Van de wieg tot het graf hebben wij het meest behoefte aan liefde
Wij hebben het meest behoefte aan liefde. Als er geen liefde is, sterven baby’s, kwijnen bejaarden weg, krijgen ziekten hun kans. Er worden boeken over de liefde geschreven. Deelnemers aan groepstherapie, op zoek naar liefde, strelen en omhelzen elkaar. Films en toneelstukken vertekenen en verlagen de liefde. Degenen die seksuele betrekkingen hebben alleen omwille van de seks, noemen dat „de liefde bedrijven” en tonen dat ze die niet kennen. Een corrupte en gewelddadige wereld verwerpt als onpraktisch de enige soort liefde die haar zou kunnen redden. Toch hebben wij het meest behoefte aan die reddende liefde.
TIJDENS een ten behoeve van het bedrijfsleven gegeven cursus over intermenselijke betrekkingen vertelde de spreker over een ziekenhuiszaal met baby’s die geen ouders meer hadden. De baby’s, in hun lange rij bedjes, werden ziek en sommigen van hen stierven — behalve de baby in het laatste bedje. Met de baby in dat bedje ging het altijd goed. De dokter begreep er niets van. Allemaal werden ze gevoed, gebaad, warm gehouden — er was geen verschil in hun verzorging. Toch gedijde alleen de baby in het laatste bedje. De maanden gingen voorbij en telkens kwamen er nieuwe baby’s op de zaal. Maar steeds was het weer hetzelfde verhaal: Alleen de baby in het laatste bedje gedijde.
Ten slotte verborg de dokter zich op de zaal om te kijken of er soms iets gebeurde. Om middernacht kwam de werkster binnen en schrobde op haar knieën de vloer, van het ene eind tot het andere. Toen zij klaar was, stond zij op, strekte zich en wreef over haar rug. Toen liep zij naar het laatste bedje, nam de baby eruit en liep ermee de zaal rond terwijl zij hem knuffelde, tegen hem praatte en hem in haar armen wiegde. Zij legde hem weer in zijn bedje en vertrok. De volgende nacht zat de dokter weer op de uitkijk, en de nacht daarop weer. Iedere nacht gebeurde hetzelfde. Altijd werd de baby in het laatste bedje opgenomen, geknuffeld, werd er tegen hem gepraat en kreeg hij liefde. En bij alle nieuwe groepen baby’s die binnengebracht werden, was het altijd de baby in het laatste bedje die gedijde, terwijl de anderen ziek werden en sommigen van hen stierven.
Psychology Today zei dat „gedurende periodes van hersengroei bepaalde tekorten aan zintuiglijke waarnemingen — zoals het ontbreken van aanraking en gewiegd worden door de moeder — leiden tot een onvolledige of gebrekkige ontwikkeling van de neuronensystemen die de genegenheid regelen”. Van een liefhebbende moeder leert een baby wat liefde is. Binnen enkele minuten na de geboorte ontstaat er een binding tussen moeder en kind. Daarna wordt de band versterkt door liefdevolle wederzijdse contacten, zoals het boek Een gelukkig gezinsleven opbouwen dit op blz. 101 beschrijft:a
„De moeder buigt zich over de baby in zijn wiegje, legt haar hand op zijn lijfje en schudt hem zachtjes heen en weer terwijl zij haar gezicht dicht bij de baby houdt en misschien zegt: ’Ben je daar? Ben je daar?’ Natuurlijk verstaat de baby de woorden niet (die trouwens niet bepaald logisch zijn). Maar hij kronkelt en kraait van plezier, want hij beseft dat de spelende hand en de toon van de stem duidelijk tot hem zeggen: ’Ik houd van je! Ik houd van je!’ De baby voelt zich geborgen. Baby’s en kleine kinderen waarderen het wanneer hun liefde wordt betoond en zij zullen die liefde imiteren door hun armpjes om hun moeders hals te slaan en haar enthousiaste kusjes te geven. Zij zijn blij met de hartverwarmende emotionele reactie die zij hierop van hun moeder ontvangen. Zij beginnen de belangrijke les te leren dat het geluk schenkt om zowel liefde te geven als liefde te ontvangen en dat zij door liefde te zaaien, ook liefde zullen oogsten. — Handelingen 20:35; Lukas 6:38.”
In de loop der jaren is de behoefte van baby’s aan liefde door vele onderzoekingen bevestigd. Het tijdschrift Scientific American publiceerde het volgende bericht: „René Spitz van het New York Psychoanalytic Institute en zijn collega Katherine Wolf hebben de geschiedenis gevolgd van 91 baby’s in vondelingentehuizen in het oosten van de V.S. en Canada. Zij ontdekten dat de kleintjes zonder uitzondering blijken vertoonden van angstige spanningen en verdriet. Hun fysieke ontwikkeling liep achter en zij namen niet normaal in gewicht toe of verloren zelfs gewicht. Periodes van langdurige slapeloosheid werden afgewisseld met periodes van verregaande sufheid. Van de 91, aldus Spitz en Wolf, stierven er 34 ’in weerwil van goed voedsel en de nauwlettendste medische verzorging’.”
Een psychiater in Florida zei: „Een kind dat niet voldoende wordt aangehaald of geknuffeld, kan opgroeien tot een teruggetrokken, gereserveerd, eenzelvig mens. . . . Het lichamelijke contact tussen ouder en kind is zo’n essentiële factor in het grootbrengen van kinderen, dat in sommige gevallen kinderen die in hun eerste levensjaar niet werden aangehaald en geknuffeld, gewoon niet in leven bleven.”
Een rapport over de bevindingen van dr. James Prescott van het Amerikaanse National Institute of Health verklaarde: „Vanaf het moment van de geboorte blijven veel Amerikanen verstoken van iets dat zou kunnen verhinderen dat zij opgroeien tot misdadigers, geesteszieke of gewelddadige volwassenen. Dat ’iets’ is aanraking en fysieke uitingen van genegenheid — een soort ’zintuiglijk genot’ waaraan mensen even dringend behoefte hebben als aan voedsel.” Psychology Today stemt hiermee in. Over de behoefte die een baby heeft aan fysiek contact en gewiegd worden, verklaart dit blad: „Aangezien dezelfde systemen hersencentra beïnvloeden die met gewelddadigheid te maken hebben, . . . kan het in dit opzicht ’misdeelde’ kind als volwassene moeite hebben met het beheersen van gewelddadige neigingen.”
In de Journal of Lifetime Living werd eens gezegd: „De psychiaters zijn in hun sombere strijd tegen geestesziekten uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat de grootste gemene deler in het ontstaan van alle geestesziekten gebrek aan liefde is. De kinderpsychologen die harrewarden over geprogrammeerde of vrije voedingstijden, en over slaan of niet-slaan, hebben ontdekt dat het allemaal niet zoveel uitmaakt zolang het kind maar liefde krijgt. De sociologen hebben ontdekt dat liefde het antwoord is op jeugdmisdadigheid, de criminologen hebben ontdekt dat ze het antwoord is op de misdaad, de politieke wetenschappers dat ze het antwoord is op oorlog.”
Zij mogen dan het antwoord gevonden hebben, het is duidelijk dat zij er niets mee hebben gedaan. Dr. Claude A. Frazier waarschuwde dat als onze technologische samenleving niet door liefde menselijk wordt gemaakt, „het alternatief, zoals wij inmiddels beslist wel zullen kunnen begrijpen, een natie is van steden die een jungle van haat zijn geworden, van gezinnen die verscheurd worden door bittere conflicten, van jonge mensen die trachten te vluchten in drugs en de dood, en een wereld die elk moment zichzelf kan vernietigen”.
Dr. Frazier zei ook: „Als medicus constateer ik dat een veelzeggend aantal van de patiënten die ik dagelijks te zien krijg, aan ziekten lijdt die althans ten dele worden beïnvloed door deze emotionele hongersnood. . . . De ziekten die gewoonlijk in dit verband worden genoemd, zijn kwalen als hoofdpijn, rugklachten, maagzweren, hartziekten. Sommige medische onderzoekers voegen aan deze lijst echter ook grimmige ziekten als kanker toe.”
Juist zoals menselijke relaties waarin zorg en liefde tot uitdrukking komen, heilzaam zijn voor onze gezondheid, zo kan gebrek aan kameraadschap nadelig zijn. De druk van de hedendaagse levenswijze, uiteengevallen en één-oudergezinnen, emotioneel verwaarloosde kinderen, de manie voor materiële dingen, de ineenstorting van de moraal, het verdwijnen van echte waarden — dat alles draagt bij tot de instabiliteit en de eenzaamheid die onze gezondheid schaden. In zijn boek The Broken Heart — The Medical Consequences of Loneliness gaat James J. Lynch hier uitvoerig op in. „De prijs die wij betalen omdat wij geen begrip hebben voor onze biologische behoefte aan liefde en menselijk gezelschap”, zo zegt hij, „kan uiteindelijk worden opgeëist van ons eigen hart en onze eigen bloedvaten. . . . In ons hart manifesteert zich een biologische basis voor onze behoefte aan liefdevolle menselijke betrekkingen, en indien wij nalaten daarin te voorzien, doen wij dat met gevaar voor onszelf.”
De hoeveelheid cholesterol in ons bloed wordt niet alleen in verband gebracht met het voedingspatroon maar ook met emotionele spanningen. Bovendien kan stress de bloeddruk verhogen. Hart- en vaatziekte vormt de oorzaak van 55 procent van de sterfgevallen in de Verenigde Staten, en eist een zwaardere tol onder alleenstaanden. Lynch verklaart: „De mortaliteit van hartziekten onder ongehuwde volwassen Amerikanen is treffend: het sterftecijfer ten gevolge van hartziekten ligt twee- tot vijfmaal zo hoog voor ongehuwde personen, hetzij gescheiden, weduwe, weduwnaar of vrijgezel, als voor gehuwde Amerikanen.” Recente wetenschappelijke studies geven te kennen dat eenzaamheid het immuunstelsel van het lichaam kan aantasten, waardoor het vatbaarder wordt voor ziekte. Eenzaamheid is gevaarlijk voor uw gezondheid. Zelfs Adam in zijn paradijstuin voelde een gemis. God zag dat het niet goed was dat de mens alleen was en gaf hem Eva. — Genesis 2:18, 20-23.
Indien wij in een donkere en geluidloze omgeving geïsoleerd zouden worden, zouden wij geestelijk gedesoriënteerd raken. Wij hebben zintuiglijke waarnemingen nodig om niet ons verstand te verliezen. Omdat wij van nature behoefte hebben aan gezelschap, hebben wij de inbreng van andere mensen nodig. Wij hebben gezelschap nodig, zelfs al wordt er niet gepraat. Wij hebben een uitwisseling van gevoelens nodig. Vertroostende woorden zijn goed, maar gevoelloos gepraat verdrijft de eenzaamheid niet. Er kan communicatie plaatsvinden op een dieper niveau dan met woorden mogelijk is.
Dat is het geval bij de vrouw die bezorgd het gelaat van haar man bekijkt als hij verontrust is, en hem vanuit haarzelf een genezende kracht toezendt. Of bij de 75-jarige man op een intensive-care-afdeling die wist dat hij stervende was en die slechts één eenvoudige wens had — dat de vrouw die al 48 jaar zijn levensgezellin was, bij hem bleef. Hetgeen zij deed, terwijl zij voortdurend zachtjes zijn hand streelde en een kalme vredigheid naar hem uitstraalde die niet in woorden viel uit te drukken. Of, op een nog dieper niveau, bij de verpleegster die door zachtjes de hand vast te houden van een man die in een coma aan het beademingsapparaat ligt, zijn razend bonkende hart bedaart en de bloeddruk omlaagbrengt, en ons daarmee de kracht van de menselijke aanraking doet beseffen.
„Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf”, zei Jezus, de Mozaïsche wet aanhalend (Markus 12:31; Leviticus 19:18). Dat betekent geen zelfbewieroking of egocentriciteit, maar veeleer fouten erkennen, berouw hebben, vergeving vragen, proberen het beter te doen. Die benadering stelt ons in staat onszelf te respecteren en Gods vergiffenis te verkrijgen. „Gedachtig dat wij stof zijn”, vergeeft hij barmhartig, en zijn vergiffenis verlicht schuldgevoelens die wij anders op anderen zouden projecteren, waardoor wij onze verhouding met hen zouden bederven (Psalm 103:14; 1 Johannes 1:9). Op deze manier kunnen wij dus onszelf aanvaarden, onszelf liefhebben en dan anderen liefhebben als onszelf. Heb uzelf lief zonder volmaaktheid van uzelf te verlangen; heb anderen lief zonder volmaaktheid van hen te verlangen.
Deze soort liefde is het best te definiëren met wat ze wel en wat ze niet doet: „De liefde is lankmoedig en vriendelijk. De liefde is niet jaloers, ze snoeft niet, wordt niet opgeblazen, gedraagt zich niet onbetamelijk, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet geërgerd. Ze rekent het kwade niet aan. Ze verheugt zich niet over onrechtvaardigheid, maar verheugt zich met de waarheid. Ze verdraagt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen, verduurt alle dingen. De liefde faalt nimmer.” — 1 Korinthiërs 13:4-8.
Wilt u op deze prachtige manier liefde ondervinden? Zaai dan om te kunnen oogsten. Oefen die liefde zoals u een spier zou oefenen. Laat ze groeien, toenemen, totdat u er vol van bent, tot u het wordt. Bewijs dan door liefdevolle werken dat uw liefde levend is. „Beoefent het geven,” zei Jezus, „en u zal gegeven worden. Een voortreffelijke, aangestampte, geschudde en overlopende maat zal men in uw schoot storten. Want met de maat waarmee gij meet, zal men ook u meten” (Lukas 6:38). Door te geven zet u anderen tot geven aan, zodat allen in die vreugde delen. Zoals Jezus tevens zei: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35). De grootste vorm van geven is uzelf geven — uw tijd, uw aandacht, uw medeleven, uw begrip. U ’behandelt de mensen zoals u door hen behandeld wilt worden’ (Matthéüs 7:12, Groot Nieuws Bijbel). Communiceer. Deel in hun gevoelens, hun vreugden, zelfs hun tranen. En geef bovenal uzelf aan God. — Psalm 40:7, 8; Hebreeën 10:8, 9.
De bijbel zegt: „God is liefde” (1 Johannes 4:8). Velen brengen hiertegen in: ’Als God liefde is, waarom laat hij dan het kwaad toe?’ Het is zijn voornemen een eind te maken aan alle kwaad, maar hij wacht nog wegens zijn liefde voor ons: „Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, zoals sommigen traagheid beschouwen, maar hij is geduldig met u, omdat hij niet wenst dat er iemand vernietigd wordt, maar wenst dat allen tot berouw geraken” (2 Petrus 3:9). In zijn barmhartigheid laat hij het kwaad nu nog toe opdat berouwvolle mensen ermee kunnen ophouden en blijven leven (Ezechiël 33:14-16). Maar op zijn bestemde tijd zal hij een eind maken aan het kwaad door degenen die erin volharden te vernietigen. Hij zal oorlog doen ophouden door een eind te maken aan de oorlogshitsers; misdaad doen ophouden door de misdadigers te verwijderen; vervuiling doen ophouden door de vervuilers te verwijderen; grove immoraliteit, verkrachting, incest en andere perversies doen ophouden door degenen te verwijderen die zich daar met alle geweld aan willen overgeven. Aan alle kwaad zal een eind komen wanneer God een eind maakt aan allen die kwaad bedrijven. Daarin toont hij liefde voor degenen die in vrede en rechtvaardigheid willen leven (Psalm 37:10, 11; Spreuken 2:21, 22). Zoals iedere tuinman weet, moet het onkruid verdwijnen voordat de bloemen het goed kunnen doen.
Omdat God liefde is, schiep hij de aarde en plaatste de mens erop en stelde de rijkdommen van de aarde beschikbaar voor allen, zowel de goeden als de slechten: „Hij laat zijn zon opgaan over goddelozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Matthéüs 5:45). Omdat God liefde is, zal hij een eind maken aan ziekte en dood. Hij heeft reeds voorzien in een middel tot redding voor de gehele mensheid: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Johannes 3:16). Omdat God liefde is, „beveelt [hij] zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren” (Romeinen 5:8). Hele menigten maken God verwijten omdat hij het kwaad toelaat, terwijl zij er nota bene zelf met volle teugen van genieten, maar degenen die dankbaar zijn voor zijn liefde, reageren anders: „Wij hebben lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad.” — 1 Johannes 4:19.
In deze wereld heerst een tekort aan liefde voor God, en er heerst een tekort aan liefde voor de naaste, maar er heerst geen tekort aan Gods liefde voor de mens. En aan zijn liefde voor ons hebben wij het meest behoefte.
[Voetnoten]
a Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
[Inzet op blz. 4]
’Door liefde te zaaien, oogsten zij die’
[Inzet op blz. 5]
’De grootste gemene deler in het ontstaan van alle geestesziekten is gebrek aan liefde’
[Inzet op blz. 6]
Wij hebben zintuiglijke waarnemingen nodig om niet ons verstand te verliezen
[Inzet op blz. 7]
Deel in hun gevoelens, hun vreugden, zelfs hun tranen