommige vrouwen zijn van mening dat zij zich, hoewel zij gehuwd zijn, moeten voorbereiden op een eventuele echtscheiding. Zij laten zich misschien inschrijven als leerlinge op een speciale school of blijven hun beroep uitoefenen om financieel onafhankelijk te blijven. Of een vrouw zo’n handelwijze al dan niet moet volgen, is iets wat zij persoonlijk moet beslissen. Maar zou het, in plaats van tijd en energie te besteden aan voorbereiding op iets wat eventueel zou kunnen gebeuren, geen wijzere investering zijn om tijd en energie te steken in het opbouwen van een gelukkig en duurzaam huwelijk? Door hard te werken aan het ontwikkelen van de vrucht van Gods geest en het bewaren van een gezonde, geestelijke kijk op het leven, zal een christelijke vrouw naar alle waarschijnlijkheid de liefde en lof van haar man genieten. Zij kan ook vertrouwen hebben in Gods belofte dat hij zich bekommert om de behoeften van degenen die eerst het Koninkrijk zoeken. — Matthéüs 6:33; Spreuken 31:28-30; Galaten 5:22, 23.
De uiteindelijke oplossing
Zolang wij in dit onvolmaakte samenstel van dingen leven, kunnen wij verwachten dat er huwelijksproblemen zullen zijn. Door evenwel de wijze raad van de bijbel te volgen, kunnen deze zo klein mogelijk worden gehouden of doeltreffend worden aangepakt. Bovendien worden mannen en vrouwen die bereid zijn om met betrekking tot het huwelijk en andere levensterreinen overeenkomstig Jehovah’s maatstaven te leven, gezegend met het vooruitzicht een nieuw samenstel binnen te gaan waarin „rechtvaardigheid [zal] wonen”. — 2 Petrus 3:13.
In dat samenstel zal de mensheid bevrijd worden van de verwoestingen en alle droevige gevolgen van zonde en onvolmaaktheid. Zolang de huwelijksregeling hier op aarde voortduurt, zal ’wat van het begin af geweest is’ de maatstaf zijn. Ja, wat God heeft samengevoegd, zal geen mens vaneenbrengen.
[Illustratie op blz. 5]
Wat heeft Jezus over echtscheiding gezegd?
[Illustratie op blz. 7]
In de nieuwe wereld zullen er geen huwelijksproblemen zijn die tot echtscheiding leiden