3 Dit heeft Jehovah gezegd: „Oefent gerechtigheid en rechtvaardigheid, en bevrijdt de beroofde uit de hand van de afzetter, en behandelt geen enkele inwonende vreemdeling, vaderloze jongen of weduwe slecht.+ Doet [hun] geen geweld aan.+ En vergiet geen onschuldig bloed in deze plaats.+