10 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Jehovah, je God, moet je aanbidden+ en alleen voor hem moet je heilige dienst doen.”’+
7 Hij zei met luide stem: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want het uur van oordeel door hem is gekomen.+ Aanbid daarom hem die de hemel, de aarde, de zee+ en de waterbronnen heeft gemaakt.’