6 Gij alleen zijt Jehovah;+ gijzelf hebt de hemel gemaakt,+ [ja] de hemel der hemelen, en heel zijn heerleger,+ de aarde+ en al wat daarop is,+ de zeeën+ en al wat daarin is;+ en gij houdt dat alles in het leven; en het heerleger+ van de hemel buigt zich voor u neer.
12 Hij* is de Maker van de aarde door zijn kracht,+ Degene die het productieve land* door zijn wijsheid stevig bevestigt,+ en Degene die door zijn verstand de hemelen heeft uitgespannen.+
11 „Gij, Jehovah,* ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid+ en de eer+ en de kracht te ontvangen,+ want gij hebt alle dingen geschapen,+ en vanwege uw wil+ bestonden ze en werden ze geschapen.”+
7 en hij zei met een luide stem: „Vreest God+ en geeft hem heerlijkheid,+ want het uur van het oordeel door hem is gekomen,+ en aanbidt daarom Degene die de hemel en de aarde en [de] zee en [de] waterbronnen gemaakt+ heeft.”+