WIJNZAKKEN
Het Griekse woord aʹskos duidt op een zak die gemaakt is van een complete dierehuid. Jezus Christus zei: „Ook doet men geen nieuwe wijn in oude wijnzakken [leren zakken, Int]; doet men dit echter wel, dan barsten de wijnzakken en loopt de wijn eruit en gaan de wijnzakken verloren. Maar nieuwe wijn doet men in nieuwe wijnzakken, dan blijven beide behouden” (Mt 9:17; Mr 2:22; Lu 5:37, 38). Tijdens de gisting van nieuwe wijn ontstaat kooldioxide, dat druk op de leren zakken uitoefent. Nieuwe huiden rekken uit; oude huiden, die niet meer elastisch zijn, barsten door de druk.
Deze illustratie maakte deel uit van Jezus’ antwoord op de vraag waarom zijn discipelen zich niet aan alle oude gewoonten en gebruiken van de Farizeeën hielden. Jezus zinspeelde er kennelijk op dat de waarheid van het christendom zo krachtig en dynamisch is dat het oude stelsel van het judaïsme, dat geen vitaliteit en veerkracht meer bezat en snel zou verdwijnen, het niet kon bevatten (Mt 9:14-16). Een algemene bespreking van leren zakken en het gebruik ervan is te vinden onder ZAK, LEREN.