18 En de berg Si̱naï stond geheel in rook,+ wegens het feit dat Jehovah in vuur daarop neerdaalde;+ en de rook ervan bleef opstijgen als de rook van een kalkoven,+ en de gehele berg beefde zeer.+
11 Gijlieden zijt dus naderbij gekomen en aan de voet van de berg gaan staan, en de berg brandde van vuur tot aan het midden van de hemel;* er was duisternis, een wolkgevaarte en dikke donkerheid.+