God — Gokker of Schepper?
„HET lijdt geen twijfel dat veel wetenschappers fel gekant zijn tegen letterlijk alle metafysische, laat staan mystieke argumenten. Zij vinden het idee verachtelijk dat er een God zou bestaan, of zelfs een onpersoonlijk scheppend beginsel . . . Persoonlijk deel ik hun verachting niet.” Dat zegt Paul Davies, hoogleraar mathematische fysica aan de University of Adelaide, South Australia, in zijn boek The Mind of God.
Davies zegt ook: „Een zorgvuldig onderzoek wijst uit dat de wetten van het universum opmerkelijk gunstig zijn voor het ontstaan van een rijkdom en verscheidenheid [aan levensvormen]. In het geval van levende organismen schijnt hun bestaan af te hangen van een aantal gelukkige toevalligheden die door enkele wetenschappers en filosofen zijn toegejuicht als niets minder dan verbazingwekkend.”
Hij verklaart verder: „De wetenschappelijke speurtocht is een reis naar het onbekende. . . . Maar door dit alles heen loopt de vertrouwde draad van rede en orde. Wij zullen zien dat deze kosmische orde wordt geschraagd door vaste wiskundige wetten die nauw met elkaar verweven een subtiele en harmonieuze eenheid vormen. De wetten zijn van een elegante eenvoud.”
Davies besluit met de woorden: „Waarom precies Homo sapiens het vonkje verstand moet bezitten dat de sleutel tot het universum verschaft, is een groot raadsel. . . . Ik kan niet geloven dat ons bestaan in dit universum niets dan een gril van het lot is, een historische toevalligheid, een incidenteel bliepje in het grote kosmische drama. Onze betrokkenheid is te groot. . . . Het is echt de bedoeling geweest dat wij er zouden zijn.” Davies komt echter niet tot de conclusie dat er een Ontwerper is, een God. Maar tot welke conclusie komt u? Was het de bedoeling dat de mens bestond? Zo ja, wiens bedoeling was dat dan?
Sleutels tot het „raadsel”
In de bijbel geeft de apostel Paulus een aanwijzing voor de oplossing van wat Davies „een groot raadsel” noemt. Paulus wijst erop hoe God zich heeft geopenbaard: „Hetgeen omtrent God bekend kan zijn, [is] openbaar . . . onder hen [’mensen die de waarheid onderdrukken’], want God heeft het hun openbaar gemaakt. Want zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn” (Romeinen 1:18-20).a Ja, de oneindige variatie in levensvormen, hun ongelofelijke complexiteit en hun verfijnde ontwerp moeten iemand die nederig en respectvol is tot de erkenning brengen dat er een verheven macht, intelligentie of verstand bestaat, onmetelijk superieur aan alles wat de mens ooit heeft gekend. — Psalm 8:3, 4.
Paulus’ verdere woorden over degenen die God loochenen, stemmen tot nadenken: „Hoewel zij beweerden wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, . . . ja, zij die de waarheid van God hebben verruild voor de leugen en de schepping hebben vereerd en er heilige dienst voor hebben verricht in plaats van dit te doen jegens Degene die schiep, die gezegend is in eeuwigheid. Amen” (Romeinen 1:22, 25). Mensen die „de natuur” vereren en God loochenen, zijn beslist dwaas in Jehovah’s ogen. Zij zitten vast in het moeras van tegenstrijdige evolutietheorieën en komen daardoor niet tot een erkenning van de Schepper en de complexiteit en het ontwerp van zijn schepping.
„Een gigantische reeks toevalligheden”
Paulus schreef ook: „Zonder geloof [is het] onmogelijk hem [God] welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken” (Hebreeën 11:6). Geloof gebaseerd op nauwkeurige kennis, niet goedgelovigheid, kan ons doen begrijpen waarom wij bestaan (Kolossenzen 1:9, 10). Er is beslist sprake van goedgelovigheid wanneer sommige wetenschappers ons willen doen geloven dat het leven bestaat omdat het is „alsof wij een miljoen maal achtereen een miljoen gewonnen hadden in de loterij”.
De Britse geleerde Fred Hoyle theoretiseerde dat nucleaire reacties die tot de vorming van twee elementen hebben geleid die onontbeerlijk zijn voor het leven, koolstof en zuurstof, slechts door een gelukkige toevalligheid voor een uitgebalanceerde onderlinge verhouding van deze elementen hebben gezorgd.
Hij geeft nog een voorbeeld: „Indien de gezamenlijke massa’s van het proton en het elektron plotseling iets meer zouden worden in plaats van iets minder dan de massa van het neutron, zou het effect verwoestend zijn. . . . Overal in het Universum zouden alle waterstofatomen onmiddellijk uiteenvallen en neutronen en neutrino’s vormen. Beroofd van haar nucleaire brandstof zou de Zon uitdoven en instorten.” Hetzelfde zou gelden voor de miljarden andere sterren in het universum.
Hoyle besloot: „De lijst van . . . ogenschijnlijke toevalligheden van niet-biologische aard die onontbeerlijk zijn voor het bestaan van op koolstof gebaseerd leven en derhalve het menselijk leven, is lang en indrukwekkend.” Hij zegt: „Dergelijke [voor het leven onontbeerlijke] eigenschappen schijnen door het stramien van de wereld te lopen als een draad van gelukkige toevalligheden. Maar er zijn zo veel van deze eigenaardige toevalligheden die onontbeerlijk zijn voor het leven, dat er een uitleg nodig schijnt te zijn om ze te verklaren.” — Wij cursiveren.
Hij verklaarde ook: „Het probleem is, te bepalen of deze ogenschijnlijk toevallige aanpassingen werkelijk toevalligheden zijn of niet, en derhalve of het leven al dan niet een toevalligheid is. Geen enkele wetenschapper stelt graag zo’n vraag, maar ze moet nu eenmaal gesteld worden. Zou het kunnen zijn dat de aanpassingen door intelligentie ingegeven en opzettelijk zijn?”
Paul Davies schrijft: „Hoyle was zo onder de indruk van deze ’gigantische reeks toevalligheden’, dat hij zich geroepen voelde op te merken dat het was alsof ’de wetten van de kernfysica opzettelijk zijn uitgedacht met het oog op wat ze in de sterren teweegbrengen’.” Wie of wat is verantwoordelijk voor deze „gigantische reeks [gelukkige] toevalligheden”? Wie of wat heeft dit brokje planeet voortgebracht, waar het wemelt van een bijna oneindige verscheidenheid van miljoenen schitterend gevormde planten en dieren?
Het antwoord van de bijbel
De psalmist schreef zo’n drieduizend jaar geleden vol eerbied: „Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah! Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt. De aarde is vol van uw voortbrengselen. Wat deze zee betreft, zo groot en wijd, daarin is dat wat zich roert zonder tal, levende schepselen, zowel klein als groot.” — Psalm 104:24, 25.
De apostel Johannes zei: „Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen” (Openbaring 4:11). Het leven is niet het resultaat van blind toeval, van een kosmische loterij die toevallig voor miljoenen levensvormen een winnend lot heeft opgeleverd.
De simpele waarheid is dat God ’alle dingen heeft geschapen en dat ze vanwege zijn wil bestonden en werden geschapen’. Jezus Christus zelf zei tegen de Farizeeën: „Hebt gij niet gelezen dat hij die hen heeft geschapen, hen van het begin af als man en als vrouw heeft gemaakt?” Jezus kende de Schepper! Als Jehovah’s Meesterwerker had hij tijdens de schepping naast Hem gestaan. — Mattheüs 19:4; Spreuken 8:22-31.
Het vergt echter geloof en nederigheid om deze fundamentele waarheid over de Schepper te bevatten en te aanvaarden. Dat geloof is geen blinde goedgelovigheid. Het is gebaseerd op tastbare, zichtbare bewijzen. Ja, „[Gods] onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien”. — Romeinen 1:20.
Met onze huidige beperkte wetenschappelijke kennis kunnen wij niet verklaren hoe God heeft geschapen. Daarom moeten wij erkennen dat wij op het moment niet alles over de oorsprong van het leven kunnen weten of begrijpen. Wij worden hieraan herinnerd wanneer wij Jehovah’s woorden lezen: „Ulieder gedachten zijn niet mijn gedachten, noch zijn mijn wegen uw wegen . . . Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen, en mijn gedachten dan uw gedachten.” — Jesaja 55:8, 9.
De keuze is aan u: óf goedgelovig in de blinde en van toevalligheden afhankelijke evolutie geloven, in de talloze ’toevalstreffers’, óf geloven in de doelgericht en volgens ontwerp te werk gaande Schepper, Jehovah God. De geïnspireerde profeet zei met recht: „Jehovah, de Schepper van de uiteinden der aarde, is een God tot onbepaalde tijd. Hij wordt noch moe noch mat. Er is geen doorgronding van zijn verstand.” — Jesaja 40:28.
Waarin gaat u dus geloven? Uw beslissing zal veel uitmaken voor uw vooruitzichten op toekomstig leven. Als evolutie waar zou zijn, zou de dood totale vergetelheid betekenen, ondanks de misleidende argumenten uit de doolhof van de katholieke theologie, die probeert de „ziel” in de evolutie te introduceren.b De mens heeft geen onsterfelijke ziel om de onvermijdelijke klap van de sterfelijkheid te verzachten. — Genesis 2:7; Ezechiël 18:4, 20.
Indien wij aanvaarden dat de bijbel waar is en dat de levende God de Schepper is, dan is er de belofte van de opstanding tot eeuwig leven, volmaakt leven, op een aarde die in haar oorspronkelijke staat van evenwicht en harmonie is teruggebracht (Johannes 5:28, 29). Waar gaat u geloof in stellen? In de niet te geloven gok van Darwins evolutietheorie? Of in de Schepper, die doelgericht heeft gehandeld en dat nog steeds doet?c
[Voetnoten]
a „Vanaf Gods schepping van de wereld zijn zijn eeuwige macht en godheid — hoe onzichtbaar ook — voor het verstand te zien geweest in de dingen die hij heeft gemaakt.” — Romeinen 1:20, The Jerusalem Bible.
b Zie „Een blik op de wereld”, blz. 28, „Paus bekrachtigt opnieuw evolutie”.
c Zie voor een gedetailleerde bespreking van de kwestie het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping?, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
[Inzet op blz. 14]
Sommige evolutionisten zeggen in feite dat wij op aarde leven omdat het is „alsof wij een miljoen maal achtereen een miljoen gewonnen hadden in de loterij”.
[Kader/Illustratie op blz. 15]
Oneindige variatie en ontwerp
Insekten „Geleerden ontdekken jaarlijks 7000 tot 10.000 nieuwe insektesoorten”, vermeldt The World Book Encyclopedia. Toch „kan het zijn dat 1 miljoen tot 10 miljoen soorten nog op ontdekking wachten”. De Franse krant Le Monde, die wordt geciteerd in de Guardian Weekly, in een artikel van Catherine Vincent, spreekt van de soorten die gedocumenteerd zijn als een „zielig klein aantal vergeleken bij het feitelijke aantal . . . dat op ergens tussen de 5 en, onvoorstelbaar, 50 miljoen wordt geschat”.
Denk eens aan de verbazingwekkende insektenwereld — de bijen, mieren, wespen, vlinders, kakkerlakken, lieveheersbeestjes, glimwormen, termieten, motten, huisvliegen, libellen, muggen, zilvervisjes, sprinkhanen, luizen, krekels, vlooien — om maar ergens te beginnen! De lijst lijkt oneindig.
Vogels Wat valt er te zeggen over een bepaald vogeltje dat een gram of veertien weegt? „Stelt u zich eens voor hoe het jaarlijks ruim 16.000 kilometer aflegt van de boomgrens in Alaska naar de regenwouden van Zuid-Amerika en terug, hoe het daarbij over beboste bergtoppen scheert, wolkenkrabbers in steden omzeilt en grote uitgestrektheden open water in de Atlantische Oceaan en de Golf van Mexico oversteekt.” Welk ongelofelijke vogeltje is dat? „De sparrezanger [Dendroica striata], een onvermoeibare zangvogel met een trekvaardigheid die praktisch ongeëvenaard is onder de landvogels van Noord-Amerika” (Book of North American Birds). Opnieuw stellen wij de vraag: Is dit het resultaat van myriaden grillen van de natuur die toevallig goed uitgepakt zijn? Of is het een wonder van intelligent ontwerp?
Voeg bij deze voorbeelden de vogels die een schijnbaar eindeloos zangrepertoire hebben: de nachtegaal, in heel Europa en delen van Afrika en Azië bekend om zijn verrukkelijke zang; de noordelijke spotlijster van Noord-Amerika, een vogel die „een bekwaam imitator [is] en van buiten geleerde strofen in zijn lied opneemt”; de schitterende liervogel uit Australië met zijn „hoog ontwikkelde lied, met elementen van verbazingwekkend knappe imitatie”. — Birds of the World.
Daarnaast valt iemands mond open van verbazing bij het zien van de perfectie van de kleuren en de structuur van vleugels en veren bij zo veel vogels. Voeg daarbij hun bekwaamheid in het weven en bouwen van nesten, of dat nu op de grond is, boven op steile rotsen of in bomen. Zo’n aangeboren intelligentie moet wel indruk maken op de nederige geest. Hoe zijn ze tot bestaan gekomen? Is het toeval of ontwerp?
Het menselijk brein „Er zijn wellicht tussen de tien biljoen en honderd biljoen synapsen in de hersenen, en elk daarvan werkt als een heel kleine calculator die de als elektrische impulsen arriverende signalen registreert” (The Brain). Wij zijn geneigd het brein als iets vanzelfsprekends te beschouwen, maar het is een complex universum dat zijn plaats heeft in de beschermende schedel. Hoe komen wij aan dit orgaan, dat mensen in staat stelt tot denken, tot redeneren en tot het spreken van duizenden talen? Door miljoenen toevalstreffers? Of door intelligent ontwerp?
[Diagrammen op blz. 16, 17]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
VEREENVOUDIGD DIAGRAM VAN DE HERSENEN
Sensorische schors
Analyseert gewaarwordingsprikkels uit hele lichaam
Achterhoofdskwab
Verwerkt visuele signalen
Kleine hersenen
Regelen evenwicht en coördinatie
Premotorische schors
Regelt spiercoördinatie
Motorische schors
Helpt willekeurige bewegingen reguleren
Voorhoofdskwab
Betrokken bij redeneren, emoties, spraak, bewegingen
Slaapkwab
Verwerkt geluid; regelt aspecten van leren, geheugen, taal, emoties
[Diagram]
Uiteinde axon
Neurotransmitters
Dendriet
Synaps
[Diagram]
Neuron
Dendrieten
Axon
Dendrieten
Synaps
Neuron
Axon
„Er zijn wellicht tussen de tien biljoen en honderd biljoen synapsen in de hersenen, en elk daarvan werkt als een heel kleine calculator die de als elektrische impulsen arriverende signalen registreert.” — THE BRAIN
[Illustratieverantwoording op blz. 13]
Maan en planeten: NASA-foto