Kunt u zich dit herinneren?

Vond u dat de recente uitgaven van De Wachttoren praktische waarde voor u hadden? Waarom zou u dan aan de hand van het volgende uw geheugen niet eens toetsen?

◻ Wat bedoelde Jezus toen hij zei dat niemand zijn discipel kon worden tenzij hij ’zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, en zelfs zijn eigen ziel haatte’? (Lukas 14:26)

Jezus bedoelde niet dat een van zijn volgelingen zijn familieleden of zijn eigen ziel letterlijk moest haten. Hij bedoelde veeleer dat een discipel anderen of zijn eigen leven minder moest liefhebben dan hij Jezus liefheeft. — 1/1, blz. 8.

◻ Wat zijn de drie fundamentele factoren die tot het succes van zowel het vroege als het hedendaagse door de Getuigen verrichte zendingswerk hebben bijgedragen?

Eén ervan is persoonlijk contact met de mensen bij hen thuis. Nog een factor is de rechtstreekse en eenvoudige op de bijbel gebaseerde Koninkrijksboodschap. Een derde factor is de liefde die Christus onderwees en die de zendelingen in hun omgang met de mensen tentoonspreiden. — 1/1, blz. 13, 14.

◻ Waarom heeft God het Wetsverbond tijdelijk aan het Abrahamitische verbond toegevoegd?

Het Wetsverbond liet uitkomen dat de Israëlieten zondaars waren die een permanente priester en een volmaakt offer nodig hadden. Het beschermde de geslachtslijn van het Zaad en vormde een hulp om te identificeren wie dat Zaad was. Het toonde ook aan dat God te eniger tijd een natie van koning-priesters zou hebben. — 1/2, blz. 16.

◻ Wat zijn zeven progressieve goddelijke verbonden die tot eeuwige zegeningen voor ons allen leiden?

Het Edense verbond, het Abrahamitische verbond, het Wetsverbond, het verbond voor een priester gelijk Melchizédek, het Davidische Koninkrijksverbond, het nieuwe verbond en het Koninkrijksverbond. — 1/2, blz. 19.

◻ Verzwakken de duizenden variaties in de handschriften van de bijbel de bewering dat de bijbel het Woord van God is?

Nee. Bijbelgeleerden vertellen ons dat bijna al deze variaties van weinig betekenis zijn voor de tekst. Ze versterken eenvoudig het bewijs van de authenticiteit van de Schrift (Psalm 119:105; 1 Petrus 1:25). — 1/2, blz. 29, 30.

◻ Waaraan is het woord „agnostisch” ontleend, en hoe wordt het in de bijbel gebruikt?

„Agnostisch” is ontleend aan het Griekse woord a·gnoʹstos, dat „onbekend” betekent. Paulus gebruikte een vorm van dit woord toen hij in zijn toespraak tot de Atheners op een heidens altaar doelde dat „Aan een onbekende God” was gewijd (Handelingen 17:23). — 15/2, blz. 5.

◻ Hoe moeten wij handelen als het ons toeschijnt dat de een of andere schriftuurlijke raad op verschillende manieren kan worden opgevat?

Wij moeten de nederige inschikkelijkheid tonen die door de vroege christenen aan de dag werd gelegd en beslissingen en aanwijzingen van Gods gemeente aanvaarden (Handelingen 15:6-29). — 15/2, blz. 20.

◻ Wat bedoelde Jezus toen hij zei: „Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige rijkdom, opdat wanneer deze u ontvalt, zij u mogen ontvangen in de eeuwige woonplaatsen”? (Lukas 16:9)

Wij dienen de rijkdom die wij eventueel bezitten, ijverig te gebruiken om de Koninkrijksbelangen te ondersteunen en aldus vriendschap aan te kweken met Jehovah en zijn Zoon. Zij zijn de enigen die ons een plaats in de hemel of op een paradijsaarde kunnen geven wanneer stoffelijke rijkdom ons ontvalt of wanneer die vergaat. — 1/3, blz. 9.

◻ Welke drie dingen worden er van ons gevergd als wij voordeel willen trekken van het inzicht dat Jehovah beschikbaar stelt?

Wij moeten waardering hebben voor Jehovah’s organisatie; wij moeten Gods Woord en de verschafte hulpmiddelen die ons helpen het te begrijpen, geregeld bestuderen en wij moeten erover mediteren hoe wij de dingen die wij hebben geleerd, in ons dagelijks leven kunnen toepassen. — 15/3, blz. 14.

◻ Waarom gaven de Israëlieten uit de oudheid van zo’n groot gebrek aan inzicht blijk?

Zij dachten niet met waardering na over alle dingen die Jehovah voor hen had gedaan (Psalm 106:7, 13). — 15/3, blz. 17.

◻ Wat wordt afgebeeld door „de legers der ruiterij”, waarover in Openbaring 9:16 wordt gesproken?

Deze symbolische paarden beelden niet alleen het in aantal afnemende overblijfsel van gezalfden af, maar ook de in aantal toenemende, met krachtige stem predikende „grote schare” „andere schapen” (Openbaring 7:9; Johannes 10:16). — 1/4, blz. 19.