Een boottocht door de backwaters van Kerala
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN INDIA
STEL u een tocht voor door de delta’s van 44 rivieren op een prachtig ingerichte boot. Die mogelijkheid bestaat op de 900 kilometer lange waterwegen van de staat Kerala in het zuidwesten van India die backwaters worden genoemd. Dat is echt een unieke ervaring. Terwijl de boot zich langzaam verplaatst, bewondert u de met kokospalmen omzoomde lagunen, de weelderig groene rijstvelden en de meren en kanalen. Deze backwaters zijn waarschijnlijk de reden dat de National Geographic Traveler Kerala noemt als ’een van de top vijftig-bestemmingen die u eens in uw leven gezien moet hebben’.
U zult er ongetwijfeld de mensen zien die langs de oevers van de vele kanalen wonen. Zij hebben nog de tijd gekend dat er in hun omgeving geen toeristen en vijfsterrenhotels waren. Hun leven is echter niet veel veranderd. Hoewel sommigen van hen in de pasgebouwde hotels of in een van de andere toeristische ondernemingen werken, blijven hun cultuur en dagelijkse routine grotendeels hetzelfde. Ze bewerken hun rijstvelden en kokosplantages en vullen hun dagelijkse menu en inkomen aan met vis en de verkoop ervan.
Vissen in de backwaters
Vissen is hier een onderdeel van het dagelijks leven. Een aanblik die u waarschijnlijk nergens anders zult aantreffen zijn de vrouwen die met hun blote handen karimeen (groene cichliden) vangen. Deze vissen, die alleen in de backwaters van Kerala voorkomen, zijn voor Indiërs en buitenlanders een delicatesse. Op zoek naar de vissen waden de vrouwen door het water terwijl hun potten achter hen drijven. De vissen, die de vrouwen dichterbij zien komen, duiken naar beneden en steken hun kop in de modder. De vrouwen laten zich echter niet in de luren leggen en voelen met hun gevoelige voeten in de modder om de vissen te lokaliseren. Vervolgens bukken ze zich snel onder water, grijpen met hun blote handen de nietsvermoedende buit en gooien de spartelende vangst in de drijvende potten. Als ze genoeg gevangen hebben, waden ze terug naar de oever, waar al geïnteresseerde kopers staan te wachten. De grotere en duurdere vissen gaan naar de vijfsterrenhotels, waar ze op het bord van de rijken terechtkomen, terwijl de kleinere exemplaren een smakelijke maaltijd vormen voor mensen met een bescheidener inkomen.
Chinese visnetten
Aan de oevers van de backwaters zijn de sierlijke Chinese visnetten een vertrouwd beeld. Ze vormen ook een grote toeristische attractie.
Men denkt dat Chinese kooplieden van het hof van Koebilai Chan de netten vóór het jaar 1400 in Cochin (nu Kochi) hebben geïntroduceerd. Deze handmatige vismethode werd het eerst door de Chinezen toegepast en later door Portugese kolonisten. Tegenwoordig verdienen veel Indiase vissers er de kost mee en voorziet ze talloze anderen van voedsel, net als ruim zeshonderd jaar geleden. Het is verbazingwekkend dat met de vangst van één net een heel dorp van vis kan worden voorzien. Bij veel toeristen krijgt het romantische plaatje van de drogende netten die afsteken tegen de ondergaande zon een speciale plek in hun vakantiealbum.
Maar het zijn niet alleen de plaatjes van de Chinese netten die de toeristen naar de backwaters lokken. Watersport, zoals de traditionele slangenbootraces, trekt ook elk jaar duizenden bezoekers.
Bootraces in de backwaters
Slangenboten zijn lange, smalle kano’s. De achtersteven heeft de vorm van het schild van een cobra, vandaar de naam slangenboot. In het verleden werden deze boten na de oogsttijd door de strijdende koningen van de backwaters gebruikt voor hun oorlogen. Toen de oorlogen ten slotte ophielden, nam de behoefte aan dit soort boten af. Later werden deze majestueuze boten alleen nog tijdens tempelfeesten ingezet. Dan werden ze met veel ophef van een bemanning voorzien, versierd en gebruikt als pronkstukken van de plaatselijke cultuur. Tijdens feestdagen werden er bootraces gehouden ter ere van aanwezige hoogwaardigheidsbekleders. Deze traditie, die zo’n duizend jaar geleden begon, is nog steeds populair.
Meestal doen er wel zo’n twintig boten aan de race mee, elk met een bemanning van 100 tot 150 personen. Deze roeiers hebben korte roeispanen en zitten in twee rijen in de lengterichting van de boot. Vier stuurlieden staan met langere roeispanen op de achtersteven om de boot aan te sturen. Twee anderen staan op het middelschip en slaan met houten stokken op een klankbord om de maat aan te geven voor de roeiers. En dan is er ook nog de aanmoediging van een stuk of zes mannen die meevaren. Die klappen, fluiten, roepen, en zingen de unieke schippersliederen om de bemanning aan te sporen de vaart erin te houden. Na een tijdje precies in het aangegeven ritme te hebben geroeid, gebruiken de jonge mannen hun laatste restje energie in een spectaculaire race naar de finish.
Toen Jawaharlal Nehru in 1952 als eerste premier van India een bezoek bracht aan Alleppey, een belangrijke stad in de backwaters, was hij zeer onder de indruk van de bootrace. Hij raakte er zelfs zo door geboeid dat hij de veiligheidsmaatregelen negeerde, in de winnende boot stapte en samen met de roeiers ging klappen en zingen. Na terugkomst in Delhi stuurde hij een geschenk, een zilveren replica van een slangenboot, met daarop zijn handtekening en de inscriptie: „Aan de winnaars van de bootrace die een uniek kenmerk is van het gemeenschapsleven”. Deze zilveren boot wordt gebruikt als trofee voor de jaarlijkse Nehru Trophy Race. Elk jaar komen hier zo’n honderdduizend bezoekers op af. Op die momenten komen de normaal gesproken rustige backwaters helemaal tot leven.
Drijvende luxehotels
Slangenboten zijn niet de enige boten in de backwaters die toeristen trekken. Rijstboten — boten in oude stijl die zijn omgebouwd tot luxueuze houseboats — worden ook steeds populairder.
Hoewel veel van de boten die door toeristen worden gebruikt nieuw zijn, bestaan er nog rijstboten van ruim honderd jaar oud, en die zijn voor de toeristen omgebouwd. Vroeger stonden ze bekend als kettuvallam, wat „boot met knopen” betekent. De hele boot was gemaakt van planken van broodvruchtboomhout en werd bijeengehouden met knopen van kokostouw, zonder dat er ook maar één spijker aan te pas kwam. Deze boten werden gebruikt om rijst en andere producten van het ene naar het andere dorp te brengen en om specerijen naar verre oorden te vervoeren. Met de komst van moderne transportmiddelen raakten de boten bijna helemaal in onbruik. Totdat een slimme ondernemer op het idee kwam ze om te bouwen tot houseboats voor de toeristenindustrie. Met prachtig gemeubileerde woonkamers, voorzien van balkon en een luxe slaapkamer met aangrenzende badkamer, kunnen de houseboats drijvende hotels worden genoemd. Het aanwezige personeel brengt uw boot naar elke plek die u maar wilt, en kan voor u koken waar u maar trek in hebt.
Bij het vallen van de avond kunnen de boten aanleggen bij de oever of, voor wie meer stilte en privacy zoekt, midden op een meer voor anker gaan. Daar kan men genieten van de betoverende stilte van de backwaters, die alleen wordt verbroken door het geluid van visjes die af en toe uit het water springen omdat ze de slaap niet kunnen vatten!
Het leven rond de backwaters bestaat echter niet alleen uit ontspanning. Er zijn ook „vissers van mensen” die ijverig aan het werk zijn.
’Naar mensen vissen’ in de backwaters
De uitdrukking „vissers van mensen” is afkomstig van Jezus. Hij zei tegen vissers die discipelen van hem werden: „Komt achter mij en ik zal u vissers van mensen maken.” Jezus doelde hier op het werk om mensen te helpen zijn discipelen te worden (Mattheüs 4:18, 19; 28:19, 20). Die opdracht wordt door Jehovah’s Getuigen over de hele wereld uitgevoerd, ook door degenen die in de gebieden van de backwaters wonen.
In Kerala zijn 132 gemeenten van Jehovah’s Getuigen, waaronder dertien rond de backwaters. Velen in die gemeenten zijn ook visser van beroep. Tijdens het vissen sprak een van hen met een collega over Gods koninkrijk. De man kon al gauw het verschil zien tussen de leringen van zijn kerk en de Bijbel. Zijn vrouw en vier kinderen kregen ook belangstelling en er werd een Bijbelstudie begonnen. Ze maakten snel vorderingen en vier van de zes gezinsleden zijn al gedoopt. De twee andere kinderen streven naar de doop.
Enkele leden van een gemeente reisden per boot naar een klein eiland om daar te prediken. Vanwege de onregelmatige veerdienst van en naar het eiland noemt de plaatselijke bevolking het kadamakudi, wat „je komt er niet meer weg” betekent. De Getuigen ontmoetten er Johny en zijn vrouw, Rani. Hoewel ze van huis uit katholiek waren, kwamen ze vaak in een meditatiecentrum waar ze zo veel mogelijk geld aan gaven. Johny was zeer geïnteresseerd in de Bijbelse waarheidsboodschap en er werd een Bijbelstudie met hem begonnen. Op zijn beurt begon hij zijn pas gevonden geloof met anderen te delen. De Bijbelse waarheid hielp hem met roken en zwaar drinken te stoppen.
Omdat Johny’s baan niet in overeenstemming was met de Bijbel bracht hij veranderingen aan. Eerst leidde dit tot financiële problemen voor het gezin. Maar al gauw kon Johny door de vangst en verkoop van krabben in het levensonderhoud van zijn gezin voorzien. In september 2006 werd hij gedoopt en zijn vrouw en twee kinderen werden een jaar later gedoopt. Het vooruitzicht op eeuwig leven in een wereldomvattend paradijs heeft hun kijk op het leven compleet veranderd. — Psalm 97:1; 1 Johannes 2:17.
Een bezoek aan de backwaters van Kerala is echt een unieke ervaring. Niet alleen vanwege de Chinese visnetten, de slangenboten en de houseboats, maar ook vanwege de „vissers van mensen”, de getrouwe Getuigen van Jehovah die er wonen.
[Kaart op blz. 22, 23]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
INDIA
KERALA
[Illustratie op blz. 23]
Vissen hoort bij het leven in Kerala
[Verantwoording]
Top photo: Salim Pushpanath
[Illustratie op blz. 23]
Vrouwen vangen vis met hun blote handen
[Illustratie op blz. 24]
Slangenbootrace
[Illustratie op blz. 24]
„Kettuvallam”
[Illustratie op blz. 24, 25]
Houseboat
[Illustratie op blz. 24, 25]
Johny en Rani
[Illustratieverantwoording op blz. 24]
Salim Pushpanath