10 En de Kanaänieten die in Ge̱zer+ woonden, verdreven zij niet,+ en de Kanaänieten wonen nog tot op deze dag in het midden van E̱fraïm+ en werden aan slaafse dwangarbeid onderworpen.+
21 Bijgevolg gaven zij hun de toevluchtsstad+ voor de doodslager,+ namelijk Si̱chem,+ en zijn weidegrond+ in het bergland van E̱fraïm, en Ge̱zer+ en zijn weidegrond,