Studie 38
Laat je vooruitgang openbaar zijn
1, 2. Waarom dienen wij allen te denken in termen van vorderingen maken?
1 Kun jij je, na alle lessen in dit boek zorgvuldig te hebben bestudeerd en toegepast, nu als een afgestudeerde van de theocratische bedieningsschool beschouwen? Neen, want dit is een voortdurend programma van opleiding voor de bediening. Men wordt nooit een afgestudeerde wanneer het erop aankomt godvruchtige kennis te vergaren en het geleerde in praktijk te brengen. Als een ijverige leerling kun je er veeleer mee voortgaan vooruitgang te maken die door degenen die je kennen, opgemerkt kan worden.
2 De apostel Paulus spoorde zijn jonge medeaanbidder Timótheüs ertoe aan ermee voort te gaan zich toe te leggen op het voorlezen, het vermanen, het onderwijzen, diep over de geleerde dingen na te denken, er geheel in op te gaan, opdat zijn vooruitgang aan allen openbaar mocht zijn (1 Tim. 4:13, 15). Ook jij kunt als een aanbidder van dezelfde God je vooruitgang aan anderen openbaar maken. Je kunt hiermee blijven voortgaan zonder ooit het punt te bereiken dat er geen vooruitgang meer gemaakt zou kunnen worden. Jehovah is de bron van alle ware kennis, en die bron is als een onuitputtelijke bron van verfrissend water. Hoewel wij de diepten ervan nooit volledig kunnen peilen, kunnen wij er tot onbepaalde tijd leven en verkwikking uit verkrijgen (Rom. 11:33, 34; Jes. 55:8, 9). Hoe kan je vooruitgang nu openbaar worden aan toeschouwers?
3, 4. Hoe wordt vooruitgang getoond op de bedieningsschool en op andere gemeentevergaderingen?
3 Manieren waarop vooruitgang openbaar is. Je vooruitgang is onder andere openbaar in de lezingen die je op de theocratische bedieningsschool houdt. Je bent misschien van mening dat je niet veel vorderingen hebt gemaakt, maar anderen zullen je vooruitgang misschien meer opmerken dan jezelf. In dit opzicht zijn wij allen als het kind dat wel zou willen dat het niet zo lang duurde om groot te worden; wanneer familieleden evenwel op bezoek komen, roepen zij uit: „Tjonge, wat ben jij groot geworden!” Denk nog eens aan de eerste lezing die je op de school hield. Kun je je die nog herinneren? Vergelijk deze met de lezingen die je kort geleden hebt gehouden. Je hebt sindsdien veel geleerd en waardevolle ervaring opgedaan, niet waar? Blijf daarom doorgaan.
4 Vooruitgang is niet alleen openbaar in de lezingen op de bedieningsschool. Ze wordt ook tijdens de gemeentevergaderingen opgemerkt. Bezoek je de vergaderingen geregeld? Als je dit doet, toont dit aan dat je vorderingen maakt, dat je waardering hebt voor de voorzieningen die Jehovah voor ons geestelijke welzijn heeft getroffen. Bovendien kan de kwaliteit van de commentaren die op de vergaderingen worden gegeven van vooruitgang getuigen. Degenen die met eigen woorden commentaar geven, in plaats dat zij het antwoord alleen maar voorlezen, geven blijk van vooruitgang. Insgelijks geven degenen die in hun commentaren aantonen hoe de bestudeerde inlichtingen betekenis en waarde hebben in ons leven, er blijk van dat zij onderscheidingsvermogen aan het ontwikkelen zijn. Wil men dus beschouwen welke vooruitgang er is gemaakt, dan dient men het geregelde vergaderingbezoek en de kwaliteit van iemands persoonlijke deelneming daaraan in aanmerking te nemen.
5. Hoe blijkt vooruitgang in iemands velddienst?
5 En hoe staat het met de vooruitgang die je in de velddienst hebt gemaakt? Weet je nog hoe je je voelde toen je met de dienst begon en naar de eerste deur toeging? Vergelijk dat eens met de bekwaamheid die je nu aan de deuren hebt. Je hebt vooruitgang gemaakt, niet waar? En toch besef je ongetwijfeld dat er nog meer vorderingen in doeltreffendheid bij het prediken en onderwijzen gemaakt kunnen worden. En zou je wellicht een vollediger aandeel kunnen hebben aan alle takken van de dienst die binnen je bereik liggen? De apostel Paulus vermaande: Wij verzoeken u „dat gij, gelijk gij van ons het onderricht hebt ontvangen omtrent de wijze waarop gij behoort te wandelen en God moet behagen, zoals gij in feite reeds wandelt, het in vollediger mate blijft doen” (1 Thess. 4:1). Naarmate je vorderingen blijft maken en een vollediger aandeel aan Jehovah’s dienst hebt, zul je niet alleen doeltreffender in je prediken en onderwijzen worden, maar zul je ook een diepere waardering krijgen voor het voorrecht Jehovah te dienen. Zelfs wanneer de huisbewoners niet gunstig reageren, zul je het toch nog als een voorrecht beschouwen door Jehovah gebruikt te zijn om zijn boodschap naar de mensen te brengen.
6. Hoe zouden iemands gesprekken een weerspiegeling kunnen zijn van geestelijke groei?
6 Iemands vooruitgang is ook in zijn gesprekken openbaar. Jezus zei: „Uit de overvloed des harten spreekt [de] mond” (Luk. 6:45). Als iemands gesprekken steeds meer op Jehovah en zijn voornemens gericht zijn, is het duidelijk dat er vooruitgang is gemaakt. Daardoor wordt getoond dat die persoon toeneemt in waardering voor Jehovah, dat hij dichter tot God nadert. En hoe dichter wij tot hem naderen, des te meer zal dit tot bescherming voor ons dienen.
7. Waar zou vooruitgang in het toepassen van bijbelse beginselen openbaar zijn?
7 Vooruitgang is ook openbaar in het toepassen van bijbelse beginselen in het dagelijks leven. Is het niet zo dat je merkt dat je de dingen nu anders doet dan voordat je Jehovah’s Woord leerde kennen? Deze vooruitgang in het doen van de dingen op Jehovah’s wijze, wordt waarschijnlijk overal in je activiteit weerspiegeld. Ze treedt aan het licht bij je thuis, in je omgang met andere gezinsleden. Ze wordt weerspiegeld door de wijze waarop je je van je verantwoordelijkheden kwijt. Op je werelds werk leg je je er meer op toe bijbelse beginselen toe te passen. Dit alles getuigt ervan dat je in zekere mate vorderingen hebt gemaakt. Maar ook in dit opzicht kunnen wij allen naar vooruitgang streven door te trachten de bijbelse beginselen nog vollediger toe te passen.
8, 9. Als wij ons beschikbaar stellen om andere verkondigers te helpen, wat wordt daardoor dan te kennen gegeven, en welke gelegenheden zijn er om dit te doen?
8 Stel je beschikbaar. Nog een manier om vooruitgang openbaar te maken is, ons in een grotere mate beschikbaar te stellen voor Jehovah’s dienst. In Psalm 110:3 staat: „Uw volk zal zich gewillig aanbieden op de dag van uw strijdkracht.” Kan dat van jou worden gezegd? Zou je het in de toekomst in een nog grotere mate kunnen doen?
9 Je kunt bereidwilligheid tonen door beschikbaar te zijn om anderen te helpen en werkelijke bezorgdheid voor hen te tonen. De ouderlingen in de gemeente vragen je misschien of je de broeders en zusters in een bepaald opzicht wilt helpen. Misschien hebben zij hulp nodig om naar de vergaderingen te gaan. Ben je beschikbaar om te helpen? Je hoeft ook niet te wachten totdat iemand je hulp inroept. Waarom bied je je niet vrijwillig aan om degenen te helpen die hulp nodig schijnen te hebben? Is er iemand ziek of in het ziekenhuis? Het is niet nodig te wachten totdat de ouderlingen dit onder onze aandacht brengen, maar je kunt het initiatief nemen en hen bezoeken of anderszins hulp bieden als je weet dat er wat gedaan moet worden. Heb je een geregelde gezinsstudie bij je thuis? Zou een gezin dat pas met de waarheid verbonden is en nog niet zo’n studie heeft, geholpen zijn als je hen zou uitnodigen deze studie van tijd tot tijd bij jou thuis bij te wonen? Of als je alleen in de velddienst uittrekt, zouden anderen dan misschien ook gaan als je aanbood hen mee te nemen? Waarom tref je niet van tevoren regelingen om een andere verkondiger uit te nodigen met je mee te gaan? Ja, Jehovah’s dienstknechten hebben het thans zeer druk, maar door onze bereidwilligheid om andere broeders en zusters hulp te bieden, tonen wij een mate van vooruitgang. „Laten wij daarom dus, zolang de tijd voor ons er nog gunstig voor is, het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof.” — Gal. 6:10.
10, 11. Hoe kunnen broeders zich in overeenstemming met 1 Timótheüs 3:1 beschikbaar stellen?
10 Als je een broeder bent, kun je jezelf beschikbaar stellen door ernaar te streven aan de vereisten te voldoen die in Gods Woord worden uiteengezet voor hen die de leiding in de gemeente nemen. In 1 Timótheüs 3:1 worden zij die een opzienersambt trachten te verkrijgen, geprezen. Dit is geen kwestie van zichzelf vooruitdringen om opgemerkt te worden, of met anderen wedijveren. Het is een kwestie van ernaar streven zich een rijpe christen te betonen, een „oudere man”, die bekwaam en bereid is om in elke hoedanigheid die nodig is, te dienen. En in elke gemeente bestaat de noodzaak voor veel „oudere mannen” en „dienaren in de bediening” om de leiding te nemen in het onderwijzen, het prediken en het zorg dragen voor de verantwoordelijkheden binnen de gemeente.
11 Bereidwillige personen kunnen vele voorrechten in de gemeente genieten. Wellicht wordt hun gevraagd mee te doen in een demonstratie op de dienstvergadering of ouderlingen of dienaren in de bediening te assisteren omdat zij er bij het behartigen van elke taak die hun werd gegeven, blijk van hebben gegeven bereidwilligheid en verantwoordelijkheidsgevoel te bezitten. Wanneer de noodzaak rijst, worden zij door hun bereidwilligheid en vooruitgang wellicht gekenmerkt als broeders die als dienaren aanbevolen kunnen worden. Waarom worden zij aangesteld? Omdat zij bereidwilligheid hebben getoond en vorderingen hebben gemaakt en nu aan de vereisten voldoen die Jehovah in zijn Woord heeft uiteengezet. Degenen die als dienaren zijn aangesteld, worden uitgenodigd de Koninkrijksbedieningsschool die van tijd tot tijd wordt gehouden te bezoeken, waar zij nog verder worden opgeleid om de aangelegenheden van de gemeente te behartigen.
12, 13. Welke andere voorrechten staan open voor velen die bereid en in staat zijn zich beschikbaar te stellen?
12 Er zijn nog meer voorrechten waarin allen zich kunnen verheugen als zij de bereidwilligheid bezitten en hun situatie het toelaat. Zou je je op geregelde tijden als hulppionier kunnen aanbieden, zoals tienduizenden anderen hebben gedaan? Misschien zou je een gewone pionier kunnen worden en je in hun groeiende gelederen kunnen scharen. Zijn je persoonlijke omstandigheden en je kijk op Jehovah’s dienst van dien aard dat je zelfs bereid zou zijn naar een andere plaats te verhuizen om daar te dienen, indien dit nodig mocht zijn? Velen hebben dit als speciale pioniers gedaan, of door de Gileadschool te bezoeken en het zendingswerk ter hand te nemen, of als verkondigers die verhuisd zijn om te gaan dienen waar de behoefte sterker wordt gevoeld. Sommigen hebben dienst genomen in de diverse Bethelhuizen over de gehele wereld. Zij hebben vele zegeningen ontvangen omdat zij zich bereidwillig aan Jehovah hebben aangeboden.
13 Wij leven in opwindende tijden. Jehovah laat in deze „laatste dagen” een schitterend predikings- en onderwijzingswerk op aarde verrichten. Wanneer Jehovah door middel van zijn organisatie een uitnodiging voor de een of andere tak van dienst doet toekomen, stel jezelf dan de vraag: „Zegt Jehovah dat tot mij?” Onderzoek je eigen omstandigheden, je eigen hart. Heel waarschijnlijk heb je reeds een zekere mate van vooruitgang gemaakt en toon je een bepaalde bereidwilligheid, en dat is voortreffelijk. Maar zijn er nog andere manieren waarop je vooruitgang openbaar gemaakt kan worden, door je nog vollediger beschikbaar te stellen? Wanneer je je nog meer op Jehovah’s leiding verlaat en je aan zijn leiding overgeeft, zul je rijkelijk gezegend worden. Jehovah’s gewillige dienstknechten over de gehele wereld kunnen getuigen dat dit zo is. Het is zelfs zo dat de grootste van alle zegeningen, eeuwig leven in Gods nieuwe wereld, van onze vooruitgang afhangt. Daarom dringt Gods Woord erop aan: „Denk diep over deze dingen na, ga er geheel in op, opdat uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn. Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren.” — 1 Tim. 4:15, 16.