Gods dienstknechten — Een georganiseerd en gelukkig volk
„Gelukkig het volk dat Jehovah tot God heeft!” — PSALM 144:15.
1, 2. (a) Waarom heeft Jehovah het recht maatstaven voor zijn dienstknechten vast te stellen? (b) Wat zijn twee van Jehovah’s karakteristieke hoedanigheden die wij vooral dienen te willen nabootsen?
JEHOVAH is de Universele Soeverein, de almachtige God, de Schepper (Genesis 1:1; Psalm 100:3). Als zodanig heeft hij het recht de gedragsnormen voor zijn dienstknechten vast te stellen, aangezien hij weet wat het beste voor hen is (Psalm 143:8). En hij is hun Voornaamste Voorbeeld, wiens eigenschappen zij moeten navolgen. „Wordt . . . navolgers van God, als geliefde kinderen”, schreef een apostel. — Efeziërs 5:1.
2 Een karakteristieke hoedanigheid van God die wij dienen na te bootsen, heeft met organisatie te maken. Hij is „geen God van wanorde” (1 Korinthiërs 14:33). Wanneer wij nauwlettend gadeslaan wat God geschapen heeft, moeten wij wel tot de conclusie komen dat hij de meest georganiseerde Persoon in het universum is. Maar een andere karakteristieke hoedanigheid van God is geluk, want hij is „de gelukkige God”, en hij wil dat zijn dienstknechten hem ook daarin nabootsen (1 Timotheüs 1:11). Zijn organisatievermogen is dan ook in evenwicht met geluk. Aan de ene hoedanigheid wordt geen overheersende belangrijkheid toegekend ten koste van de andere.
3. Hoe legt de sterrenhemel getuigenis af van Gods organisatievermogen?
3 Alles wat Jehovah gemaakt heeft, van het oneindig grote tot het oneindig kleine, getuigt ervan dat hij een God van organisatie is. Beschouw bijvoorbeeld het zichtbare universum eens. Het bevat biljoenen sterren. Maar deze zijn niet lukraak in de ruimte verspreid. De astrofysicus George Greenstein merkt op dat „de sterren volgens een ordelijk patroon zijn gerangschikt”. Ze zijn georganiseerd in groepen die sterrenstelsels worden genoemd en waarvan sommige honderden miljarden sterren bevatten. En er zijn naar schatting miljarden sterrenstelsels! Ook de sterrenstelsels zijn georganiseerd, want telkens is een aantal ervan (variërend van enkele tot ettelijke duizenden) gegroepeerd in een cluster van sterrenstelsels. En men denkt dat de clusters van sterrenstelsels georganiseerd zijn in nog grotere eenheden, superclusters genaamd. — Psalm 19:1; Jesaja 40:25, 26.
4, 5. Geef voorbeelden van organisatie onder allerlei levensvormen op aarde.
4 De uitmuntende organisatie van Gods scheppingswerken is overal te zien, niet alleen in de zichtbare hemelen, maar ook op de aarde, met haar myriaden levensvormen. Over dit alles schreef Paul Davies, een hoogleraar in de natuurkunde, dat waarnemers „vol ontzag” zijn over de „indrukwekkendheid en de onvoorstelbaar complexe organisatie van de stoffelijke wereld”. — Psalm 104:24.
5 Beschouw eens enkele voorbeelden van de „onvoorstelbaar complexe organisatie” die in allerlei levensvormen wordt aangetroffen. De neurochirurg Joseph Evans zei over het brein en het ruggemerg van de mens: „De realiteit van een buitengewone orde is haast overweldigend.” Over de microscopisch kleine levende cel verklaarde de bacterioloog H. J. Shaughnessy: „De complexiteit en schitterende orde van de microbiologische wereld is zo prachtig geconstrueerd dat ze deel lijkt uit te maken van een door God verordend systeem.” En de moleculair bioloog Michael Denton zei over de genetische code (DNA) in een cel: „[DNA] is zo efficiënt dat alle informatie . . . die nodig is om het ontwerp van alle soorten organismen die ooit op de planeet hebben bestaan te specificeren, . . . op een theelepeltje zou passen en dan zou er nog plaats over zijn voor alle informatie in elk boek dat ooit geschreven is.” — Zie Psalm 139:16.
6, 7. Welke organisatie blijkt er onder geestelijke schepselen te bestaan, en hoe brengen zij waardering voor hun Maker tot uitdrukking?
6 Jehovah organiseert niet alleen zijn stoffelijke scheppingen, maar hij organiseert ook zijn geestelijke scheppingen in de hemel. Daniël 7:10 licht ons erover in dat engelen ten getale van ’tienduizend maal tienduizend vlak voor Jehovah bleven staan’. Honderd miljoen machtige geestelijke schepselen om hem te dienen, elk toegewezen aan zijn eigen werk! Het is duizelingwekkend te bedenken hoeveel bekwaamheid het vereist om zulke enorme aantallen te organiseren. Heel passend zegt de bijbel: „Zegent Jehovah, o gij zijn engelen, geweldig in kracht, die zijn woord volbrengt, door te luisteren naar de stem van zijn woord. Zegent Jehovah, al gij [hemelse] legerscharen van hem, gij zijn dienaren, die zijn wil doet.” — Psalm 103:20, 21; Openbaring 5:11.
7 Hoe schitterend georganiseerd en efficiënt zijn de werken van de Schepper! Geen wonder dat machtige geestelijke schepselen in het hemelrijk vol ontzag en onderdanig verklaren: „Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen.” — Openbaring 4:11.
8. Welke voorbeelden tonen aan dat Jehovah zijn dienstknechten op aarde organiseert?
8 Jehovah organiseert ook zijn dienstknechten op aarde. Toen hij in 2370 v.G.T. de vloed van Noachs dagen ontketende, overleefden Noach en zeven anderen deze vloed als een gezinsorganisatie. Tijdens de uittocht uit Egypte in 1513 v.G.T. voerde Jehovah verscheidene miljoenen leden van zijn volk uit slavernij en gaf hun een gedetailleerd wetsstelsel om hun dagelijkse aangelegenheden en hun aanbidding te organiseren. En later, in het Beloofde Land, werden tienduizenden van hen voor speciale dienst in de tempel georganiseerd (1 Kronieken 23:4, 5). In de eerste eeuw werden onder goddelijke leiding christelijke gemeenten georganiseerd: „Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangeliepredikers, sommigen als herders en leraren, met het oog op het terechtbrengen van de heiligen, voor het werk der bediening.” — Efeziërs 4:11, 12.
Hedendaagse dienstknechten eveneens georganiseerd
9, 10. Hoe heeft Jehovah zijn volk in onze tijd georganiseerd?
9 Op soortgelijke wijze heeft Jehovah zijn hedendaagse dienstknechten georganiseerd opdat zij zijn werk voor onze tijd — de prediking van het goede nieuws van zijn koninkrijk voordat hij een eind maakt aan dit huidige goddeloze samenstel van dingen — doeltreffend kunnen verrichten (Mattheüs 24:14). Beschouw eens wat er bij dit wereldomvattende werk betrokken is en hoe belangrijk goede organisatie is. Miljoenen mannen, vrouwen en kinderen worden opgeleid om de bijbelse waarheden aan anderen te onderwijzen. Als hulp bij deze opleiding worden er enorme hoeveelheden bijbels en op de bijbel gebaseerde publikaties gedrukt. Ja, elke uitgave van De Wachttoren heeft nu een oplage van ruim 16 miljoen exemplaren in 118 talen, en Ontwaakt! ongeveer 13 miljoen in 73 talen. Bijna alle uitgaven worden simultaan gedrukt, zodat vrijwel al Jehovah’s dienstknechten gelijktijdig dezelfde inlichtingen krijgen.
10 Bovendien zijn er over de hele wereld meer dan 73.000 gemeenten van Jehovah’s Getuigen georganiseerd om geregeld bijeen te komen voor bijbels onderricht (Hebreeën 10:24, 25). Ook zijn er elk jaar duizenden grotere bijeenkomsten — kringvergaderingen en districtscongressen. Tevens vindt er wereldwijd op grote schaal nieuwbouw of renovatie plaats van Koninkrijkszalen, congreshallen, Bethelhuizen en faciliteiten om bijbelse lectuur te drukken. Er zijn scholen voor de voortgezette opleiding van bijbelonderwijzers, zoals de Wachttoren-Bijbelschool Gilead voor zendelingen en de pioniersschool, die in landen over de hele aarde wordt gehouden.
11. Welk voordeel zal het voor de toekomst hebben om nu goede organisatie te leren?
11 Hoe goed heeft Jehovah zijn volk op aarde georganiseerd om, bijgestaan door de engelen die hem dienen, ’hun bediening ten volle te volbrengen’! (2 Timotheüs 4:5; Hebreeën 1:13, 14; Openbaring 14:6) Door zijn dienstknechten nu in goede organisatiemethoden te onderrichten, brengt God nog iets anders tot stand. Zijn dienstknechten worden goed voorbereid, zodat zij, wanneer zij het einde van dit samenstel van dingen overleven, reeds georganiseerd zijn om het leven in de nieuwe wereld te beginnen. Dan zullen zij, op georganiseerde wijze onder Jehovah’s leiding, met de opbouw van het wereldomvattende Paradijs beginnen. Zij zullen ook goed voorbereid zijn om Gods gedetailleerde vereisten voor leven te onderwijzen aan miljarden mensen die uit de dood zullen worden opgewekt. — Jesaja 11:9; 54:13; Handelingen 24:15; Openbaring 20:12, 13.
Georganiseerd maar gelukkig
12, 13. Waarom kunnen wij zeggen dat Jehovah wil dat zijn volk gelukkig is?
12 Ook al is Jehovah een verbazingwekkend werker en onvergelijkelijk organisator, hij is niet koel, star of mechanisch. Hij is daarentegen een zeer hartelijke, gelukkige Persoon, die zich om ons geluk bekommert. „Hij zorgt voor u”, verklaart 1 Petrus 5:7. Zijn zorg voor zijn dienstknechten en zijn wens dat zij gelukkig zijn, blijkt uit datgene wat hij voor de mens gemaakt heeft. Toen God bijvoorbeeld de volmaakte man en vrouw schiep, plaatste hij hen in een paradijs van geneugte (Genesis 1:26-31; 2:8, 9). Hij gaf hun alles wat zij nodig hadden om hen intens gelukkig te maken. Maar zij verloren dat alles door opstandigheid. Als gevolg van hun zonde hebben wij onvolmaaktheid en de dood geërfd. — Romeinen 3:23; 5:12.
13 Hoewel wij mensen thans onvolmaakt zijn, kunnen wij nog steeds geluk vinden in wat God gemaakt heeft. Er zijn vele dingen die ons vreugde schenken — majestueuze bergen; prachtige meren, rivieren, oceanen en stranden; bonte, geurige bloemen en andere plantengroei in een eindeloze verscheidenheid; een overvloed van smakelijk voedsel; spectaculaire zonsondergangen waar wij nooit genoeg van krijgen; de sterrenhemel die wij ’s nachts vol vreugde aanschouwen; de dierlijke schepping met haar enorme verscheidenheid en vertederende jongen met hun speelse capriolen; bezielende muziek; interessant en nuttig werk; goede vrienden. Het is duidelijk dat Degene die regelingen voor zulke dingen heeft getroffen, een gelukkig persoon is die het heerlijk vindt anderen gelukkig te maken.
14. Welk evenwicht vraagt Jehovah van ons wanneer wij hem navolgen?
14 Louter georganiseerde efficiëntie is dus niet wat Jehovah wil. Hij wil dat zijn dienstknechten net als hij gelukkig zijn. Hij wil niet dat zij fanatiek dingen organiseren ten koste van hun geluk. Gods dienstknechten moeten organisatorische bekwaamheden in evenwicht brengen met geluk, zoals hij dat doet, want waar zijn krachtige heilige geest is, daar is vreugde. Ja, Galaten 5:22 noemt als tweede vrucht van Gods heilige geest die ten aanzien van zijn volk werkzaam is, „vreugde”.
Uit liefde spruit geluk voort
15. Waarom is liefde zo belangrijk voor ons geluk?
15 Het is van groot belang op te merken dat de bijbel zegt: „God is liefde” (1 Johannes 4:8, 16). De bijbel zegt nooit: „God is organisatie.” Liefde is Gods voornaamste eigenschap, en zijn dienstknechten moeten hem daarin navolgen. Daarom is de eerste vrucht van Gods geest die in Galaten 5:22 wordt vermeld, „liefde”, en daarna komt „vreugde”. Uit liefde spruit vreugde voort. Wanneer wij Jehovah’s liefde navolgen in de wijze waarop wij anderen bejegenen, vloeit daar geluk uit voort, want liefdevolle mensen zijn gelukkige mensen.
16. Hoe demonstreerde Jezus de belangrijkheid van liefde?
16 De belangrijkheid van het navolgen van goddelijke liefde wordt beklemtoond in de leringen van Jezus. Hij zei: „Deze dingen spreek ik zoals de Vader mij heeft geleerd” (Johannes 8:28). Wat in het bijzonder werd Jezus geleerd dat hij op zijn beurt aan anderen leerde? Dat de twee grootste geboden zijn, God liefhebben en onze naaste liefhebben (Mattheüs 22:36-39). Jezus was het toonbeeld van die liefde. Hij zei dat hij ’de Vader liefhad’, en bewees dit door tot de dood toe Gods wil te doen. En hij toonde zijn liefde voor mensen door voor hen te sterven. De apostel Paulus zei tot de christenen in Efeze: ’Christus heeft u liefgehad en zich voor u overgeleverd’ (Johannes 14:31; Efeziërs 5:2). Jezus zei dan ook tot zijn volgelingen: „Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt net zoals ik u heb liefgehad.” — Johannes 15:12, 13.
17. Hoe toonde Paulus dat het tot uitdrukking brengen van liefde jegens anderen uitermate belangrijk is?
17 Paulus bracht tot uitdrukking hoe uitermate belangrijk deze goddelijke liefde is, door te zeggen: „Al spreek ik de talen van mensen en van engelen, maar heb geen liefde, dan ben ik een klinkend stuk koper of een schallende cimbaal geworden. En al heb ik de gave van profeteren en ben vertrouwd met alle heilige geheimen en alle kennis, en al bezit ik al het geloof, zodat ik bergen kan verzetten, maar heb geen liefde, dan ben ik niets. En al geef ik al mijn bezittingen om anderen te spijzigen, en al geef ik mijn lichaam over om te kunnen roemen, maar heb geen liefde, dan baat het mij in het geheel niet. . . . Nu blijven . . . geloof, hoop, liefde, deze drie; maar de grootste van deze is de liefde.” — 1 Korinthiërs 13:1-3, 13.
18. Wat kunnen wij van Jehovah verwachten als iets wat tot ons geluk bijdraagt?
18 Wanneer wij Jehovah’s liefde navolgen, kunnen wij rekenen op zijn liefde jegens ons, zelfs wanneer wij fouten begaan, want hij is „een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid” (Exodus 34:6). Indien wij oprecht berouw hebben wanneer wij fouten begaan, houdt God daar geen boek van bij maar vergeeft hij ons liefdevol (Psalm 103:1-3). Ja, „Jehovah [is] zeer teder in genegenheid en barmhartig” (Jakobus 5:11). Dat wij dit weten, draagt tot ons geluk bij.
Nu reeds een betrekkelijke mate van geluk
19, 20. (a) Waarom is het nu niet mogelijk volledig gelukkig te zijn? (b) Hoe laat de bijbel zien dat wij ons op dit moment in een betrekkelijke mate van geluk kunnen verheugen?
19 Is het echter mogelijk in deze tijd gelukkig te zijn, aangezien wij in de laatste dagen van deze van misdaad vervulde, gewelddadige, immorele wereld onder Satan leven, waar wij met ziekte en dood worden geconfronteerd? Natuurlijk kunnen wij nu niet de mate van geluk verwachten die in Gods nieuwe wereld zal bestaan, zoals zijn Woord voorzegt: „Ziet, ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen. Maar verheugt u uitbundig en weest blij voor eeuwig over wat ik schep.” — Jesaja 65:17, 18.
20 Waar Gods dienstknechten zich nu reeds in kunnen verheugen, is een betrekkelijke mate van geluk omdat zij zijn wil kennen en nauwkeurige kennis hebben van de schitterende zegeningen die weldra in zijn paradijselijke nieuwe wereld tot stand zullen komen (Johannes 17:3; Openbaring 21:4). Daarom kan de bijbel zeggen: „O Jehovah der legerscharen, gelukkig is de mens die op u vertrouwt”, „gelukkig is ieder die Jehovah vreest, die zijn wegen bewandelt”, „gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven” (Psalm 84:12; 128:1; Mattheüs 5:5). Dus ondanks de huidige moeilijke omstandigheden waarmee wij te kampen hebben, kan ons een aanzienlijke mate van geluk ten deel vallen. Zelfs wanneer ons ellendige dingen overkomen, worden wij niet bedroefd zoals degenen die Jehovah niet kennen en die niet de hoop op eeuwig leven hebben. — 1 Thessalonicenzen 4:13.
21. Hoe worden Jehovah’s dienstknechten gelukkig gemaakt doordat zij van hun tijd, energie en middelen geven?
21 Geluk valt Jehovah’s dienstknechten tevens ten deel omdat zij hun tijd, energie en middelen besteden aan het onderwijzen van bijbelse waarheden aan anderen, vooral aan mensen die ’zuchten en jammeren over alle gruwelen’ die in Satans wereld worden bedreven (Ezechiël 9:4). De bijbel zegt: „Gelukkig is een ieder die de geringe consideratie betoont; op de dag van rampspoed zal Jehovah hem ontkoming verschaffen. Jehovah zelf zal hem behoeden en hem in het leven houden. Hij zal gelukkig geprezen worden op de aarde” (Psalm 41:1, 2). Zoals Jezus zei, „is [het] gelukkiger te geven dan te ontvangen”. — Handelingen 20:35.
22. (a) Stel wat geluk betreft, Gods dienstknechten tegenover degenen die hem niet dienen. (b) Om welke speciale reden dienen wij te verwachten dat wij gelukkig zullen zijn?
22 Dus hoewel Gods dienstknechten op dit moment niet de hoogste mate van geluk kunnen verwachten, kunnen zij een geluk verwerven waarin degenen die God niet dienen, zich niet verheugen. Jehovah verklaart: „Ziet! Míjn knechten zullen een vreugdegeroep aanheffen wegens de goede hartetoestand, maar gíj zult het uitschreeuwen wegens de hartepijn en gij zult jammeren wegens louter verbreking des geestes” (Jesaja 65:14). Ook hebben degenen die God dienen, een zeer speciale reden om nu gelukkig te zijn — zij hebben zijn heilige geest, die „God heeft gegeven aan hen die hem als regeerder gehoorzamen” (Handelingen 5:32). En bedenk, waar Gods geest is, daar is geluk. — Galaten 5:22.
23. Wat zullen wij in onze volgende studie beschouwen?
23 In de organisatie van Gods dienstknechten in deze tijd wordt een belangrijke functie vervuld door de „oudere mannen”, de ouderlingen, die de leiding nemen in de gemeenten en zo tot het geluk van Jehovah’s volk bijdragen (Titus 1:5). Hoe dienen zij hun verantwoordelijkheden en hun verhouding tot hun geestelijke broeders en zusters te bezien? Dat zal in ons volgende artikel worden besproken.
Wat zou u antwoorden?
◻ Hoe getuigt de schepping ervan dat Jehovah een organisator is?
◻ Hoe heeft Jehovah zijn dienstknechten in het verleden en in deze tijd georganiseerd?
◻ Welk evenwicht verlangt Jehovah van ons?
◻ Hoe belangrijk is liefde voor ons geluk?
◻ In welke mate kunnen wij in onze tijd verwachten gelukkig te zijn?
[Illustratieverantwoording op blz. 10]
Boven: Met toestemming van ROE/Anglo-Australian Observatory; foto: David Malin