De meest genegeerde kunstenaar van onze tijd
„De natuur is de kunst van God.” — Sir Thomas Browne, een geneesheer uit de zeventiende eeuw.
LEONARDO DA VINCI, Rembrandt, Van Gogh — het zijn namen die miljoenen kennen. Ook al hebt u nooit een van hun oorspronkelijke schilderijen gezien, u kent deze mannen als grote kunstenaars. Hun kunst heeft hen in zekere zin onsterfelijk gemaakt.
Zij hebben op doek een ondoorgrondelijke glimlach, een ontroerend portret, een glimp van de schoonheid in de schepping vastgelegd die nog steeds tot de verbeelding van de kijker spreekt. Wij worden geboeid door wat hen boeide — ook al liggen er eeuwen tussen ons.
Misschien zijn wij noch kunstenaar noch kunstcriticus, maar als iemand op kunstgebied uitblinkt, merken wij dat op. Net als de kunstenaar wiens werk wij bewonderen, hebben ook wij gevoel voor schoonheid. Onze gevoeligheid voor kleur, vorm, dessins en licht kan iets zijn wat wij vanzelfsprekend vinden, maar het hoort bij ons leven. Ongetwijfeld decoreren wij ons huis graag met voorwerpen of schilderijen die het oog behagen. Hoewel smaken verschillen, is deze gevoeligheid voor schoonheid een gave die de meeste mensen delen. En het is een gave die ons nader tot onze Schepper kan brengen.
De gave der schoonheid
Gevoel voor schoonheid is een van de vele eigenschappen die de mens van de dieren onderscheidt. In het werk Summa Artis — Historia General del Arte wordt gezegd dat „de mens gedefinieerd zou kunnen worden als het dier dat esthetisch gevoel heeft”. Omdat wij verschillen van de dieren, zien wij de schepping in een ander licht. Kan een hond een prachtige zonsondergang waarderen?
Wie heeft ons zo gemaakt? De bijbel legt uit dat ’God ertoe overging de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem’ (Genesis 1:27). Niet dat onze eerste ouders er net als God uitzagen. Nee, God schonk hun eigenschappen die hij zelf bezit. Een daarvan is het vermogen schoonheid te waarderen.
Via een niet te doorgronden proces onderscheidt het menselijk brein dat iets mooi is. Allereerst geven onze zintuigen inlichtingen over de geluiden, geuren, kleuren en vormen van voorwerpen die onze aandacht trekken aan de hersenen door. Maar schoonheid is veel meer dan het totaal van die elektrochemische impulsen, die ons slechts vertellen wat zich rondom ons afspeelt. Wij zien een boom, een bloem of een vogel niet op dezelfde manier als een dier die ziet. Hoewel deze voorwerpen ons misschien geen onmiddellijk praktisch nut bieden, genieten wij er toch van. Onze hersenen stellen ons in staat hun esthetische waarde te onderscheiden.
Dit vermogen raakt onze emoties en verrijkt ons leven. Mary, die in Spanje woont, herinnert zich levendig een novemberavond enkele jaren geleden waarop zij aan een afgelegen meer naar de zonsondergang stond te kijken. „De ene golf kraanvogels na de andere kwam in mijn richting gevlogen, naar elkaar roepend”, vertelt zij. „Duizenden vogels repten zich in ragfijne formaties langs de vuurrode hemel. Hun jaarlijkse trek uit Rusland en Scandinavië had ze naar deze Spaanse rustplaats gevoerd. Het was zo’n schitterende ervaring dat ik moest huilen.”
Waarom de gave der schoonheid?
Voor veel mensen duidt het gevoel voor schoonheid onmiskenbaar op het bestaan van een liefdevolle Schepper, die wenst dat zijn met verstand begiftigde schepping van zijn kunstwerken geniet. Wat logisch en bevredigend is het onze zin voor schoonheid aan een liefdevolle Schepper toe te schrijven. De bijbel verklaart dat ’God liefde is’ en de essentie van liefde is delen (1 Johannes 4:8; Handelingen 20:35). Jehovah heeft er behagen in geschept zijn creatieve kunst met ons te delen. Als een muzikaal meesterwerk nooit werd beluisterd of een prachtig schilderij nooit werd gezien, zou hun schoonheid verspild zijn. Kunst wordt geschapen om gedeeld te worden, zodat anderen ervan kunnen genieten — zonder waarnemers is kunst onvruchtbaar.
Ja, Jehovah heeft prachtige dingen geschapen met de bedoeling die met anderen te delen en hen ervan te laten genieten. In feite was de woonplaats van onze eerste ouders een uitgestrekt paradijselijk park dat Eden heette, wat „Geneugte” betekent. Niet alleen heeft God de aarde gevuld met zijn kunstwerken, hij heeft de mensheid ook het vermogen geschonken ze op te merken en te waarderen. En wat een rijkdom aan schoonheid is er te zien! Zoals Paul Davies schreef, „lijkt het soms of de natuur ’zich bijzonder veel moeite heeft getroost’ om een interessant en vruchtbaar universum voort te brengen”. Wij vinden het universum juist interessant en vruchtbaar omdat Jehovah ’zich bijzonder veel moeite heeft getroost’ om ons te scheppen met het vermogen het te bestuderen en ervan te genieten.
Het is geen wonder dat het besef van natuurschoon — en de wens het te evenaren — alle culturen eigen is, van de vervaardigers van grotschilderingen tot impressionisten. Duizenden jaren geleden schilderden bewoners van Noord-Spanje treffende afbeeldingen van dieren in de grotten van Altamira in Cantabrië. Ruim een eeuw geleden verlieten impressionistische schilders hun ateliers en probeerden de kleurenpracht in een veld met bloemen of het spelen van het licht op het water vast te leggen. Zelfs jonge kinderen zijn zich sterk van mooie dingen bewust. Geef hun kleurpotloden en papier en de meesten van hen vinden het heerlijk om al wat hun fantasie boeit te tekenen.
Tegenwoordig geven veel volwassenen er de voorkeur aan een foto te nemen om een prachtige bezienswaardigheid die indruk op hen heeft gemaakt in hun herinnering terug te roepen. Maar zelfs zonder camera is onze geest in staat zich schitterende beelden te binnen te brengen die wij misschien tientallen jaren geleden hebben gezien. Het is duidelijk dat God ons heeft gemaakt met het vermogen te genieten van onze aardse woonplaats, die hij prachtig heeft verfraaid (Psalm 115:16). Er is echter nog een reden waarom God ons onze zin voor schoonheid heeft gegeven.
’Zijn hoedanigheden worden duidelijk gezien’
Het verdiepen van onze waardering voor de kunst in de natuur kan ons helpen onze Schepper te leren kennen, wiens werken ons omringen. Bij een bepaalde gelegenheid zei Jezus zijn discipelen de wilde bloemen die in Galilea groeiden eens goed te bekijken. „Leert een les van de leliën des velds,” zei hij, „hoe ze groeien; ze zwoegen niet en spinnen niet; maar ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet als een van deze getooid was” (Mattheüs 6:28, 29). De schoonheid van een onbetekenende wilde bloem kan dienen om ons eraan te herinneren dat God niet ongevoelig is voor de behoeften van de menselijke familie.
Jezus zei ook dat een mens beoordeeld kan worden naar zijn „vruchten” of werken (Mattheüs 7:16-20). Het is dan ook alleen maar te verwachten dat Gods kunstwerken ons inzicht zouden schenken in zijn persoonlijkheid. Wat zijn enkele van ’zijn hoedanigheden die van de schepping der wereld af duidelijk gezien kunnen worden’? — Romeinen 1:20.
„Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah!”, riep de psalmist uit. „Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt” (Psalm 104:24). Gods wijsheid is zelfs op te maken uit de kleuren die hij gebruikt heeft om de flora en fauna te „schilderen”. „Kleur is een lust voor de geest en de ogen”, zeggen Fabris en Germani in hun boek Colore, Disegno ed estetica nell’arte grafica. Harmonieuze en contrasterende kleuren, die een verrukking zijn voor het oog en de geest opvrolijken, zijn er overal. Maar het opvallendst zijn misschien wel de kleureffecten die ontstaan door iriseren — het vertonen van de kleuren van de regenboog — een treffend bewijs voor wijs ontwerp.
Iriserende kleuren komen vooral veel voor bij kolibries.a Wat maakt hun verenkleed zo oogverblindend mooi? Het bovenste derde deel van hun unieke veren splitst het zonlicht in verschillende regenboogachtige kleuren — min of meer zoals een prisma. De namen van enkele kolibriesoorten, zoals robijnkeeltje, saffiervleugel-, granaat- en topaaskolibrie, zijn illustratief voor de glinsterende rode, blauwe en groene tinten die deze ’vliegende edelstenen’ sieren. „Wat is het doel van de luisterrijke pracht van deze schitterende diertjes?”, vraagt Sara Godwin in haar boek Hummingbirds. „Voor zover de wetenschap kan vaststellen, heeft het geen enkel ander doel dan de kijker te imponeren”, antwoordt zij. Echt, geen menselijke kunstenaar heeft ooit zo’n palet gehanteerd!
Wij kunnen Gods kracht waarnemen in een donderende waterval, eb en vloed, de beukende branding of de hoge bomen van een woud meezwaaiend in een stormwind. Deze dynamische kunstwerken kunnen even indrukwekkend zijn als een rustig tafereel. De beroemde Amerikaanse natuurkenner John Muir beschreef eens het effect van een onweer op een groepje douglassparren in de Sierra Nevada van Californië:
„Hoewel ze nog betrekkelijk jong waren, hadden ze een hoogte van een meter of dertig, en hun lenige, borstelige toppen deinden en zwierden in wilde extase. . . . De slanke toppen zwaaiden en zwiepten hevig in de hartstochtelijke stortregen, buigend en achterwaarts en voorwaarts zwierend, rond en rond, niet te verwoorden combinaties van verticale en horizontale bochten beschrijvend.” Zoals de psalmist duizenden jaren geleden schreef, ’looft de stormachtige wind Jehovah’ — ze geeft ons een staaltje van zijn buitengewone kracht. — Psalm 148:7, 8.
Voor de Japanners is een vogel lang het symbool van de liefde geweest. Het is de prachtige Chinese kraanvogel, wiens sierlijke, ingewikkelde paringsdansen in een ballet niet zouden misstaan. Deze vogelartiesten worden zo hoog aangeslagen dat ze in Japan geclassificeerd zijn als een „bijzonder natuurmonument”. Daar kraanvogels paren vormen voor het leven en wel vijftig jaar of ouder kunnen worden, beschouwen Japanners ze als de belichaming van huwelijkstrouw.
Wat kunnen wij zeggen over Gods liefde? Interessant is dat de bijbel Jehovah’s liefdevolle bescherming van zijn loyalen vergelijkt met die van een oudervogel die zijn vleugels gebruikt om zijn jongen tegen de elementen te beschutten. In Deuteronomium 32:11 lezen wij over de arend die „zijn nest opwekt, boven zijn jongen blijft zweven, zijn vleugels spreidt, ze opneemt, ze draagt op zijn wieken”. De oudervogel doet dit om de jongen aan te moedigen het nest te verlaten en te vliegen. Hoewel het zelden wordt gezien, zijn er gevallen beschreven van arenden die hun jongen hielpen door ze op hun vleugels te dragen. — Psalm 17:8.
Als wij de natuur om ons heen van dichterbij bekijken, zien wij daarin bepaalde principes aan het werk die ook aspecten van Gods persoonlijkheid onthullen.
Variatie maakt het leven interessant
De verscheidenheid in Gods werk is iets wat onmiddellijk in het oog valt. De variatie aan planten, vogels, insekten en andere dieren is verbazingwekkend. Slechts een hectare tropisch woud kan plaats bieden aan 300 verschillende boomsoorten en 41.000 soorten insekten; drie vierkante kilometer kan het woongebied van 1500 soorten vlinders zijn en in één enkele boom kunnen 150 soorten torren huizen! Geen twee mensen zijn precies gelijk, en hetzelfde kan van eiken of tijgers worden gezegd. Oorspronkelijkheid, een kwaliteit die hoog aangeslagen wordt onder menselijke kunstenaars, is een wezenlijk kenmerk van de natuur.
Natuurlijk hebben wij slechts kort enkele aspecten van de kunst in de natuur genoemd. Door de natuur nauwlettender te bekijken, kunnen wij veel meer facetten van Gods persoonlijkheid onderscheiden. Maar om dat te doen, moeten wij gebruik maken van de artistieke gevoeligheid die God ons gegeven heeft. Hoe kunnen wij de kunst van de grootste Kunstenaar nog intenser leren waarderen?
[Voetnoot]
a Veel vlinders, zoals de felblauwe Morpho-vlinders van tropisch Amerika, hebben iriserende schubben op hun vleugels.
[Kader op blz. 7]
Wij moeten weten wie ons hier heeft neergezet
De bijbelvertaler Ronald Knox was eens in een theologisch debat verwikkeld met de geleerde John Scott Haldane. „Is het in een universum dat miljoenen planeten bevat”, redeneerde Haldane, „niet onvermijdelijk dat er op minstens een ervan leven voorkomt?”
„Meneer,” antwoordde Knox, „als Scotland Yard een lijk in uw hutkoffer zou vinden, zou u dan tegen hen zeggen: ’Er zijn miljoenen koffers in de wereld — het kan niet anders of in een ervan moet een lijk zitten’? Ik denk dat ze toch zouden willen weten wie het daar gedeponeerd had.” — The Little, Brown Book of Anecdotes.
Naast het bevredigen van onze nieuwsgierigheid is er nog een reden waarom wij moeten weten wie ons hier heeft neergezet — opdat wij Hem de eer kunnen geven die hem toekomt. Hoe zou een begaafd kunstenaar reageren als een arrogante criticus zijn werk beschreef als niets dan een ongeluk in een verfwinkel? Hoe zouden wij in dezelfde geest de Schepper van het universum nog erger kunnen beledigen dan door zijn werk toe te schrijven aan blind toeval?
[Verantwoording]
Met toestemming van ROE/Anglo-Australian Observatory, foto door David Malin
[Illustraties op blz. 8]
Een vlucht kraanvogels
Rotsschilderingen in Altamira, Spanje
[Illustraties op blz. 9]
Dolfijnen, kolibries en watervallen onthullen allemaal aspecten van de persoonlijkheid van de Grote Kunstenaar
[Verantwoording]
Godo-Foto
G. C. Kelley, Tucson, AZ
Godo-Foto