Psalmen
Een lied van de opgangen.* Van David.
124 ‘Als Jehovah niet met ons was geweest’+
— laat Israël het herhalen —
2 ‘als Jehovah niet met ons was geweest+
toen mensen ons wilden aanvallen,+
3 dan hadden ze ons levend verslonden,+
zo woedend waren ze op ons.+
5 Het kolkende water had ons* overspoeld.
6 Jehovah komt alle eer toe,
want hij heeft ons niet ten prooi gegeven aan hun tanden.
7 We* zijn als een vogel die is ontsnapt uit het net van de jager.+
Het net is gescheurd en we zijn ontsnapt.+