Wat is er met onze bodem gebeurd?
BEWONERS van flats en appartementen aan betonnen galerijen hoog boven het asfalt van de grote steden krijgen er zelden iets van te zien. Stedelingen in eengezinswoningen met een grasveldje voor en achter schenken er weinig aandacht aan. De mensen in de buitenwijken hebben er alleen maar last van als ze er vuile sporen van in hun woning vinden.
Iedereen reageert er weer anders op. Jongens graven erin. Kleine meisjes bakken er zandtaartjes van. Moeders hebben er een gruwelijke hekel aan. Fabrikanten van wasmachines halen er een flinke winst uit. Bulldozermachinisten verdienen hun brood met het verplaatsen ervan. Boeren trekken hun ploeg erdoorheen, verbeteren de kwaliteit ervan en planten er gewassen in. Er wordt gebruik van gemaakt als stortplaats voor giftige chemicaliën, waardoor men er nog generaties lang niets aan zal hebben. De mensheid werd eruit gevormd. Wanneer wij de laatste adem uitblazen, worden wij erin begraven.
Van alle uitermate kostbare schatten der aarde is er geen zo misbruikt, verkeerd behandeld en als iets vanzelfsprekends beschouwd als die bovenste laag van de aardkorst waarin de plantengroei kan gedijen. In strijd met alle wijsheid heeft men die bodem overbeploegd, overbebouwd, overbemest en oververvuild.
De bodem is beschouwd als een onuitputtelijke hulpbron, even rijkelijk voorhanden als het zand aan de zeekust. Pioniers en kolonisten in nieuwe gebieden kochten voor een appel en een ei grond. Zij velden de bomen, verwijderden een groot deel van de plantengroei en trokken heuvelop-heuvelaf rechte voren om hun zaad uit te zaaien. Toen kwamen de regens, de geploegde voren veranderden in waterstromen en sleten uit tot diepe, het land doorkervende geulen, en het water voerde de bovengrond mee naar de rivierbeddingen en, na verloop van tijd, naar zee. Toen er geen goed land meer was, trokken zij verder, en met hun koppige talent om niet van hun fouten te leren, lieten zij een spoor van verwoest land achter zich. Intussen bleven de kolonisten komen en een aardlaag omploegen die te dun was om te beplanten. Binnen een geslacht was het land verwoest.
Veehouders lieten hun welig tierende kudden op het onbebouwde land grazen tot het een dorre woestenij werd. Dan kwamen de periodes van droogte. De bodemerosie, het kale land en de gierende winden schiepen de grote Dust Bowl van de jaren ’30, waarbij enorme landbouwgebieden van vijf staten in het midden-westen van Amerika werden verwoest. Het stof woei in wolken kilometers hoog in de lucht, van horizon tot horizon. Het drong door de kieren langs deuren en ramen. Het stapelde zich in hoge hopen op in straten en velden, bedekte schuren, trekkers en landbouwgereedschap.
Miljoenen hectaren landbouwgrond werden verwoest door bodemerosie. De kostbare bovengrond, waarvan volgens experts in ettelijke honderden jaren slechts een laagje van 2,5 cm wordt geproduceerd, werd nu in luttele maanden weggevoerd door water en wind.
Eindelijk leerde de mens iets van zijn fouten. Er werden nationale organisaties voor bodembescherming opgericht om de boeren te helpen hun land voor erosie te behoeden. De contourbouw werd ingevoerd. Daarbij worden diepe voren geploegd langs de hoogtelijnen van de heuvelhellingen in plaats van heuvelop-heuvelaf. Deze methode stelde het water in staat in de geulen af te vloeien en in de grond te zinken in plaats van weg te stromen en de bovengrond mee te voeren. Deskundigen trokken her en der het land door om de boeren de noodzaak van contourbouw aan te tonen en konden daardoor miljoenen hectaren bovengrond voor verdwijning behoeden.
Was dit echter het wondermiddel dat nodig was om deze voortwoekerende bodemerosie een halt toe te roepen? Dragen de beheerders van Gods goede aarde, nu het jaar 1986 ten einde loopt, zo’n vijftig jaar na het beruchte ’Dust Bowl’-tijdperk, op gepaste wijze zorg voor het land? Wat tonen de berichten uit de hele wereld aan?
Toenemend verlies aan grond
Alleen al Amerika wordt door het verlies aan grond met een thans nog ernstiger crisis geconfronteerd. „Van onze huidige 170 miljoen hectare produktieve landbouwgrond”, zo schrijft het tijdschrift National Wildlife in de uitgave van februari/maart 1985, „gaat op 39 miljoen hectare de bodemerosie meer dan tweemaal zo snel als het ’toelaatbare niveau’ — het tempo waarin de grond op natuurlijke wijze vervangen kan worden. Van nog eens 36 miljoen hectare verdwijnt de grond in een tempo van één- tot tweemaal dat toelaatbaarheidsniveau. In totaal verliest bijna 40 procent van ons landbouwgebied grond. In Iowa is op sommige plaatsen de bovengrond die eens 30 cm dik was, thans nog slechts 15 cm dik. Een tiende van de rijke tarwestreek Palouse in het oosten van Washington is alle bovengrond kwijt. In gedeelten van Noord-Missouri is de helft van de bovengrond verdwenen en vindt er nog steeds erosie plaats in een tempo van zo’n vijfmaal de vervangingssnelheid.”
Niet alle bodemerosie wordt veroorzaakt door harde winden, zoals het geval was in het ’Dust Bowl’-tijdperk, en zoals thans in een groot deel van Afrika gebeurt. Vooral in de Verenigde Staten is de erosie voor het grootste deel veroorzaakt door regens. Volgens het Amerikaanse Ministerie van Landbouw tonen de berichten over het jaar 1977 aan dat naar schatting 5,8 miljard ton bovengrond van landbouwgronden, braakland, wouden en bouwterreinen is weggespoeld. Het merendeel van dit verlies aan aarde werd verhaast door menselijke activiteiten. „Terreinvoertuigen hebben in enkele jaren in bepaalde delen van Californië meer grond weggeschuurd dan de natuur in 1000 jaar zal vervangen”, zei een deskundige.
Hoe staat het met de les die een halve eeuw geleden werd geleerd — het toepassen van contourbouw en het aanleggen van windsingels? Teneinde gelijke tred te houden met de vraag naar graan van de buitenlandse markten in het begin van de jaren ’70, vooral van Russische zijde, werden Amerikaanse boeren aangemoedigd te ploegen „van omheining tot omheining”. Onmiddellijk reageerden zij door hun graanproduktie tot het uiterste op te voeren, en alle voorzichtigheid overboord werpend schoven zij met hun bulldozers de erosieterrassen weg en haalden de bomenrijen omver die dienst deden als windsingel en de bodem in bedwang hielden. Zij beploegden onbruikbaar land en ploegden heuvelop-heuvelaf en gaven de brui aan wisselbouw — een beproefde methode om de bodem te behouden. Van braakland dat volgens vele experts te droog was voor landbouwdoeleinden, werd 1,6 miljoen hectare toch door de ploeg gekeerd.
Ja, de boeren haalden een recordoogst aan koren binnen en daarmee een groter inkomen. Maar helaas kwamen na de mooie winsten de jammerklachten van diezelfde boeren toen zij beseften dat hun landbouwgronden door erosie verdwenen, bij tonnen tegelijk. Gepubliceerde rapporten zeggen dat de Verenigde Staten thans 5,4 miljard ton bovengrond per jaar verliezen.
„De gevolgen van zulke acties zouden in de komende jaren wel eens reusachtig kunnen zijn”, schrijft het tijdschrift National Wildlife. „Onze wereld heeft al honger. Indien, zoals de experts geloven, een derde van alle landbouwgrond sneller door erosie wordt aangetast dan de natuur voor vervanging kan zorgen, verliezen wij produktiviteit. Wij kunnen wel hetzelfde aantal hectaren bebouwen, maar naarmate de aardlaag dunner wordt, zullen wij er minder voedsel van oogsten.”
Een wereldcrisis
Volgens een bericht uit 1985 van het Worldwatch Institute verliest de wereld meer dan 23 miljard ton aarde per jaar. In het door hongersnood geteisterde Ethiopië, zo valt uit berichten op te maken, spoelt jaarlijks meer dan een miljard ton aarde van het land weg. „Een milieuramp die zich voor onze ogen ontvouwt . . ., een gevolg van de handelingen van miljoenen Ethiopiërs in hun strijd om het naakte bestaan”, zegt een rapport dat werd uitgebracht door het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling. Het voegt eraan toe: „Het oppervlak van geërodeerd land wordt opengeploegd, waardoor het nog verder achteruitgaat, de bomen worden geveld voor warmte en brandstof, en wat overblijft, is kaal land.”
„De landhonger in de Andeslanden — Bolivia, Chili, Ecuador en Peru — blijkt duidelijk uit het feit dat er, zonder terrassenbouw toe te passen, steeds hoger tegen de berghellingen landbouw wordt bedreven”, zo bericht het Worldwatch Institute. „Zelfs voor de oppervlakkige waarnemer is het duidelijk dat veel van de aarde op de steile pasgeploegde berghellingen weldra zal worden weggespoeld naar de stroombeddingen beneden, waarna slechts naakte rotsen en hongerige mensen zullen achterblijven.” In Brazilië dreigt een zelfde wijdverbreide erosie.
Aan de andere kant van de wereld wordt China geteisterd door een ernstig verlies aan aarde — elk jaar komt er 4,5 miljard ton in haar rivieren en stromen terecht. India verliest jaarlijks een 5,4 miljard ton bovengrond op een oppervlakte van 150 miljoen hectare. „Men is het er algemeen over eens dat in Italië in de afgelopen tien jaar twee miljoen hectare verloren zijn gegaan”, verklaart een Europees rapport. „En ook aan het feit”, aldus Worldwatch, „dat in de afgelopen twee decennia in Joegoslavië en Bulgarije het gebied waar graan wordt geoogst kleiner is geworden, valt af te lezen dat men geërodeerde, uitgeputte grond in landbouwgebieden met bergachtig terrein heeft opgegeven.” En zoals het in de rest van de wereld gaat, zo ook in de Sovjet-Unie — een bodemerosie op epidemische schaal, en het wordt nog erger, erkent het Laboratorium voor Bodemerosie van de Universiteit van Moskou.
Wat bodemverlies voor u betekent
Of u nu in een bedrijvige wereldstad of op een boerderij woont, u betaalt de prijs voor het bodemverlies. „Indien wij belangstelling hebben voor de voedselprijzen aan het eind van de eeuw,” zo zegt het Worldwatch Institute, „dienen wij naar het tempo van de bodemerosie in deze tijd te kijken. Hoe minder grond wij hebben, des te duurder zal het voedsel zijn.”
Nu de wereldbevolking misschien al de vijf miljard heeft bereikt en de druk van de bevolkingsexplosie zich ontlaadt op het land, zal de grond onstuitbaar verdwijnen. In China bijvoorbeeld, waar het verlies aan oogstland een groeiend probleem vormt, „proberen de autoriteiten thans land ter beschikking te houden door aan te moedigen tot crematie in plaats van begrafenis in de traditionele grafheuvels die overal op het platteland te zien zijn”, zo schrijft Lester R. Brown in het boek State of the World — 1985. „In dit dichtbevolkte land betwisten de doden en levenden elkaar de grond.”
In landen waar de bevolkingsexplosie gepaard gaat met een verbijsterend verlies aan grond kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Nergens is dit duidelijker dan in Afrika, waar de graanproduktie drastisch terugloopt en hongersnood een voortdurende bedreiging vormt. Volgens rapporten die in het boek State of the World — 1985 zijn gepubliceerd, was Afrika’s voedselproduktie nog in 1970 toereikend voor de eigen behoeften. Maar in 1984 werden zo’n 140 miljoen mensen — op een totaal van 531 miljoen — gevoed met graan uit het buitenland.
Naar verwachting zal de toestand in de komende jaren nog verslechteren. Waardoor dat verschil in slechts veertien jaar? „De achteruitgang is grotendeels toe te schrijven aan drie diepgewortelde tendensen”, schrijft State of the World — 1985, „de snelste bevolkingsgroei in de geschiedenis van welk werelddeel ook, de wijdverbreide bodemerosie en woestijnvorming, en het verzuim van Afrikaanse regeringen om de landbouw de benodigde steun te verlenen.”
Naar schatting 1,5 miljard mensen, ofte wel een derde van de wereldbevolking, leven in landen waar landbouwgrond en bodem snel afnemen. „Het lijkt ongelooflijk dat iets zo fundamenteels als de grond waarop wij staan in zo’n hoog tempo verdwijnt dat er aan het einde van de eeuw 32 procent per persoon minder zal zijn dan op het ogenblik”, schrijft het tijdschrift New Scientist. Naarmate onze bodem en landbouwgrond op de wind en in het water verdwijnen, zal het de wereld steeds moeilijker vallen haar explosief toenemende bevolking te voeden.
De experts zien geen oplossing. Het probleem verergert. Alleen Jehovah God kan de aarde herstellen tot een grondgebied dat zijn volle opbrengst zal schenken. Die tijd is nabij, en het zal, zoals zijn Woord belooft, een groots paradijs zijn, van horizon tot horizon, ja, tot de einden der aarde. — Psalm 72:1-8, 16.
[Illustratie op blz. 10]
Strooksgewijze beplanting tot behoud van grond en water
[Verantwoording]
U.S. National Archives
[Illustratieverantwoording op blz. 8]
U.S. National Archives
[Illustratieverantwoording op blz. 9]
U.S. National Archives