Wereldomvattende broederschap is zeker!
DE ZENDELING was nog niet zo lang in West-Afrika toen hij een religieuze bijeenkomst in een afgelegen gebied bijwoonde. Terwijl hij op een plaatselijk gezin afstapte, begon een tweejarig jongetje schijnbaar zonder reden te huilen.
De zendeling probeerde het kind te troosten, maar toen veranderde het gehuil van het jongetje in gekrijs. „Wat scheelt eraan?”, vroeg de zendeling aan de moeder. Zij antwoordde wat verlegen: „Ik denk dat het door jou komt. Hij is bang voor je huidkleur. Hij heeft nog nooit een blanke gezien.”
Reeds in onze prille jeugd kunnen wij ons bewust worden van de lichamelijke verschillen tussen mensen. Vooroordelen ontwikkelen zich later. De opvattingen van kinderen worden gevormd doordat zij de houding en het gedrag van ouderen zien, van hun vader en moeder bijvoorbeeld. Op school worden zij verder beïnvloed door hun onderwijzers, vriendjes en klasgenoten.
Volgens een langdurige studie in de Verenigde Staten hebben kinderen tegen de tijd dat zij 12 jaar worden al stereotiepe meningen en opvattingen ontwikkeld over de etnische, raciale en religieuze groepen in hun omgeving. Tegen de tijd dat zij volwassen zijn, zijn deze opvattingen diepgeworteld.
Jehovah’s Getuigen zijn anders
In een wereld vol vooroordelen vallen Jehovah’s Getuigen op als volslagen anders. Zij staan internationaal bekend om hun raciale harmonie. Dit wordt vaak opgemerkt door waarnemers op hun grote jaarlijkse congressen.
De krant States-Item berichtte bijvoorbeeld het volgende over een groot congres van Getuigen in het zuiden van de Verenigde Staten: „Een gevoel van broederschap vervulde de Louisiana Superdome toen jonge en oude, zwarte en blanke getuigen van Jehovah plaats namen aan het begin van een . . . periode van onderwijs en omgang. . . . Rassendiscriminatie . . . is een probleem dat de Getuigen niet kennen.”
Op een congres van Getuigen in Zuid-Afrika merkte een Xhosa-vrouw op: „Het is wonderlijk dat hier in Zuid-Afrika mensen van alle rassen zo verenigd kunnen zijn. Het is zo anders dan wat ik in de kerken gewend ben.”
Toen bezoekers uit Noord- en Zuid-Amerika en uit Europa grote congressen van Getuigen in het Verre Oosten en het Stille-Zuidzeegebied bijwoonden, „was er” volgens één bericht „zelfs geen spoortje racisme van hun kant te bespeuren, en van de kant van hun gastheren evenmin”.
Dat wat de miljoenen getuigen van Jehovah wereldwijd zo anders maakt, is dus hun echte eenheid en hun raciale harmonie. Zij hebben een band van ware christelijke liefde. Zo zou het volgens Jezus ook zijn: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — Johannes 13:35.
Jehovah’s Getuigen hebben dus reeds een echte, blijvende internationale broederschap! Zij nemen ter harte wat Jezus in Mattheüs 23:8 zei: ’Gij zijt allen broeders.’ En dit zelfs in een tijd waarin de samenhang van naties verscheurd dreigt te worden door raciale en etnische verdeeldheid en haat. — Zie ook 1 Korinthiërs 1:10; 1 Johannes 3:10-12; 4:20, 21; 5:2, 3.
Hoe eenheid wordt bereikt
Essentieel voor deze eenheid is het bijbelse onderricht dat Jehovah’s Getuigen krijgen in hun Koninkrijkszalen en door hun persoonlijke studie van de bijbel. Zij zijn als de christenen in Thessalonika, van wie de apostel Paulus zei: „Toen gij Gods woord hebt ontvangen, hetwelk gij van ons hebt gehoord, hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is.” — 1 Thessalonicenzen 2:13.
De Getuigen geloven dan ook wat in de bijbel staat en zij doen oprecht hun best Gods denkwijze na te volgen. Zij nemen ter harte wat de christelijke apostel Petrus onder inspiratie zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem.” — Handelingen 10:34, 35.
In harmonie daarmee gaf Jezus zijn volgelingen de opdracht discipelen van mensen „uit alle natiën” te maken (Mattheüs 28:19). Bijgevolg zoeken Jehovah’s Getuigen actief in alle raciale en etnische groepen, geen enkele uitgezonderd, naar mensen die rechtvaardigheid liefhebben. En als die mensen met verschillende achtergronden en van allerlei rassen bijeenkomen om te aanbidden, te werken en met elkaar om te gaan, wordt het stereotiepe denkpatroon overwonnen. Zij leren elkaar naar waarde te schatten, elkaar lief te hebben.
Het is waar dat iemand die lang raciale vooroordelen heeft gehad, misschien niet onmiddellijk van mening zal veranderen. Maar als hij een Getuige wordt, gaat hij ’de nieuwe persoonlijkheid aandoen’ van een ware christen en werkt hij hard om zijn vroegere opvattingen te overwinnen (Efeziërs 4:22-24). Hij probeert niet zijn vooroordelen te rechtvaardigen door te zeggen: ’Zo ben ik nu eenmaal grootgebracht.’ Nee, hij streeft ernaar zijn geest te hervormen en „liefde voor de gehele gemeenschap van broeders” te hebben. — 1 Petrus 2:17.
Bijbelprofetieën die in vervulling gaan
Wat thans onder Jehovah’s Getuigen plaatsvindt, is zeer betekenisvol. Het werd zelfs in de bijbel voorzegd.
Merk eens op wat er volgens de profetie in Jesaja 2:2-4 zou plaatsvinden „in het laatst der dagen”, in deze „laatste dagen” van dit goddeloze samenstel van dingen (2 Timotheüs 3:1-5, 13). In die profetie van Jesaja werd opgemerkt dat de ware aanbidding van Jehovah in dit geslacht vaste voet zou krijgen en ’mensen uit alle natiën erheen zouden stromen. En vele volken zouden er stellig heen gaan en zeggen: „Komt, en laten wij opgaan naar de berg van de ware aanbidding van Jehovah. En hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen en wij willen zijn paden bewandelen.”’
In Jesaja’s profetie werd ook gewezen op het volgende ongewone resultaat, dat deze hele eeuw op internationale schaal onder Jehovah’s Getuigen is gezien: „En zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen moeten smeden en hun speren tot snoeimessen. Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, ook zullen zij de oorlog niet meer leren.”
In het bijbelboek Openbaring werd eveneens over onze tijd voorzegd dat een grote schare mensen „uit alle natiën en stammen en volken en talen” in ware broederschap bijeen zou komen om God eendrachtig te dienen. — Openbaring 7:9, 15.
Dit is geen vrome wens. De grote schare uit alle naties, uit alle raciale en etnische groepen, wordt al gevormd. Juist nu wordt er een ware en blijvende wereldomvattende broederschap opgebouwd! Ze is het fundament voor een volkomen nieuwe, wereldomvattende samenleving van verenigde, gelukkige mensen die de plaats zal innemen van de huidige corrupte samenleving, die spoedig door God vernietigd zal worden. Deze verenigde samenleving zal, zoals Jezus zei, „de aarde beërven”, en zij zullen er onder de heerschappij van Gods koninkrijk eeuwig op leven. — Mattheüs 5:5; 6:9, 10; Psalm 37:10, 11, 28, 29, 37, 38.
Waarom zou u dat niet zelf eens gaan bekijken? U bent van harte welkom in elke Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen en zult er hun raciale harmonie ervaren. Of u zou de volgende keer dat de Getuigen u bezoeken, hen binnen kunnen nodigen en hun kunnen vragen u aan de hand van de bijbel te laten zien wat de basis is voor hun raciale harmonie. Laat hen hun bijbelse hoop op een nieuwe wereld uitleggen, waar alom ware broederschap zal bestaan.
De almachtige God, Jehovah, geeft de verzekering dat zijn voornemen om een broederschap tot stand te brengen die de hele mensheid zal omvatten, verwezenlijkt zal worden. Hij verklaart: „Zo zal mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, blijken te zijn. Het zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren, maar het zal stellig datgene doen waarin ik behagen heb geschept, en het zal stellig succes hebben in dat waarvoor ik het heb gezonden.” — Jesaja 55:11.
Wij nodigen u uit een onderzoek in te stellen naar de bewijzen uit bijbelse profetieën en de vervulling van die profetieën. Als u dat doet, zult u zien dat raciale harmonie niet alleen mogelijk is maar onvermijdelijk!
[Inzet op blz. 9]
Wat er thans onder Jehovah’s Getuigen plaatsvindt, werd in de bijbel voorzegd
[Illustratie op blz. 10]
Jehovah’s Getuigen zijn uniek doordat zij onderling ware raciale harmonie kennen