2 „Mijn knecht Mo̱zes is gestorven;+ nu dan, sta op, trek deze Jorda̱a̱n over, gij en heel dit volk, naar het land dat ik hun, de zonen van I̱sraël, geef.+
23 Jo̱zua veroverde dus het gehele land, overeenkomstig alles wat Jehovah aan Mo̱zes beloofd had,+ en daarna gaf Jo̱zua het aan I̱sraël ten erfdeel volgens de hun toekomende delen, naar hun stammen.+ En het land rustte van de oorlog.+