22 Daarom zijt gij inderdaad groot,+ o Soevereine Heer Jehovah; want er is geen ander als gij+ en er is geen God behalve gij+ onder allen van wie wij met onze oren hebben gehoord.
18 Wie is een God* als gij,+ een die dwaling vergeeft en voorbijgaat aan de overtreding+ van het overblijfsel van zijn erfdeel?+ Hij zal stellig niet voor eeuwig aan zijn toorn vasthouden, want hij schept behagen in liefderijke goedheid.*+