AFEK
(A̱fek) [Stroombedding].
1. Een stad die blijkbaar ten N van Sidon lag en waarover Jehovah tot Jozua zei dat ze tot de plaatsen behoorde die nog veroverd moesten worden (Joz 13:4). Ze wordt momenteel geïdentificeerd met Afaka (het huidige Afqa), ongeveer 39 km ten ONO van Beiroet. Ze ligt aan de bron van de Nahr Ibrahim, in de oudheid bekend als de rivier de Adonis, die bij Byblos in de Middellandse Zee uitmondt.
2. Een stad in het stamgebied van Aser maar die door deze stam niet in bezit genomen kon worden (Joz 19:24, 30). In Rechters 1:31 wordt ze Afik genoemd. Ze is geïdentificeerd met Tell Kurdaneh (Tel Afeq), ongeveer 8 km ten ZZO van Akko.
3. Een stad die, gezien de steden die er in één adem mee worden genoemd, kennelijk in de Vlakte van Saron lag. Haar koning behoorde tot de koningen die door Jozua werden gedood (Joz 12:18). Eeuwen later, maar nog voordat Saul als koning regeerde, legerden de Filistijnen zich daar voordat zij hun overwinning op Israël behaalden, dat zijn kamp bij het nabijgelegen Eben-Haëzer had opgeslagen (1Sa 4:1). Men denkt dat de stad gelegen heeft op de plaats van Ras el-ʽAin (Tel Afeq; niet hetzelfde als nr. 2) aan de bron van de rivier de Yarkon. Afek komt in Egyptische en Assyrische teksten voor. Men neemt aan dat de in Handelingen 23:31 genoemde stad Antipatris gebouwd werd op de plaats van het oude Afek. Josephus noemt in verband met Antipatris „een toren, die Afek heette” (De joodse oorlog, II, xix, 1). Silo, van waar uit de Israëlieten de ark van het verbond haalden, ligt ongeveer 35 km ten O daarvan.
4. Een stad die blijkbaar in de Vlakte van Jizreël tussen de steden Sunem en Jizreël lag. In de veldslag tussen de Filistijnen en de Israëlieten, waarin koning Saul de dood vond, hadden de Filistijnen zich aanvankelijk te Sunem opgesteld, terwijl de Israëlieten positie hadden gekozen op de berg Gilboa (1Sa 28:4). Het verslag geeft vervolgens te kennen dat de Filistijnen naar Afek oprukten, terwijl Israël afdaalde naar de bron bij Jizreël. Te Afek inspecteerden de asvorsten van de Filistijnen nu hun op de been gebrachte troepen en ontdekten toen dat David en zijn mannen in de achterhoede met Achis meetrokken. Davids manschappen kregen bevel de volgende ochtend de plaats te verlaten, en daarna trokken de Filistijnen op naar het slagveld te Jizreël (1Sa 29:1-11). Van daar uit dreven zij de verslagen Israëlieten weer de berg Gilboa op, waar de slachting werd voltooid en Saul en zijn drie zonen stierven. — 1Sa 31:1-8.
Sommige geleerden zijn van mening dat de gebeurtenissen die tot deze veldslag leidden, niet in chronologische volgorde geschreven zijn en identificeren daarom dit Afek met dat in de Vlakte van Saron. (Zie AFEK nr. 3.) Yohanan Aharoni is een voorstander van deze zienswijze en zegt: „Het relaas van deze oorlog is door de inlassing van het verhaal over David tot op zekere hoogte ingekort. Maar in grote trekken is het nog steeds te volgen. De Filistijnse heersers verzamelden hun troepen te Afek aan de bronnen van de Yarkon (1 Sam. 29.1) voordat zij naar Jizreël optrokken (vs. 11). Sauls troepen ’waren gelegerd bij de bron die te Jizreël is’ (vs. 1); op de vooravond van de veldslag stelden zij zich op de berg Gilboa op. De Filistijnen sloegen hun kamp tegenover hen te Sunem op (1 Sam. 28.4). De strijd eindigde in een Filistijnse overwinning, terwijl Saul en zijn drie zonen tijdens de aftocht op de Gilboa vielen.” — The Land of the Bible, vertaald en geredigeerd door A. Rainey, 1979, blz. 290, 291.
5. Een stad die in 1 Koningen 20:26 wordt genoemd als de plaats waar de Syrische Ben-Hadad II werd verslagen. De terugtrekkende Syriërs vluchtten naar de stad, waar echter de stadsmuur op 27.000 van hen kwam te vallen (1Kon 20:29, 30). Ook schijnt het de plaats te zijn die profetisch door de stervende profeet Elisa aan koning Joas werd aangewezen als het punt waar de Syriërs in de toekomst door toedoen van de Israëlieten nederlagen zouden lijden (2Kon 13:17-19, 25). Sommige geleerden plaatsen het in deze teksten genoemde Afek ongeveer 5 km ten O van de Zee van Galilea, waar het huidige dorp Afiq of Fiq ligt. Er zijn op die plek tot dusver echter geen overblijfselen gevonden uit oudere tijden dan de 4de eeuw v.G.T. Maar bij het naburige ʽEn Gev aan de oever van de Zee van Galilea zijn de overblijfselen van een grote versterkte stad uit de 10de tot 8ste eeuw v.G.T. ontdekt.