NIKOLAÜS
(Nikola̱üs) [Overwinnaar van het volk].
1. Een van de zeven bekwame mannen die na Pinksteren 33 G.T. door de gemeente aan de apostelen werden aanbevolen om als voedselverdelers te worden aangesteld teneinde een rechtvaardige en onpartijdige behandeling in de jonge gemeente in Jeruzalem te garanderen. Van de zeven wordt alleen Nikolaüs „een proseliet uit Antiochië” genoemd, waardoor te kennen wordt gegeven dat hij waarschijnlijk de enige niet-jood in de groep was, want de Griekse namen van de anderen waren zelfs onder geboren joden algemeen gebruikelijk. — Han 6:1-6.
2. De „sekte van Nikolaüs” (of Nikolaïeten) wordt in twee van de zeven in Openbaring hoofdstuk 2 en 3 opgetekende brieven aan de gemeenten veroordeeld. „De engel” van de gemeente in Efeze werd geprezen omdat hij „de daden van de sekte van Nikolaüs” haatte, die Christus Jezus ook haatte (Opb 2:1, 6). In de gemeente in Pergamum waren echter sommigen die ’aan de leer van de sekte van Nikolaüs vasthielden’; zij werden vermaand zich daarvan af te keren en berouw te hebben. — Opb 2:12, 15, 16.
Buiten datgene wat hier in de Openbaring over de sekte van Nikolaüs staat opgetekend, is er verder niets over bekend, noch over haar veroordeelde praktijken en leringen noch over haar oorsprong en ontwikkeling. Het voegwoord „zo”, dat onmiddellijk volgt op de verwijzing naar de immorele en afgodische levenswijze van de Israëlieten, waaraan zij zich overgaven tengevolge van „de leer van Bileam” (Opb 2:14, 15), zou op enige overeenkomst kunnen duiden, maar de Openbaring maakt een onderscheid tussen de twee. Er bestaat geen reden om, zoals sommige vroege kerkschrijvers dit hebben gedaan, de sekte in verband te brengen met Nikolaüs, de christen uit Antiochië (nr. 1), enkel omdat hij de enige in de bijbel genoemde persoon met die naam is. Ook is het ongegrond te beweren dat de een of andere sekte zijn naam heeft aangenomen om hun verkeerde handelwijze te rechtvaardigen. Het is waarschijnlijker dat Nikolaüs een in de bijbel niet-geïdentificeerde persoon was naar wie de goddeloze beweging genoemd werd.