-
Gods toorn tot een einde gebrachtDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
17. (a) Hoe houdt het uitgieten van de vijfde schaal verband met de geestelijke duisternis waarin het koninkrijk van het wilde beest altijd al gedompeld is geweest? (b) Hoe reageren de mensen op het uitgieten van de vijfde schaal van Gods toorn?
17 Het koninkrijk van dit wilde beest heeft vanaf zijn begin in geestelijke duisternis verkeerd. (Vergelijk Matthéüs 8:12; Efeziërs 6:11, 12.) De vijfde schaal veroorzaakt een intensievere openbare bekendmaking omtrent deze duisternis. Dit wordt zelfs gedramatiseerd doordat deze schaal van Gods toorn nota bene op de troon van het symbolische wilde beest wordt uitgegoten. „En zijn koninkrijk werd verduisterd, en zij gingen op hun tong knagen van de pijn, maar zij lasterden de God des hemels vanwege hun pijnen en vanwege hun zweren, en zij hadden geen berouw van hun werken.” — Openbaring 16:10b, 11.
-
-
Gods toorn tot een einde gebrachtDe Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
-
-
19. Wat is volgens Openbaring 16:10, 11 het gevolg van het feit dat Satan openlijk aan de kaak gesteld wordt als de god van dit samenstel van dingen?
19 Als wereldheerser heeft Satan veel ellende en lijden teweeggebracht. Honger, oorlogen, geweldpleging, misdaad, drugmisbruik, immoraliteit, door seksueel contact overgedragen ziekten, oneerlijkheid, religieuze huichelarij — deze en nog meer dingen vormen de kenmerken van Satans samenstel van dingen. (Vergelijk Galaten 5:19-21.) Niettemin veroorzaakt het openlijk aan de kaak stellen van Satan als de god van dit samenstel van dingen pijn en last voor degenen die naar zijn maatstaven leven. „Zij gingen op hun tong knagen van de pijn”, vooral in de christenheid. Velen zijn er gebelgd over dat de waarheid hun levensstijl aan de kaak stelt. Sommigen ervaren het als een bedreiging, en zij vervolgen degenen die de waarheid bekendmaken. Zij verwerpen Gods koninkrijk en beschimpen Jehovah’s heilige naam. Hun zieke, met zweren overdekte religieuze toestand wordt blootgelegd, zodat zij de God des hemels lasteren. Nee, zij hebben „geen berouw van hun werken”. Wij kunnen vóór het einde van dit samenstel van dingen dus geen massabekering verwachten. — Jesaja 32:6.
-