Voortgaan tot rijpheid
„Laten wij . . . voortgaan tot rijpheid.” — Hebr. 6:1, NW.
1, 2. Waarom is rijpheid terecht het doel van elke oprechte christen?
HOE lang bent u reeds met een serieuze studie van de bijbel bezig? Een paar maanden of enkele jaren? Dan liggen er op het gebied van het verwerven van kennis nog steeds wonderbaarlijke nieuwe onderwijzingen voor u in het verschiet naarmate u tot geestelijke rijpheid voortgaat. Of dient u God nu reeds verscheidene jaren? Dan zult u behalve uw geregelde bijbelstudie een aantal bijbelse studiehulpmiddelen doorgelezen moeten hebben. U dient in staat te zijn uw geloof te verdedigen en vrijwel elke tegenwerping die iemand tegen de bijbelse waarheid zou kunnen aanvoeren, te weerleggen (1 Petr. 3:15). Doch, ongeacht of u reeds tot christelijke rijpheid bent gekomen of uw geloof nog niet volkomen beheerst, u moet er waakzaam op toezien dat u vorderingen blijft maken, want rijpheid is vooruitstrevend.
2 In Hebreeën 6:1 (NW) vormt „rijpheid” de vertaling van het Griekse woord teleiótes, dat de grondbetekenis van „volmaaktheid”, „volledigheid”, „volle groei” heeft. Iemand die geestelijk rijp is, heeft derhalve een toestand bereikt waarin hij zich volledig als een christen heeft ontwikkeld. Dit dient elke oprechte christen zich ten doel te stellen.
3. (a) Wat betekent het rijpheid te bezitten? (b) Waarom is rijpheid de belangrijkste hoedanigheid voor christelijke opzieners?
3 Rijpheid betekent een juist en sterk evenwicht te bezitten en waardering te hebben voor de waarheid. Iemand die rijp is, kan volgens beginselen redeneren. Hij zal niet altijd aan iemand behoeven te vragen: „Vindt u dat ik dit of dat moet doen?” Hij kan zijn kennis van Gods Woord gebruiken om belangrijke beslissingen te nemen in plaats dat hij de last op de schouders van iemand anders tracht te leggen. Rijpheid is derhalve de belangrijkste hoedanigheid voor christelijke opzieners, omdat zij hun kennis moeten gebruiken om beslissingen te nemen. Zij kunnen niet altijd aan iemand vragen hun problemen op te lossen; zij moeten de problemen van de gemeente aanpakken. — Tit. 1:5; Gal. 6:5.
4. Toon het verschil in houding tussen de rijpe bedienaar van het evangelie en de nieuweling aan.
4 Een rijpe bedienaar van het evangelie zal gaarne bereid zijn raad toe te passen. Hij weet uit ervaring dat Jehovah’s zegen op de gemeente zal rusten wanneer de broeders en zusters in eenheid te zamen prediken en onderwijzen, en dat iedereen nu eenmaal niet koppig zijn eigen gang kan gaan (Ps. 133:1). Hij heeft dus geleerd om zijn wil aan de goddelijke wil te onderwerpen, om raad, bestraffingen en kastijdingen van Jehovah te aanvaarden en met het werk voort te gaan. Hij weet dat Gods weg beter is dan die van hem, en hij is er dan ook gaarne toe bereid om veranderingen aan te brengen ten einde aan Gods weg te voldoen. Een nieuweling is daarentegen geneigd raad te verwerpen en kan door een kastijding dodelijk gewond raken. Hij heeft nog niet uit ervaring geleerd dat Jehovah’s organisatie veel meer weet dan hij. — Spr. 13:24.
5. Waarom worden onrijpe personen snel beangstigd door tegenstanders?
5 Christenen stellen het zich ten doel tot rijpheid voort te gaan omdat de organisatie hierdoor doeltreffend en sterk wordt gemaakt. Paulus zag de noodzaak hiervan in, zoals uit Filippenzen 1:27, 28 blijkt: „Staat [vast] in één geest, één van ziel medestrijdende voor het geloof aan het evangelie, zonder dat gij u in enig opzicht door de tegenstanders laat beangstigen.” Onrijpe personen gaan moeilijkheden uit de weg omdat zij snel beangstigd worden. Zij hebben nog niet voldoende diepte om pal te staan voor juiste beginselen. Verder deinzen onrijpe personen ook voor moeilijkheden terug omdat zij eenvoudig nog niet weten hoe zij, wanneer er zich een geschilpunt voordoet, de strijd moeten aanbinden. Rijpe mensen houden echter stand; zij weten hoe zij moeten strijden en worden niet door de vijand verschrikt. — Ef. 6:12, 14; 2 Kon. 6:15-17.
6. Welke tevredenheid brengt rijpheid met zich mee?
6 Wij willen bovendien ook rijp zijn omdat dit betekent dat wij gelukkige, tevreden dienstknechten van God zijn die weten dat ’godvruchtige toewijding, te zamen met het genoegen nemen met wat wij hebben, een middel is tot groot gewin’. — 1 Tim. 6:6, NW.
7. Waarom is er thans behoefte aan rijpheid in de theocratische organisatie?
7 Er is thans een zeer grote behoefte aan rijpheid in de christelijke gemeente, en wel om drie fundamentele redenen: 1. voor het grote expansiewerk dat nog voor ons ligt, zijn vele onderwijzers nodig, 2. voor de voortdurende groei van de gemeente zijn produktieve bedienaren van het evangelie nodig en 3. er is een werkelijke behoefte aan bekwame opzieners. Wij zullen deze behoeften afzonderlijk beschouwen.
ONDERWIJZERS NODIG
8. (a) Wat is noodzakelijk om een goede onderwijzer te zijn? (b) Waarin schoten de Hebreeuwse bekeerlingen, zoals Paulus opmerkte, tekort?
8 Er zijn in verband met de aangelegenheid van de behoefte aan onderwijzers, twee factoren die om te kunnen onderwijzen absoluut noodzakelijk zijn. In de eerste plaats dient de onderwijzer een nauwkeurige kennis te hebben van het onderwerp en in de tweede plaats dient hij over het vermogen te beschikken en tevens het verlangen te hebben om die nauwkeurige kennis aan anderen door te geven. Paulus merkte op dat onze broeders en zusters onder de Hebreeuwse bekeerlingen wat de noodzaak van het verwerven van nauwkeurige kennis betrof, tekort schoten. Hij wilde hun een diepe leerstellige waarheid over Melchizédek uitleggen, maar zij waren zo traag in het leren dat hij op dat moment niet tot een uitleg kon overgaan. Hij wist dat hun kennis van de waarheid zo oppervlakkig was, dat zij zijn argumentatie niet zouden kunnen volgen. De apostel schreef derhalve zeer terecht: „Hierover [over Melchizédek] hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij traag zijt geworden in het horen. Want hoewel gij, naar den tijd gerekend, leraars behoordet te zijn, hebt gij weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert, en gij hebt nog melk nodig en geen vaste spijs. Want ieder, die nog van melk leeft, heeft geen weet van de rechte prediking: hij is nog een zuigeling. Maar de vaste spijs is voor de volwassenen, die door het gebruik hun zinnen geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad.” — Hebr. 5:11-14.
9, 10. Hoe zou een christen zijn persoonlijke deelname aan het wereldomvattende onderwijzingsprogramma kunnen analyseren?
9 Wat kan er op het gebied van het geven van onderwijs van u worden gezegd? Leidt u bijbelstudiën bij mensen uit uw omgeving? (Mark. 12:31) Hebt u gedurende de afgelopen zes maanden elke maand gemiddeld één van dergelijke studievergaderingen per week geleid? Neen? Dan ontbreekt het u klaarblijkelijk aan de bekwaamheid of aan het verlangen om te onderwijzen en moet u er hard aan werken om een betere kennis van de bijbel te verkrijgen. U dient uw bekwaamheid om goede onderwijsmethoden te gebruiken, te scherpen. Waarin bestaat uw probleem? Maakt u de bijbelstudie interessant voor de mensen? Kruidt u de studie evenals Jezus met illustraties en voorbeelden? (Matth. 13:34) Bent u geduldig wanneer u herhaalt, beklemtoont en verklaart? Toont u uw leerlingen de praktische waarde van wat zij leren? Wil de onderwijzer de belangstelling van zijn leerlingen gaande houden, dan dient hij aan al deze vereisten te voldoen.
10 Om een succesvolle onderwijzer te zijn, moet u de wens bezitten om te onderwijzen. U moet het met hart en ziel doen en belangstelling hebben voor uw leerlingen. Hebt u dit verlangen? Verheugt het u wanneer u anderen vorderingen ziet maken? Er is thans zulk een grote behoefte aan onderwijzers omdat er zo ontzettend veel mensen zijn die eenvoudig hongeren naar de bijbelse waarheden en erin onderwezen willen worden. Iedere opgedragen christen heeft het voorrecht en de verantwoordelijkheid om aan deze wereldomvattende onderwijzingsveldtocht deel te nemen. Om deze reden dient iedereen tot rijpheid voort te gaan ten einde in het geven van onderwijs doeltreffender te worden. — Pred. 12:9, 10; Matth. 9:37, 38.
PRODUKTIVITEIT MET HET OOG OP GROEI
11. Wie zijn de produktieve bedienaren van het evangelie in Jehovah’s organisatie? Waarom?
11 De tweede reden voor de noodzaak van rijpheid is, dat er in verband met de voortdurende groei van de gemeente produktieve bedienaren van het evangelie nodig zijn. Het is niet redelijk om van de zijde van onrijpe personen werkelijke produktie te verwachten. Zij leren nog steeds hoe zij het werk moeten verrichten. Zij stellen nog steeds vragen. Zij hebben niet geleerd onderwijzers te zijn. Zij zijn baby’s en moeten nog steeds onderwezen worden. Jonge kinderen presteren nog niets; zij maken vele fouten, zitten vol vragen, vinden het vaak noodzakelijk om te spelen en worden heel erg gemakkelijk van hun werk afgeleid. Zij hebben niet geleerd om in hun werk efficiënt en volhardend te zijn. Rijpe, gestadige werkers brengen echter werkelijk iets tot stand. Bent u een rijpe, gestadige werker? De rijpe, gestadige werkers zijn geregeld in de bediening en nemen elke week aan het predikings- en onderwijzingswerk deel. Zij zijn degenen die resultaten boeken in hun werk. Zij laten zich niet gemakkelijk door verlokkende, ontspannende genoegens van hun werk afleiden. Hoewel zij weten dat er voor alle dingen een tijd is, weten zij ook dat de tijd voor Koninkrijkswerk niet de tijd voor spel is (Pred. 3:1). Produktieve bedienaren van het evangelie stellen niet steeds vragen zonder ooit de antwoorden te weten te komen. Neen, zij gebruiken de antwoorden en geven er blijk van dat zij tot rijpheid voortgaan. — 2 Tim. 3:7; 1 Tim. 4:15.
12. Waarom zullen rijpe mensen niet met hun werk ophouden of erover klagen?
12 Kinderen willen met hun werk ophouden wanneer het inspannend of moeilijk wordt. Zij proberen uitvluchten te vinden en vragen om medeleven. Zij zijn eenvoudig niet produktief! Rijpe mensen kunnen echter niet met hun werk ophouden of erover klagen, omdat zij verantwoordelijkheden hebben. Zij moeten problemen oplossen en met het werk waarmee zij bezig zijn, voortgaan. Door met werken op te houden, worden de problemen niet opgelost en komt ook het werk niet klaar, terwijl het tot gevolg kan hebben dat men honger moet lijden. Jammeren en klagen kan het verlies van een baan betekenen. In Jehovah’s werk zal een rijpe persoon niet ontmoedigd worden maar zal hij stormen van oppositie kunnen doorstaan. Hij begrijpt waar het om gaat; hij weet dat er moeilijkheden op zijn weg zullen komen maar dat hij zich door te klagen alleen maar het misnoegen van zijn grote werkgever, Jehovah, de God van produktie, op zijn hals zal halen (Klaagl. 3:39, 40; Joh. 5:17). Iemand die rijp is, aanvaardt dus verantwoordelijkheden, werkt gestadig door en ontvangt als beloning de voldoening dat hij de gemeente ziet groeien. — 1 Kor. 3:6-9.
BEHOEFTE AAN OPZIENERS
13. Waarom kunnen christenen voor theocratische leiding niet naar onrijpe personen opzien?
13 De derde reden voor de noodzaak van rijpheid is, dat er zulk een behoefte aan goede opzieners bestaat. Rijpheid is de belangrijkste hoedanigheid waaraan zulke christelijke opzieners moeten voldoen omdat zij mannen moeten zijn die een gezond oordeel kunnen vellen en een diepe kennis bezitten. Zij moeten voorbeelden zijn in christelijk gedrag en christelijke dienst (Tit. 1:5-9). De opzieners hebben de verantwoordelijkheid Jehovah’s organisatie rein te houden. Christenen kunnen voor een dergelijke leiding niet naar onrijpe, onervaren personen opzien, omdat zulke personen er niet voor zijn toegerust deze aangelegenheden te behandelen. Op het gebied van het uitsluiten, moet de opziener bijvoorbeeld niet haastig beslissingen nemen, maar bereid zijn om zo mogelijk barmhartigheid te tonen. Indien hij een waakzame bedienaar van het evangelie is, zal hij zijn broeders en zusters er in vele gevallen zelfs van kunnen weerhouden zover te gaan dat zij werkelijk in ernstige moeilijkheden geraken. In Galaten 6:1 wordt gezegd: „Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.”
14. Waarom moeten leden van het dienstcomité van een gemeente een rijp onderscheidingsvermogen hebben?
14 Wanneer er zich echter moeilijkheden voordoen, moet het dienstcomité van de gemeente de aangelegenheid aanhoren en een rechtvaardig oordeel vellen; de comitéleden moeten het getuigenis van de getuigen zorgvuldig beschouwen om te zien of het geloofwaardig is en zij moeten de graad van schuld — indien er van schuld sprake is — vaststellen en overwegen hoe er in overeenstemming met Jehovah’s barmhartigheid en gerechtigheid, barmhartigheid getoond kan worden. Wanneer dit nodig is, moeten zij de schuldige persoon uit de gemeenschap sluiten. Het is een ernstige aangelegenheid iemand uit te sluiten, omdat dit betekent dat de persoon van Gods organisatie, en derhalve ook van het leven, wordt afgesneden. Aan de andere kant is het even ernstig om niet tot uitsluiten over te gaan wanneer de omstandigheden dit vereisen. Waarom? Omdat dit een bewijs vormt van insubordinatie van de zijde der dienaren en aantoont dat zij in gebreke blijven om in overeenstemming met de in de bijbel opgetekende beslissingen te handelen. Hierdoor wordt verdere corruptie van de organisatie mogelijk gemaakt, waardoor het geloof van de broeders en zusters in gevaar wordt gebracht en het werk van de gemeente wordt verontreinigd. Voor het nemen van dergelijke beslissingen is een rijp onderscheidingsvermogen nodig. Christelijke levens kunnen niet aan nieuwelingen, maar alleen aan rijpe mannen worden toevertrouwd!
15. Hoe zou iemand de noodzaak om tot grotere rijpheid voort te gaan, kunnen analyseren?
15 Sta hier nu eens bij stil om uzelf te analyseren. Of u nu een paar maanden of een paar jaar met Jehovah’s werk bent verbonden, onderwerp uzelf aan een grondig onderzoek en zie eens of u vorderingen maakt in de richting van rijpheid. Bent u een onderwijzer? Vindt u het mogelijk bijbelstudiën op te richten en gaande te houden? Bent u een produktieve bedienaar van het evangelie? Hebt u elke week een aandeel aan de bediening? Doet u interessante ervaringen op wanneer u geïnteresseerde personen opnieuw bezoekt? Hebt u iemand anders met succes naar de plaatselijke christelijke gemeente kunnen leiden? Bent u bekwaam om een opziener te zijn? Bent u stabiel, betrouwbaar, waakzaam en evenwichtig? Bent u iemand die een gezond oordeel kan vellen en een diepe schriftuurlijke kennis bezit? Nadat u deze zelfanalyse hebt gemaakt, zult u waarschijnlijk tot een grotere mate van rijpheid willen voortgaan. Hoe dient dit echter te geschieden?
HOE VORDERINGEN TE MAKEN
16, 17. (a) Waarom is het zo belangrijk om geestelijk gezind te zijn? (b) Stel Jehovah’s voedingsprogramma tegenover de propagandacampagne van de Duivel.
16 Eén manier waarop men dit kan doen, is door geestelijk gezind te zijn. Er wordt in deze tijd een strijd gevoerd om het beheersen van ’s mensen geest. Wij worden gebombardeerd met wedijverende politieke en economische filosofieën, concurrerende religiën en commerciële advertentiebladen. Wie staat er echter achter deze verraderlijke propagandacampagne, achter de miljarden woorden die elke dag via de televisie, de radio en de gedrukte bladzijde tot ons komen? De Duivel! (Openb. 16:13-16) Wees op uw hoede voor deze aartsbedrieger! (Openb. 12:9) Vele van zijn plannen doen o, zo onschuldig aan, maar ze kunnen zijn doel bewerkstelligen door uw tijd op te slokken en uw geest te beheersen. Zijn plannen zijn erop gericht de mensen zo druk bezig te houden met het kijken naar afgezaagde blijspelen en wild-west films en met het lezen van kranten, beeldverhalen en immorele romans, dat zij er geen tijd voor hebben om over Armageddon te vernemen, waar hij hen naartoe leidt! Laat u niet door hem misleiden. Voed uw geest niet met zijn propaganda! Het zal uw geloof alleen maar ondermijnen en uw door het handhaven van rechtschapenheid gevormde patroon niet opbouwen. Sta niet toe dat uw geest met de onjuiste beweegredenen van doodslag, twist, wrok en wraak — die in de nog steeds populaire wild-west films worden verheerlijkt — wordt gevoed. Voed uw geest niet met de weerzinwekkende worstel- en boxwedstrijden die in vele landen op het televisiescherm zijn te zien! Denkt u dat de mensen hun lichaam in Gods nieuwe wereld op een dergelijke wijze zullen misbruiken? Dacht u dat het bij de schepping ooit Gods wil is geweest dat het lichaam van de mens gestompt zou worden, dat men er porren en stoten tegen zou geven, het met slagen zou beuken en het hoofd in een wurgende greep zou houden? Natuurlijk niet! — Fil. 4:8.
17 Wanneer u dus tot rijpheid wenst voort te gaan, moet u ermee beginnen uw geest niet met dergelijke verkeerde beweegredenen te voeden. Gebruik uw tijd om uw wekelijkse bijbelstudie-les te bestuderen of u voor het eerstkomende schriftelijke overzicht op de school der theocratische bediening voor te bereiden. Hierdoor zal uw geloof opgebouwd in plaats van verwoest worden. Zoals u ziet, heeft Jehovah eveneens een voedingsprogramma ontworpen om de mensen in deze laatste dagen druk bezig te houden. Het gaat erom dat een ieder van ons wakker moet blijven en voortdurend, dagelijks moet analyseren en een keuze moet maken tussen datgene wat ons geloof zal opbouwen en datgene waardoor het zal worden afgebroken, tussen Jehovah’s voedingsprogramma en de propaganda van de Duivel. Er is zowel van de zijde van Jehovah God als van Satan een overvloed van materiaal waardoor uw geest beheerst en uw tijd in beslag genomen kan worden. Elke dag moet u kiezen wie u zult toestaan uw leven te beheersen. — Openb. 16:15.
18. Waarom dient een persoon te leren betrouwbaar te zijn?
18 Door te leren betrouwbaar te zijn, zal men eveneens worden geholpen tot rijpheid te groeien. Het is zo teleurstellend wanneer personen die een toewijzing hebben ontvangen, deze niet behartigen. Iemand zou bijvoorbeeld de taak ontvangen kunnen hebben de aanwezigen tijdens de gemeentevergaderingen te tellen, maar wanneer hem naar het rapport wordt gevraagd, zegt hij wellicht dat hij is vergeten zich van zijn taak te kwijten. Iemand anders zou zich vrijwillig kunnen opgeven om de vergaderplaats van de gemeente schoon te maken, maar wanneer de gemeente voor een vergadering bijeenkomt, blijkt dat hij zijn werk maar half heeft verricht. Zulke mensen zijn niet betrouwbaar. Anderen bellen de gemeente-opziener op het laatste nippertje op en lichten hem erover in dat zij die avond hun programma-onderdeel onmogelijk kunnen verzorgen. Hoe onattent! Hoe onrijp! Anderen hebben een toewijzing gekregen om in het opleidingsprogramma met elkaar samen te werken; wanneer hun echter wordt gevraagd welke vorderingen zij hebben gemaakt, berichten zij dat zij nog niet eens hebben samengewerkt. Wat een teleurstelling! Wat een troebel inzicht in christelijke voorrechten! Anderen verontschuldigen zich wanneer hun de gelegenheid wordt geboden om met een ervaren bedienaar van het evangelie, zoals een kringdienaar, samen te werken ten einde een uitstekende opleiding in de bediening te ontvangen. Het zou alleen maar van rijpheid getuigen om elke gelegenheid tot samenwerking met hem aan te grijpen. Hoe meer een christen in de gelegenheid is om deskundig onderricht in de kunst van het prediken en onderwijzen te ontvangen, des te sneller zal hij tot rijpheid voortgaan en zelf een expert worden. Maak van al dergelijke gelegenheden gebruik, ja, doe er zelfs moeite voor ze te scheppen. Leer betrouwbaar te zijn. — Matth. 25:14-30.
19. Hoe dienen wij ons werk in het juiste perspectief te zien?
19 Rijpe personen zien hun werk in het juiste perspectief. Zij vergeten nooit dat zij met een doel voor ogen moeten werken, dat het er bij het dienen van God niet slechts om gaat een bepaald aantal uren te kunnen opgeven. Wanneer rijpe bedienaren van het evangelie bijvoorbeeld in landgebied van huis tot huis prediken, organiseren zij hun werkzaamheden, zodat er een minimum van tijd aan reizen en wachten en een maximum van tijd aan het werkelijke predikings- en onderwijzingswerk wordt besteed. Zij zullen de dichter bevolkte gebieden niet overslaan, maar zullen beseffen dat daar het produktiefste getuigeniswerk kan worden verricht.
20. Hoe kan men de juiste geestesgesteldheid tonen?
20 Men kan ook tot rijpheid voortgaan door een juiste geestesgesteldheid aan te kweken. Paulus had de juiste geestesgesteldheid, zoals tot uitdrukking wordt gebracht in Filippenzen 3:14, 15 (NW): „Ik [jaag] naar het doel om de prijs van de roeping boven, die God in Christus Jezus doet toekomen. Laten wij dan, zovelen onzer er rijp zijn, deze geestesgesteldheid hebben; en indien gij in enig opzicht geestelijk anders geneigd zijt, zal God de bovengenoemde geestesgesteldheid aan u openbaren.” Kunt u eerlijk zeggen dat u het eeuwige leven als uw doel najaagt? Of jaagt u de dingen van de oude-wereldmaatschappij na? (1 Joh. 2:16) Wat is uw onmiddellijke doel? Een nieuwe auto kopen of gelegenheden uitkopen om Jehovah te dienen? (Ef. 5:16) Geld uitgeven aan een dure vakantie om de bezienswaardigheden van de stervende oude wereld te zien of een vakantiepionier worden en daardoor nieuwe vrienden, ja, eeuwige kennissen, op te sporen die zich in de Nieuwe-Wereldmaatschappij bij u kunnen scharen? Met pensioen gaan en u in een plaats vestigen waar gemiddeld één getuige van Jehovah op minder dan duizend inwoners is, of dienen waar de behoefte aan Koninkrijksgetuigen werkelijk groot is? Indien u het eeuwige leven werkelijk najaagt, moet dit van uw velddienstbericht zijn af te lezen. Besteedt u elke maand minstens tien uur aan het prediken en onderwijzen van de bijbelse waarheid aan anderen? Kunt u zich voorstellen dat Paulus er tevreden mee was minder dan tien uur per maand te prediken, zelfs toen hij het noodzakelijk achtte om al zijn tijd overdag aan het maken van tenten te besteden? Wat zou u denken dat hij gedurende de weekends en ’s avonds deed? Gods Woord bestuderen en Gods werk verrichten of in het plaatselijke colosseum naar een gladiatorengevecht kijken, zeggend dat hij geen tijd voor de bediening had? — Hand. 18:3, 4.
21. Welke zienswijze dienen zij die zich in de Nieuwe-Wereldmaatschappij bevinden, er ten opzichte van uitingen van trots en slechte manieren op na te houden?
21 Het getuigt eveneens van rijpheid wanneer men trots laat varen en zich alleen met zijn eigen belangen bezighoudt. Iemand die trots is, geeft er blijk van onrijp te zijn. Iemand die gewend is zich een weg te banen zonder met anderen rekening te houden, die anderen stoort wanneer zij voor het ontvangen van christelijk onderricht bijeen zijn of weigert zich de gewoonte van goede manieren eigen te maken, is zeer onattent. Het is echter te verwachten dat sommige personen die met de Nieuwe-Wereldmaatschappij zijn verbonden, trots, ongemanierd en onattent zullen zijn, want deze maatschappij breidt zich steeds uit. Elk jaar komen tienduizenden personen uit de oude-wereldmaatschappij, waar zulke praktijken heel gewoon zijn, in de Nieuwe-Wereldmaatschappij. Zulke nieuwelingen en alle overigen van ons dienen echter goed te beseffen dat zij geestelijke baby’s en onrijp zijn en dat zij na verloop van tijd, naarmate zij tot rijpheid voortgaan, de praktijken en gedragingen van de oude wereld zullen laten varen en hun ’geest’ op vooruitstrevende wijze in overeenstemming met de levenswijze der nieuwe wereld zullen ’hervormen’ (Rom. 12:1, 2, NW). Help onrijpe personen daarom vorderingen tot rijpheid te maken, in plaats dat u aanstoot aan hen neemt. U hebt zoveel mooie voorbeelden van mensen die een christelijke levenswijze volgen. Denk aan de vele opzieners, reizende dienaren en andere rijpe personen, die voor de gehele gemeente beslist het juiste voorbeeld stellen wat het volgen van een christelijke levenswijze betreft. Volg hen na, zoals zij Christus navolgen. — 1 Kor. 13:4-6; 11:1.
22. Waarom zullen zij die zich in de Nieuwe-Wereldmaatschappij bevinden, zich niet met dwaze vragen bezighouden?
22 Een rijpe christen maakt geen woorden vuil aan dwaze vragen. Indien het antwoord door middel van een onderzoek aan het licht gebracht kan worden, zal hij redelijke krachtsinspanningen doen om het te weten te komen, maar hij zal ervoor zorgen dat hij niet volledig wordt beziggehouden om te trachten voor elk probleem, zoals ’Wanneer komt Armageddon?’ of ’Denkt u dat de mens ooit op Mars zal leven?’ de oplossing te vinden. Paulus zei in 2 Timótheüs 2:23: „Wees afkerig van de dwaze en onverstandige strijdvragen; gij weet immers, dat zij twisten teweegbrengen.”
23, 24. Hoe geeft men van rijpheid blijk in verband met het uit de weg ruimen van onenigheid en het aanvaarden van verantwoordelijkheid?
23 Onrijpe mensen koesteren wrok, maar iemand die rijp is, zal zodanige vorderingen maken dat hij onenigheid vlug uit de weg zal ruimen. Paulus gaf de raad: „Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan.” — Ef. 4:26.
24 Geef van uw vooruitgang tot rijpheid blijk door verantwoordelijkheid te aanvaarden. Hebt u zich aan Jehovah opgedragen? Wees dan niet terughoudend wanneer u wordt gevraagd verantwoordelijkheid op u te nemen. Wees niet als Jona, die naar Tarsis probeerde te vluchten in plaats dat hij de verantwoordelijkheid op zich nam om naar zijn door God gegeven toewijzing Ninevé te gaan. — Jona 1:1-3.
BELONINGEN
25-27. Wat zijn de beloningen van rijpheid?
25 Rijpheid werpt werkelijk rijke beloningen af. Een grondige en nauwkeurige kennis schenkt een innerlijke voldoening welke u niet met geld kunt kopen. Zulk een grondige kennis stelt u in staat een doeltreffende onderwijzer te zijn. Was u gelukkig toen u een nauwkeurige kennis van de bijbelse waarheid verkreeg? U zult nog veel gelukkiger zijn wanneer u tot rijpheid bent voortgegaan en deze kostbare waarheid geregeld aan anderen brengt. Degenen die dit hebben ervaren, kunnen getuigen dat het meer geluk schenkt de waarheid te geven dan deze te ontvangen. — Kol. 2:2; Hand. 20:35.
26 Een andere beloning van rijpheid is, dat produktiviteit de zegen van Jehovah tot gevolg heeft. Paulus zei: „Ik heb geplant, Apóllos heeft begoten, maar God gaf den wasdom” (1 Kor. 3:6). Denkt u zich eens in wat een vreugde en voldoening het schenkt te weten dat u Gods medewerker bent, dat God u als het ware nodig heeft! Wanneer u dan het werk van uw handen — iemand die door u is onderwezen en zich aan de zijde van de Nieuwe-Wereldmaatschappij schaart — ziet, zult u weten dat God met u is ingenomen en met u samenwerkt. Jezus zei, zoals staat opgetekend in Johannes 6:44: „Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke.”
27 Ten slotte komt iemand als gevolg van rijpheid voor grotere dienstgelegenheden in aanmerking. Bereid u erop voor dergelijke grotere voorrechten te aanvaarden. Ga de verantwoordelijkheid niet uit de weg, maar dank God voor zijn onverdiende goedgunstigheid, aanvaard de verantwoordelijkheid en blijf in die onverdiende goedgunstigheid groeien zonder ooit het doel ervan te missen. Ja, blijf tot grotere rijpheid voortgaan. — 2 Petr. 3:18.