14 Hierna ging één van de twaalf, degene die Judas Iska̱riot+ werd genoemd, naar de overpriesters.+ 15 Hij zei: ‘Wat geven jullie me als ik hem aan jullie verraad?’+ Ze beloofden hem 30 zilverstukken.+ 16 Vanaf toen bleef hij naar een goed moment zoeken om Jezus te verraden.

10 Judas Iska̱riot, één van de twaalf, ging naar de overpriesters om Jezus aan hen te verraden.+ 11 Ze waren opgetogen toen ze dat hoorden en beloofden hem zilverstukken te geven.+ Hij begon dus te zoeken naar een gelegenheid om hem te verraden.

70 Jezus antwoordde hun: ‘Ik heb jullie alle twaalf zelf uitgekozen.+ Toch is een van jullie een lasteraar.’+

2 De avondmaaltijd was aan de gang* en de Duivel had Judas Iska̱riot, de zoon van Simon, al ingegeven*+ hem te verraden.+

27 Toen Judas het stuk brood had aangepakt, kwam Satan in hem.+ Daarom zei Jezus tegen hem: ‘Wat je doet, doe dat nog sneller.’

16 ‘Mannen, broeders, de heilige geest heeft via David een profetie uitgesproken over Judas,+ die de weg heeft gewezen aan degenen die Jezus gevangennamen. Dat Schriftgedeelte moest vervuld worden.+ 17 Hij was een van ons+ en had een aandeel aan deze dienende taak.*