5 Vóór de komst van de grote en ontzagwekkende dag van Jehovah+ stuur ik jullie de profeet Eli̱a.+6 Hij zal het hart van vaders tot zonen terugbrengen+ en het hart van zonen tot vaders. Anders zou ik moeten komen om de aarde te slaan en voor de vernietiging te bestemmen.’
12 Hij antwoordde: ‘Eli̱a zal inderdaad eerst komen en alles herstellen.+ Maar hoe kan er dan over de Mensenzoon geschreven staan dat hij veel lijden+ moet ondergaan en vernederd moet worden?+
17 Bovendien zal hij voor hem uit gaan met de geest en de kracht van Eli̱a+ om het hart van vaders tot kinderen terug te brengen+ en ongehoorzame mensen tot de praktische wijsheid van rechtvaardigen. Zo zal hij voor Jehovah een volk voorbereiden.’+