44 en zij zullen u en uw kinderen in u tegen de grond verpletteren,+ en zij zullen in u geen steen op de andere laten,+ omdat gij de tijd waarin gij werdt geïnspecteerd,+ niet hebt onderscheiden.”
28 Jezus keerde zich om naar de vrouwen en zei: „Dochters van Jeru̱zalem, houdt op over mij te wenen. Weent daarentegen over UZELF en over UW kinderen;+