Leviticus 19:2 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 2 „Spreek tot de gehele vergadering van de zonen van I̱sraël, en gij moet tot hen zeggen: ’GIJ dient U heilig te betonen,+ want ik, Jehovah, UW God, ben heilig.+ Jesaja 6:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 En de een riep de ander toe en zei: „Heilig, heilig, heilig is Jehovah der legerscharen.+ De volheid van heel de aarde is zijn heerlijkheid.” 1 Petrus 1:16 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 16 want er staat geschreven: „GIJ moet heilig zijn, want ik ben heilig.”+
2 „Spreek tot de gehele vergadering van de zonen van I̱sraël, en gij moet tot hen zeggen: ’GIJ dient U heilig te betonen,+ want ik, Jehovah, UW God, ben heilig.+
3 En de een riep de ander toe en zei: „Heilig, heilig, heilig is Jehovah der legerscharen.+ De volheid van heel de aarde is zijn heerlijkheid.”