Leviticus 26:41 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 41 Nochtans ben ik, van mijn kant, in verzet tegen hen gaan wandelen,+ en ik moest hen in het land van hun vijanden brengen.+ Misschien* dat dan hun onbesneden hart+ zich zal vernederen+ en zij dan hun dwaling zullen afbetalen. 2 Kronieken 33:12 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 12 En zodra hij erdoor in benauwdheid geraakte,+ vermurwde hij het aangezicht van Jehovah, zijn God,+ en hij bleef zich zeer verootmoedigen+ wegens de God van zijn voorvaders. Jakobus 4:10 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 10 Vernedert U in de ogen van Jehovah*+ en hij zal U verhogen.+
41 Nochtans ben ik, van mijn kant, in verzet tegen hen gaan wandelen,+ en ik moest hen in het land van hun vijanden brengen.+ Misschien* dat dan hun onbesneden hart+ zich zal vernederen+ en zij dan hun dwaling zullen afbetalen.
12 En zodra hij erdoor in benauwdheid geraakte,+ vermurwde hij het aangezicht van Jehovah, zijn God,+ en hij bleef zich zeer verootmoedigen+ wegens de God van zijn voorvaders.