Een volk dat wandelt in Jezus’ voetstappen
„Hebben wij niet in dezelfde geest gewandeld, in dezelfde voetstappen?” — 2 KORINTHIËRS 12:18.
1. Waarom is het vaak niet moeilijk om een getuige van Jehovah te herkennen?
„ALS groep zijn zij beleefd, zij tonen verantwoordelijkheidsgevoel en behalen goede resultaten op school. Dit kan niet van andere groepen worden gezegd.” Zo liet het hoofd van een lagere school in de Verenigde Staten zich uit. Over wie had hij het? De kinderen van Jehovah’s Getuigen die leerlingen op zijn school waren. En inderdaad hebben velen opgemerkt dat Jehovah’s Getuigen, en ook hun kinderen, vaak in bepaalde aspecten op andere Getuigen lijken. In de loop der jaren is het steeds duidelijker geworden dat zij in opmerkelijke mate één zijn in geloof en gedrag. De Getuigen zijn dus niet moeilijk te herkennen.
2. Wat was een karakteristieke hoedanigheid van de vroege christelijke gemeente, en wat had Paulus daarover te zeggen?
2 De eenheid van Jehovah’s Getuigen is iets ongewoons in deze verdeelde wereld. Maar ze valt niet moeilijk te begrijpen als wij bedenken dat zij zich allen beijveren om in Jezus’ voetstappen te wandelen (1 Petrus 2:21). Een dergelijke eenheid was ook een kenmerk van de eerste-eeuwse christenen. Bij een bepaalde gelegenheid hield Paulus de gemeente in Korinthe voor: „Nu vermaan ik u, broeders, door de naam van onze Heer Jezus Christus, dat gij allen in overeenstemming met elkaar spreekt en dat er geen verdeeldheid onder u is, maar dat gij nauw verenigd zijt in dezelfde geest en in dezelfde gedachtengang” (1 Korinthiërs 1:10). Paulus gaf ook geïnspireerde raad hoe men moest handelen met personen die niet bereid waren de christelijke eenheid te bewaren. — Zie Romeinen 16:17; 2 Thessalonicenzen 3:6.
3, 4. Hoe beschreef Paulus de eenheid tussen hemzelf en Titus, en wat was de basis voor deze eenheid?
3 Omstreeks 55 G.T. zond Paulus Titus naar Korinthe om assistentie te verlenen bij een inzameling voor behoeftige broeders in Judéa en mogelijk ook om te zien hoe de gemeente reageerde op Paulus’ raad. Toen Paulus later aan de Korinthiërs schreef, verwees hij naar Titus’ recente bezoek en vroeg: „Titus heeft zich toch geenszins ten koste van u bevoordeeld? Hebben wij niet in dezelfde geest gewandeld, in dezelfde voetstappen?” (2 Korinthiërs 12:18). Wat bedoelde Paulus met zijn vermelding dat zij „in dezelfde geest” en „in dezelfde voetstappen” wandelden?
4 Hij bracht onder woorden welke eenheid er tussen hem en Titus bestond. Titus had Paulus van tijd tot tijd op diens reizen vergezeld en daardoor ongetwijfeld veel van Paulus geleerd. Maar de eenheid die tussen die twee bestond, had een sterkere basis. Ze was gebaseerd op hun voortreffelijke verhouding met Jehovah en op het feit dat zij beiden in de voetstappen van Christus traden. Titus was een navolger van Paulus, zoals Paulus dat van Christus was (Lukas 6:40; 1 Korinthiërs 11:1). Het was dus Jezus’ geest en het waren Jezus’ voetstappen waarin zij wandelden.
5. Wat kan er verwacht worden van personen in deze tijd die navolgers zijn van Paulus en Titus omdat zij „in dezelfde geest” en „in dezelfde voetstappen” wandelen?
5 Het is dan ook niet vreemd dat christenen in deze twintigste eeuw, wandelend „in dezelfde geest” en „in dezelfde voetstappen” als Paulus en Titus, een ongeëvenaarde eenheid genieten. Het gebrek aan eenheid onder naam-christenen verraadt in feite dat zij namaak-christenen zijn, die niet wandelen in de voetstappen van de Leider die zij beweren te volgen (Lukas 11:17). Dit treffende verschil tussen ware christenen en hen die het slechts in naam zijn, kan op verschillende manieren geïllustreerd worden. Laten wij er vier van noemen.
De heiligheid van bloed
6, 7. (a) Welke juiste kijk op bloed is betrokken bij het wandelen in Jezus’ voetstappen? (b) Wat is het verschil tussen Jehovah’s Getuigen en anderen die tegenwoordig bloedtransfusies weigeren?
6 Omstreeks het jaar 49 G.T. zond het besturende lichaam van de eerste-eeuwse gemeente een brief uit die antwoord gaf op de vraag: Dienen niet-joodse christenen de wet van Mozes te gehoorzamen? De brief zei het volgende: „Het heeft de heilige geest en ons goedgedacht u geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: u te blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is en van hoererij” (Handelingen 15:28, 29). Merk op dat een van de „noodzakelijke dingen” het zich onthouden van bloed was. In Jezus’ voetstappen wandelen zou betekenen noch via de mond noch op enige andere wijze bloed in het lichaam op te nemen.
7 Dit beginsel is in de christenheid op flagrante wijze overtreden door de praktijk van het toedienen van bloedtransfusies. Het is waar dat in recente jaren een aantal personen is gaan beseffen dat bloedtransfusies risico’s voor de gezondheid inhouden, en ze om medische redenen heeft geweigerd. Dit is vooral zo sinds velen via een bloedtransfusie AIDS hebben opgelopen. Maar wie houden uit respect voor Gods wet de heiligheid van bloed hoog en doen dat als groep? Wanneer een patiënt er bezwaar tegen maakt een bloedtransfusie toegediend te krijgen, voor wat voor persoon houdt de arts hem dan automatisch? Zegt de arts niet gewoonlijk: ’U moet een van Jehovah’s Getuigen zijn’?
8. Hoe werd een Getuige in Italië gezegend voor haar vastberadenheid om zich te houden aan wat Gods wet in dit opzicht zei?
8 Antonietta woont in Italië. Ongeveer acht jaar geleden was zij ernstig ziek, en zij had een zo laag bloedgehalte dat artsen volhielden dat er bloedtransfusies nodig waren om haar leven te redden. Zij weigerde en werd hierin zowel door de artsen als familieleden tegengestaan. Zelfs haar twee zoontjes smeekten: „Mama, als je echt van ons houdt, neem dan bloed.” Maar Antonietta was vastbesloten getrouw te blijven, en gelukkig is zij niet gestorven. Toch was haar toestand zo ernstig dat een arts zei: „Wij kunnen niet verklaren waarom zij nog in leven is.” Maar toen er eenmaal een behandeling was gestart waartegen geen bezwaren bestonden, ging zij zo snel vooruit dat een andere arts opmerkte: „Ik kan het niet geloven — u had gewoon niet in zo’n korte tijd kunnen herstellen, zelfs niet als wij u 24 uur per dag bloed hadden ingepompt.” Op het moment is zij in de gewone pioniersdienst, en haar twee zoons, inmiddels 12 en 14, maken fijne vorderingen in de waarheid. Antonietta heeft op moedige wijze acht geslagen op wat als een van de „noodzakelijke dingen” was aangemerkt, de heiligheid van bloed. Alle getuigen van Jehovah huldigen datzelfde standpunt omdat zij in Jezus’ voetstappen wandelen.
Hoge morele maatstaven
9. Wat is een ander van de „noodzakelijke dingen” waaraan aandacht geschonken moet worden bij het treden in Jezus’ voetstappen, en wat gebeurt er met degenen die nalaten hier acht op te slaan?
9 Een ander van de „noodzakelijke dingen” waarop die brief van het eerste-eeuwse besturende lichaam de nadruk legde, was zich „te blijven onthouden . . . van hoererij”. In zijn eerste brief aan de Korinthiërs weidde Paulus hierover uit met de woorden: „Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen . . . zullen Gods koninkrijk beërven” (1 Korinthiërs 6:9, 10). Christenen helpen mensen die Jehovah willen dienen, zich van deze onreine praktijken vrij te maken. Zelfs leden van de gemeente die erdoor worden verstrikt, worden geholpen zich te zuiveren als zij zich omkeren en berouw hebben (Jakobus 5:13-15). Maar als een christen tot zulke vuile praktijken vervalt en weigert berouw te hebben, is daarop een heel duidelijk bijbels voorschrift van toepassing. Paulus werd er door God toe geïnspireerd te gebieden ’niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder is. Verwijdert de goddeloze man uit uw midden.’ — 1 Korinthiërs 5:11, 13.
10, 11. (a) Wie moeten de verantwoordelijkheid dragen voor de lage morele maatstaven in de christenheid, en waarom? (b) Hoe demonstreert de ervaring van een man op de Filippijnen dat Jehovah’s Getuigen als groep hoge morele maatstaven handhaven?
10 Ondanks dit duidelijke onderwijs is de christenheid doortrokken van immoraliteit. Geestelijken die de goddelijke maatstaven verwateren, zijn verantwoordelijk voor deze situatie, alsook degenen die lippendienst bewijzen aan bijbelse maatstaven maar nalaten er in hun gemeenten op moedige wijze de hand aan te houden. Niettemin wandelen Jehovah’s Getuigen als volk ook hierin in Jezus’ voetstappen.
11 Neem Jose, van de Filippijnen. Op zeventienjarige leeftijd stond hij al bekend als een herrieschopper en gokker. Hij was vaak dronken, leefde immoreel en belandde meermalen voor diefstal in de gevangenis. Toen kwam hij in contact met Jehovah’s Getuigen. „De studie van de bijbel veranderde mijn leven totaal”, zegt hij. „Ik drink en rook niet meer, en ik heb geleerd mijn drift te beheersen. Ik heb nu een zuiver geweten, omdat ik slechts één vrouw heb. Ik heb ook het respect van mijn buren gewonnen, die mij vroeger ’Jose, de beruchte’ en ’Jose, het spook’ noemden. Nu noemen zij mij ’Jose, de getuige van Jehovah’. Mijn zoon en mijn neef zijn dienaar in de bediening in de gemeente waar ik op het moment als ouderling en gewone pionier dien.” Jose en miljoenen andere christelijke getuigen van Jehovah wandelen in Jezus’ voetstappen als moreel reine christenen.
Neutraliteit
12. Op welke houding van ware christenen legde Jezus de nadruk in zijn gebed dat in Johannes hoofdstuk 17 staat opgetekend?
12 In het lange gebed dat Jezus opzond op de laatste avond dat hij met zijn discipelen samen was, noemde hij nog een manier waarop zijn volgelingen ’in zijn voetstappen zouden wandelen’. Sprekend over zijn discipelen zei hij: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Johannes 17:16). Dit betekent dat christenen neutraal zijn. In plaats van een aandeel te hebben aan politiek of conflicten tussen natiën, vertellen zij anderen over Gods koninkrijk, de enige oplossing voor de problemen van deze wereld. — Matthéüs 6:9, 10; Johannes 18:36.
13, 14. (a) Hoe verschilt de christenheid van Jehovah’s Getuigen in de kwestie van neutraliteit? (b) Hoe pakte het bewaren van politieke neutraliteit van de kant van een Getuige in Japan gunstig uit voor de hele broederschap?
13 Aan dit beginsel van neutraliteit wordt helemaal niet meer gedacht door de meeste leden van de christenheid, voor wie nationaliteit gewoonlijk belangrijker is dan religieuze binding. De veelgelezen rubriekschrijver Mike Royko wijst erop dat „christenen” nooit „te teerhartig [zijn] geweest om oorlogen tegen andere christenen te voeren”, waaraan hij toevoegt: „Waren zij dat wel geweest, dan zouden de felste oorlogen in Europa voor het overgrote deel nooit hebben plaatsgevonden.” Dat Jehovah’s Getuigen een strikte christelijke neutraliteit bewaren in tijden van oorlog, is een welbekend feit. Maar als personen die in de voetstappen van Jezus treden, zijn zij ook neutraal ten aanzien van sociale en politieke kwesties. Op deze wijze verstoort niets hun opmerkelijke wereldwijde eenheid. — 1 Petrus 2:17.
14 Hun neutraliteit levert soms onverwachte resultaten op. In het Tsoegaroe-district in het noorden van Japan worden verkiezingen heel serieus genomen. Maar Tosjio, adjunct-hoofd van de Afdeling Financiën van een plaatselijk regeringsbureau, weigerde vanwege gewetensbezwaren om enige bemoeienis te hebben met de herverkiezingscampagne van de burgemeester. Het gevolg was dat hij werd gedegradeerd tot een lage rang bij de Dienst Rioleringen. Een jaar later werd de burgemeester echter gearresteerd en gedwongen af te treden vanwege corrupte praktijken. Er werd een nieuwe burgemeester gekozen. Toen hij van Tosjio’s degradatie hoorde, gaf hij hem opnieuw een hoge bestuurspost en dit bracht zegeningen mee voor Tosjio’s christelijke broeders en zusters. Hoe dan wel? Tosjio legt uit dat het erg moeilijk is toestemming te krijgen om sportzalen voor iets anders dan sportevenementen te gebruiken. Maar in de positie die Tosjio thans bekleedt, „heeft Jehovah mij kunnen gebruiken” — zo luiden Tosjio’s eigen woorden — „om de beschikking te krijgen over dergelijke sportaccommodaties voor drie districtscongressen en vier kringvergaderingen”. Hij besluit: „Als wij maar getrouw blijven, zal Jehovah onvoorstelbare wegen openen om ons te gebruiken.”
Thuis
15. Hoe liet Jezus in de aangelegenheid van gezinsbetrekkingen een model na voor degenen die in zijn voetstappen treden?
15 Een ander terrein waar christenen ’in Jezus’ voetstappen treden’, is thuis. De bijbel maakt duidelijk dat Jezus’ voorbeeld het model moet zijn voor huiselijke betrekkingen, wanneer daarin wordt gezegd: „Weest aan elkaar onderworpen in de vrees van Christus. Laten vrouwen onderworpen zijn aan hun man als aan de Heer, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals ook de Christus het hoofd van de gemeente is . . . Ja, evenals de gemeente onderworpen is aan de Christus, zo moeten ook vrouwen het zijn aan hun man, in alles. Mannen, blijft uw vrouw liefhebben, evenals ook de Christus de gemeente heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd.” — Efeziërs 5:21-25.
16, 17. (a) Welke slechte situatie bestaat er in de christenheid ten aanzien van huiselijke betrekkingen? (b) Hoe alleen kunnen de gezinsrelaties verbeterd worden, zoals wordt aangetoond door de ervaring van een echtpaar in Brazilië?
16 Het grootste deel van de huidige christenheid negeert deze raad en is daarom vol totaal ontwrichte gezinnen. Het is heel gewoon als ouders al niet meer bij elkaar zijn, en conflicten tussen ouders en kinderen zijn vaak bijzonder ernstig. „Het gezin valt uiteen”, merkte een hoogleraar in de psychologie een aantal jaren geleden op. Kinderpsychologen, huwelijksadviseurs en psychiaters hebben slechts beperkt succes in het bijeenhouden van gezinnen die in gevaar verkeren. Maar Jehovah’s Getuigen doen erg hun best om bijbelse beginselen toe te passen en staan bekend om gezinsbetrekkingen die beter dan het gemiddelde zijn.
17 Aldemar bijvoorbeeld was luitenant bij de Braziliaanse militaire politie en had gezinsproblemen. Zijn vrouw verliet hem en was bezig een scheiding van tafel en bed te verkrijgen. Hij begon zwaar te drinken en deed zelfs een zelfmoordpoging. Later spraken zijn verwanten, die Jehovah’s Getuigen zijn, met hem over de bijbel. Wat hij hoorde, stond hem wel aan en hij begon te studeren. Omdat hij zijn leven in harmonie wilde brengen met het standpunt van neutraliteit waarvoor Jehovah’s Getuigen bekendstaan, verzocht hij uit het leger ontslagen te worden. Aldemar en zijn vrouw brachten hun huwelijksmoeilijkheden tot een oplossing door de bijbelse beginselen toe te passen die Aldemar leerde. Momenteel treden zij in de voetstappen van Jezus, en dienen Jehovah samen als gewone pioniers.
Gehoorzaam uit liefde
18. (a) Waarom worden Jehovah’s Getuigen in deze tijd geestelijk gezegend? (b) Hoe gaat Jesaja 2:2-4 nu in vervulling?
18 Het is duidelijk dat Jehovah’s Getuigen verenigd wandelen in de geest en in de voetstappen van Christus Jezus. Als individuen en als groep brengt dit hun geestelijke zegeningen (Psalm 133:1-3). De duidelijke blijken van de goddelijke zegen die op hen rust, hebben grote aantallen oprechte personen gemotiveerd om in harmonie met de profetie in Jesaja 2:2-4 te handelen. Alleen al in de afgelopen vijf jaar hebben 987.828 personen de noodzakelijke stappen gedaan om zich op te dragen en hebben zich vervolgens aangeboden voor de waterdoop. Op liefdevolle wijze heeft Jehovah geen willekeurige limiet gesteld aan het aantal personen dat dit kan doen voordat „de grote verdrukking” toeslaat! — Openbaring 7:9, 14.
19. (a) Wat zijn tastbare voordelen die uit het dienen van Jehovah kunnen voortvloeien, en hoe moeten ze worden bezien? (b) Wat is onze belangrijkste reden om Jehovah’s geboden te gehoorzamen?
19 Zoals de bovenvermelde ervaringen laten zien, gaan de geestelijke zegeningen die Gods volk geniet, vaak vergezeld van tastbare voordelen. Door zich te onthouden van roken, door een moreel rein leven te leiden en door de heiligheid van bloed te eerbiedigen, kunnen zij bijvoorbeeld vermijden bepaalde ziekten op te lopen. Omdat zij in harmonie met de waarheid leven, kunnen zij daar op economisch, sociaal of huiselijk vlak voordeel van hebben. Al dat soort tastbare voordelen worden gezien als zegeningen van Jehovah, en ze bewijzen dat Jehovah’s wetten praktisch zijn. Maar de mogelijkheid van het verkrijgen van dergelijke praktische voordelen vormt op zich niet de belangrijkste reden voor het gehoorzamen van Gods wetten. Ware christenen gehoorzamen Jehovah omdat zij hem liefhebben, omdat hij hun aanbidding waard is en omdat het doen van zijn wil het enige juiste is (1 Johannes 5:2, 3; Openbaring 4:11). Satan beweert juist dat mensen God uitsluitend om zelfzuchtige voordelen dienen. — Zie Job 1:9-11; 2:4, 5.
20. Hoe wandelen Jehovah’s Getuigen in deze tijd in dezelfde geest als drie getrouwe Hebreeuwse getuigen in oude tijd?
20 De hedendaagse getuigen van Jehovah wandelen in dezelfde geest als de drie getrouwe jonge Hebreeuwse getuigen uit Daniëls tijd. Toen dezen ermee werden bedreigd in een brandende vuuroven geworpen te worden, zeiden zij: „Als het moet, kan onze God die wij dienen, ons verlossen. Uit de brandende vuuroven en uit uw hand, o koning, zal hij ons verlossen. Maar zo niet [dat wil zeggen, zelfs als hij ons laat sterven], het worde u bekend, o koning, dat wij úw goden niet dienen, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, zullen wij stellig niet aanbidden” (Daniël 3:17, 18). Los van onmiddellijke tastbare voordelen of consequenties zullen Jehovah’s Getuigen ermee voortgaan nauwkeurig in Jezus’ voetstappen te treden, wetend dat eeuwig leven in Gods nieuwe wereld verzekerd is! Als een verenigd volk zullen zij „in dezelfde geest” en „in dezelfde voetstappen” blijven wandelen, wat er ook moge gebeuren!
Kunt u uitleggen
◻ waarom Jehovah’s Getuigen eenheid hebben?
◻ in welke opzichten Jehovah’s Getuigen verschillen van naam-christenen?
◻ wat de belangrijkste reden is waarom ware christenen Jehovah dienen?
◻ hoe Gods volk de voordelen beziet die voortvloeien uit het gehoorzamen van Jehovah?
[Illustratie op blz. 16]
Wanneer een patiënt bezwaar maakt tegen een bloedtransfusie, wordt hij gewoonlijk voor een getuige van Jehovah gehouden
[Illustratie op blz. 18]
Velen die zich christelijk noemen, zijn niet te teerhartig geweest om oorlog tegen elkaar te voeren — met de zegen van hun geestelijkheid