Alle dingen nieuw maken
„Degene die op de troon was gezeten, zei: ’Zie! Ik maak alle dingen nieuw.’ Ook zegt hij: ’Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.’” — OPENBARING 21:5.
1, 2. (a) Welke vraag stelde Salomo 3000 jaar geleden? (b) Waardoor schijnen Salomo’s woorden in deze tijd tegengesproken te worden?
„ER IS . . . niets nieuws onder de zon.” Dit zijn de woorden van de wijze koning Salomo. Vervolgens vroeg hij: „Bestaat er ook maar iets waarvan men kan zeggen: ’Zie dit eens; het is nieuw’?” (Prediker 1:9, 10) Hoe zouden wij die vraag in deze tijd beantwoorden?
2 Hebben de wetenschap en de technologie in deze twintigste eeuw niet veel nieuwe dingen voortgebracht? Kijk alleen eens naar de reiswereld, met haar straalvliegtuigen, haar auto’s met een groot motorvermogen en haar ’kogeltreinen’. Denk ook aan de verbazingwekkende vooruitgang in de telecommunicatie, het gebruik van satellieten en het lanceren van ruimteschepen die mensen werkelijk op de maan hebben gebracht. En wat valt er te zeggen van de moderne keukenapparaten, koelkasten en wasmachines, die in zoveel huizen prijken? Sommige mensen zullen geneigd zijn te zeggen: ’Wel, álles is nieuw onder de zon!’
3. Welke schokkende situatie heeft zich hier op aarde, „onder de zon”, ontwikkeld? (Lukas 21:25, 26; Psalm 53:1)
3 Maar wacht eens even! Onder de zon is ook iets afschuwelijks, iets heel verontrustends, te zien. Wat dan wel? Welnu, de aarde is een gewapend kamp geworden! Dit is begonnen in 1914, met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Voor het eerst werden er machinegeweren, vliegtuigen, tanks en onderzeeërs in de oorlogvoering gebruikt. Minder dan dertig jaar later volgde de Tweede Wereldoorlog. Deze was wat het verlies aan levens en bezittingen betreft, viermaal zo verwoestend als de Eerste Wereldoorlog. In deze oorlog werd op ontstellende wijze gebruik gemaakt van zelfs nog moorddadiger wapens — vlammenwerpers, napalmbommen en uiteindelijk de atoombom — de voorloper van de demonische kernwapens die nu niets minder dan het voortbestaan van de mensheid hier op aarde bedreigen.
4. (a) Op welk raamwerk doelde Salomo toen hij sprak over „niets nieuws”? (b) Hoe blijken Gods wijsheid en liefde uit wat hij „onder de zon” gedaan heeft en nog doen zal?
4 Kunnen wij dan werkelijk zeggen dat er „niets nieuws onder de zon” is? Ja, want al deze voortbrengselen vallen binnen het raamwerk van de stoffelijke wereld waarin de mensheid altijd heeft geleefd. Zelfs het feit dat de mens kernfusiebommen tot ontploffing brengt, is niets nieuws. Kernfusie vindt al miljarden jaren plaats in het inwendige van de zon. Dit is de bron van de voortdurende energiestroom die onze aarde verlicht, verwarmt en tot leven laat komen. Zonlicht werkt ook in op het chlorofyl in groene planten, waardoor de suikers en het zetmeel worden gevormd die de fundamentele voedselbron zijn voor talloze levensvormen rondom ons. Hoe dankbaar kunnen wij zijn dat de alwijze Schepper van de aarde er regelingen voor heeft getroffen dat er op zo’n beheerste, heilzame wijze kernenergie voor onze aarde vrijkomt! (Psalm 104:24) Hoewel goddeloze mensen plannen beramen om kernwapens te gebruiken voor massale afslachting, kunnen wij blij zijn dat God „hen [zal] verderven die de aarde verderven”. — Openbaring 11:18.
5. (a) Waarom kon Salomo terecht zeggen: „Er is . . . niets nieuws onder de zon”? (b) Hoe worden Salomo’s woorden door de levensstijl van de onvolmaakte mens bevestigd?
5 Salomo had het bij het rechte eind toen hij zei: „Er is . . . niets nieuws onder de zon.” Er is namelijk niets nieuws op het gebied van de materialen, de energiebronnen en de natuurwetten die de basis vormen voor het stoffelijke samenstel van dingen van de aarde. Deze zijn al heel lang een deel van Gods schepping (Psalm 24:1; Openbaring 4:11). Er is niets nieuws aan het opgaan en ondergaan van de zon, aan de weerpatronen en aan de natuurlijke kringloop waardoor de aarde van water wordt voorzien en het aanschijn ervan wordt vernieuwd. En wat de levensstijl van de onvolmaakte sterfelijke mens betreft, ondanks veranderingen in bepaalde uiterlijke vormen is er niets werkelijk nieuw. Zelfs in rijke samenlevingen wordt het leven voor velen een sleur en op de duur „afmattend”. Na zo’n zeventig of tachtig jaar geleefd te hebben, is de door zonde bezoedelde mens „op weg . . . naar zijn huis dat van lange duur zal zijn” — het graf. Salomo brengt het als volgt onder woorden: „Dat wat geschied is, dat is wat geschieden zal; en dat wat gedaan is, dat is wat gedaan zal worden; er is dus niets nieuws onder de zon.” — Prediker 1:4-9; 12:5.
„Een nieuwe schepping” onder de zon
6. (a) Waarom vallen er in de naaste toekomst geen nieuwe stoffelijke scheppingen te verwachten? (b) Hoe en wanneer ging Jehovah ertoe over iets „nieuws onder de zon” voort te brengen?
6 In stoffelijk opzicht is er inderdaad „niets nieuws onder de zon”; ook zal Jehovah tijdens de huidige 7000 jaar durende dag waarin hij met betrekking tot zijn scheppingswerken rust, geen nieuwe stoffelijke scheppingen voortbrengen. Maar toch is er wel degelijk iets nieuws verschenen onder de zon. Wanneer? In het jaar 2 v.G.T. verscheen Jehovah’s engel plotseling aan nederige herders in de buurt van Bethlehem om een verrassende aankondiging van iets nieuws te doen. Hij zei: „Ziet! ik maak u goed nieuws bekend omtrent een grote vreugde, die heel het volk ten deel zal vallen, want heden is u in Davids stad een Redder geboren, die Christus de Heer is.” Een menigte heilige engelen sloot zich vervolgens bij hem aan om God te loven met de woorden: „Glorie in de hoogste hoogten aan God, en op aarde vrede onder mensen van goede wil.” — Lukas 2:8-14.
7. (a) Wat voor „nieuws” gebeurde er bij Jezus’ doop? (b) Hoe opende Jezus de weg voor verdere ontwikkelingen?
7 Op dertigjarige leeftijd werd deze Redder in het water van de Jordaan gedoopt. Onmiddellijk gebeurde er weer iets nieuws onder de zon. Dit wordt in Lukas 3:21, 22 met deze woorden beschreven: „Terwijl [Jezus] bad, werd de hemel geopend en daalde de heilige geest in lichamelijke gedaante gelijk een duif op hem neer, en er kwam een stem uit de hemel: ’Gij zijt mijn Zoon, de geliefde; ik heb u goedgekeurd.’” Op dat moment werd Jezus „een nieuwe schepping”, een door de geest verwekte Zoon van God (2 Korinthiërs 5:17). Gedurende de volgende drie en een half jaar gaf Jezus een krachtig getuigenis omtrent Gods koninkrijk en bracht hij zijn eerste discipelen bijeen. Vervolgens verscheen Jezus, in 33 G.T., na zijn offerandelijke dood en zijn opstanding als een geestelijk wezen, „voor de persoon van God” ten einde de weg te openen voor verdere wonderbaarlijke ontwikkelingen hier op aarde, „onder de zon”. — Hebreeën 9:24; 1 Petrus 3:18.
8. Hoe werd er „een nieuwe schepping” voortgebracht?
8 Op de pinksterdag van dat jaar begon Jezus heilige geest op zijn getrouwe discipelen uit te storten, waardoor te kennen werd gegeven dat zij in eendracht met hem waren gebracht als zonen van God. De apostel Paulus spreekt in 2 Korinthiërs 5:17, 18 over deze „nieuwe schepping” met de woorden: „Indien iemand . . . in eendracht met Christus is, dan is hij een nieuwe schepping; de oude dingen zijn voorbijgegaan, zie! nieuwe dingen zijn ontstaan. Maar alle dingen komen van God, die ons door Christus met zich heeft verzoend en ons de bediening van de verzoening heeft gegeven.”
9. Aan welk doel beantwoordt de „nieuwe schepping”?
9 De apostel Petrus richt zich met de volgende woorden tot deze „nieuwe schepping”: „Gij zijt ’een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, een volk tot een speciaal bezit, opdat gij alom de voortreffelijkheden zoudt bekendmaken’ van degene die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht” (1 Petrus 2:9). Terwijl de leden van de koninklijke priesterschap hier op aarde zijn, maken zij ijverig „de grote daden van God” die met zijn Koninkrijksvoornemens verband houden, bekend. Zij die tot deze „nieuwe schepping” behoren en hun aardse loopbaan in rechtschapenheid beëindigen, worden opgewekt nadat Jezus tot Jehovah’s tempel is gekomen. — Handelingen 2:11; Romeinen 8:14-17; Maleachi 3:1, 2.
„De herschepping”
10. (a) Wat zei Jezus over een „herschepping”? (b) Waarin mogen de leden van de „nieuwe schepping” volgens de uitnodiging die zij ontvangen, delen?
10 Is deze „nieuwe schepping”, die met Jezus Christus is begonnen, echter het enige „nieuwe” dat „onder de zon” verschijnt? Volstrekt niet! Toen Jezus nog hier op aarde was, zei hij tot zijn discipelen: „Voorwaar, ik zeg u: In de herschepping, wanneer de Zoon des mensen plaats neemt op zijn glorierijke troon, zult gij die mij zijt gevolgd, ook zelf op twaalf tronen zitten en de twaalf stammen van Israël oordelen” (Matthéüs 19:28). De „kleine kudde” van Jezus’ beproefde en getoetste discipelen — in totaal 144.000 — ontvangt aldus de uitnodiging om met Jezus te delen in zijn koninkrijk en „op tronen [te] zitten om de twaalf stammen van Israël te oordelen”. — Lukas 12:32; 22:28-30; Openbaring 14:1-5.
11. Welke twee aspecten van Jezus’ offer werden op de Verzoendag afgeschaduwd, en hoe?
11 Wie zijn deze „twaalf stammen” eigenlijk? De regeling die Jehovah in het oude Israël had ingesteld met betrekking tot de Verzoendag, verschaft een sleutel. Elk jaar, op de tiende dag van de zevende maand, moest de hogepriester een stier offeren als een zondeoffer „ten behoeve van zichzelf en zijn huis”. Hierdoor werd afgebeeld hoe Jezus’ offer werd aangewend voor „zijn huis” van onderpriesters. Maar hoe stond het met de overige Israëlieten? De hogepriester wierp vervolgens het lot over twee bokken. Eén daarvan slachtte hij als „de bok van het zondeoffer, die voor het volk is”. Nadat hij de zonden van het volk over de tweede bok had uitgesproken, zond hij hem weg, de wildernis in. Wat er met deze twee bokken gebeurde, beeldde derhalve af dat Jezus ten behoeve van alle niet tot zijn priesterlijk huis behorende leden van de mensheid zijn levensbloed als een offer zou uitstorten en hun zonden volledig zou wegdragen. — Leviticus 16:6-10, 15.
12. Hoe wordt in een verklarend woordenboek uitgeweid over de betekenis van „de herschepping”?
12 In Matthéüs 19:28 hebben „de twaalf stammen van Israël” dezelfde betekenis. Hier wordt de uitdrukking in de ruimere zin gebruikt en van toepassing gebracht op de gehele mensheid buiten de door de geest verwekte onderpriesters van Jezus. An Expository Dictionary of New Testament Words, door W. E. Vine, definieert het hier gebruikte Griekse woord voor „herschepping”, pa·lin·ge·neʹsi·a, als „nieuwe geboorte . . . geestelijke regeneratie”, en voegt eraan toe: „In Matt[héüs] 19:28 wordt het woord in het gesprek van de Heer gebruikt in de ruimere betekenis, namelijk in de zin van het ’herstel van alle dingen’ (Hand. 3:21, Revised Version), wanneer Jehovah, als gevolg van de Tweede Komst van Christus, ’Zijn Koning op Zijn heilige berg Sion plaatst’ (Ps. 2:6) . . . Daardoor zal de wereld bevrijd worden van de macht en het bedrog van Satan en van de despotische en antichristelijke heersers van de natiën.”
13. (a) Wat geven verschillende bijbelvertalingen te kennen over de betekenis van pa·lin·ge·neʹsi·a? (b) Wat gaat er daarom „onder de zon” gebeuren?
13 In overeenstemming hiermee geven bijbelvertalingen het woord pa·lin·ge·neʹsi·a in de hier beschouwde schriftplaats op diverse manieren weer, zoals: regeneratie, nieuwe wereld, wedergeboorte, herschepping, komende wereld, tijd dat alles vernieuwd wordt, Nieuwe Schepping en nieuwe eeuw. Begrijpt u waar het hier om gaat? „De twaalf stammen van Israël”, die de gehele mensheid afbeelden, zullen door Christus en zijn loyale onderpriesters geoordeeld worden. Dit zal geschieden in samenhang met een herschepping, een grootse vernieuwing van alles wat Jehovah zich met betrekking tot deze aarde hier „onder de zon” heeft voorgenomen.
„De tijden van het herstel”
14. (a) Waarop moest Jezus volgens Handelingen 3:20, 21 wachten? (b) Hoe en wanneer is Jezus als Koning geïnstalleerd?
14 Wanneer vindt die herschepping plaats? In Handelingen 3:20, 21 spreekt Petrus over „Jezus, die . . . in de hemel zelf moet verblijven tot de tijden van het herstel van alle dingen, waarover God bij monde van zijn heilige profeten van oudsher heeft gesproken”. Dit wijst erop dat Jezus aan Gods rechterhand in de hemel moet wachten totdat „de bestemde tijden der natiën zijn vervuld” (Lukas 21:24; Psalm 110:1, 2). Daarna, in 1914, installeert Jehovah daadwerkelijk ’zijn koning op Sion, zijn heilige berg’. Welk herstel vindt vervolgens plaats? — Psalm 2:6.
15. (a) Wat gebeurde er „onder de zon” nadat Jezus op de troon was geplaatst? (b) Hoe zijn Matthéüs 25:31-34 en Jesaja 11:6-9 in vervulling gegaan?
15 Allereerst wordt er iets nieuws onder de zon gezien doordat de overgebleven getrouwe onderpriesters van Christus — de laatste leden van de „nieuwe schepping” — worden verzameld en aan het werk worden gezet om ’dit goede nieuws van het opgerichte koninkrijk te prediken’. Vervolgens wordt er „een grote schare . . . uit alle natiën” bijeengebracht om door „de grote verdrukking” heen gespaard te worden (Matthéüs 24:14; Openbaring 7:9, 14). In deze tijd scheidt de op de troon geplaatste Koning, Jezus Christus, de mensen van elkaar, „zoals een herder de schapen van de bokken scheidt”. „De schapen” zijn degenen die er blijk van geven welwillend te staan tegenover de Koning en zijn door de geest verwekte broeders van de „nieuwe schepping”. Deze „schapen” krijgen daarom de uitnodiging eeuwig leven in het aardse domein van Jehovah’s koninkrijk te beërven. Zij verheugen zich reeds in het geestelijk paradijs dat hier op aarde hersteld is. — Matthéüs 25:31-34, 46; Jesaja 11:6-9.
16. (a) Welk oordeelswerk is nu aan de gang? (b) Welk verder oordeel vindt er na Armageddon plaats?
16 De natiën en „de schapen” worden in deze tijd geoordeeld om te bepalen of zij het waard zijn de „grote verdrukking” te overleven (Matthéüs 24:21, 22). Is dit echter het oordelen waarnaar in Matthéüs 19:28 wordt verwezen? Neen, want na die verdrukking zullen Christus en zijn onderpriesters een verder oordeelswerk verrichten, namelijk het oordelen van de figuurlijke „twaalf stammen van Israël”, degenen die niet tot de koninklijke priesterschap behoren. Het getal „twaalf” duidt op een volledig aantal leden van de mensheid die geoordeeld zullen worden. Hiertoe behoren ook de overlevenden van „de grote verdrukking”, de nakomelingen die zij misschien nog zullen krijgen en de miljarden leden der mensheid die in de opstanding op aarde zullen terugkomen.
17. Wie worden er dan geoordeeld, en overeenkomstig welke „daden”?
17 Paulus zegt hierover in Handelingen 17:31 dat God „een dag [heeft] vastgesteld waarop hij voornemens is de bewoonde aarde in rechtvaardigheid te oordelen door een man [Christus Jezus] die hij heeft aangesteld, en hij heeft alle mensen een waarborg verschaft doordat hij hem uit de doden heeft opgewekt”. De „bewoonde aarde” na Armageddon, bestaande uit alle mensen die dan op aarde leven, zal niet worden geoordeeld op grond van de zonden die zij vroeger, gedurende het huidige samenstel van dingen, begaan hebben. Zij zullen veeleer ’ieder afzonderlijk worden geoordeeld overeenkomstig de daden’ die zij verrichten wanneer zij eenmaal de nieuwe aarde zijn binnengegaan en zich de voorziening die op grond van Christus’ loskoopoffer mogelijk is geworden, ten nutte maken. — Openbaring 20:13; Matthéüs 20:28; 1 Johannes 2:2.
18. (a) Wat zal er dan „onder de zon” verschijnen, zoals door Jesaja te kennen werd gegeven? (b) Welke belofte zal aldus worden vervuld, en wat kunnen wij in de vóór ons liggende eeuwigheid verwachten? (Romeinen 8:21)
18 Wat een schitterende dingen zullen er in die tijd onder de zon verschijnen! Het geestelijk paradijs zal uitgroeien tot een letterlijk paradijs, als vervulling van Jehovah’s oorspronkelijke voornemen met betrekking tot deze aarde. Onze God zegt ons dat ’de aarde zijn voetbank is’, een heiligdom waar hij aanbeden dient te worden, en hij verklaart ook: „De plaats van mijn voeten zal ik heerlijk maken” (Jesaja 66:1; 60:13). Dus hier onder de zon zal de aarde tot een heerlijk paradijs worden gemaakt, een hof van geneugte, waarin een volmaakte, vreedzame en verenigde mensheid haar God en Schepper voor eeuwig zal loven. „Getrouw en waarachtig” is Jehovah’s opwindende belofte: „Zie! Ik maak alle dingen nieuw”! (Openbaring 21:5) En wat een verbazingwekkende nieuwe scheppingen zal onze liefdevolle God in de vóór ons liggende eeuwigheid hier op aarde — ja, onder de zon — wellicht nog tot verrukking van zijn menselijke gezin voortbrengen!
Wat zou u antwoorden betreffende gebeurtenissen „onder de zon”? —
◻ In welk opzicht is er „niets nieuws”?
◻ Wanneer en hoe verscheen er „een nieuwe schepping”?
◻ Wat omvat „de herschepping”?
◻ Hoe vinden „de tijden van het herstel” voortgang, en met welk grootse resultaat?
[Illustratie op blz. 26]
Wat wordt de situatie van de zogenaamde beschaving op schokkende wijze toegelicht door het feit dat de wereld momenteel de kolossale som van 1,9 miljoen dollar per minuut aan bewapening besteedt! Dit is meer dan genoeg om alle mensen die thans in armoede leven, van voedsel, kleding en onderdak te voorzien. Aan de andere kant kan de voorraad megaton bommen alle vijf miljard mensen op aarde twaalfmaal vernietigen. Toch houden, naar verluidt, een half miljoen van ’s werelds knapste koppen zich bezig met het ontwikkelen van nog afgrijselijker vernietigingswapens.
[Verantwoording]
U.S. Army photo