Psalmen
Voor de koorleider. Een psalm van David.
41 Gelukkig wie aandacht heeft voor de zwakke.+
Op de dag van onheil zal Jehovah hem redden.
2 Jehovah zal hem beschermen en in leven houden.
4 Ik zei: ‘Jehovah, heb medelijden.+
Genees mij,*+ want ik heb tegen u gezondigd.’+
5 Mijn vijanden spreken kwaad over me en zeggen:
‘Wanneer sterft hij en verdwijnt zijn naam?’
6 Als een van hen me opzoekt, spreekt zijn hart bedrog.
Hij zoekt iets nadeligs om te vertellen,
hij gaat naar buiten en strooit het rond.
7 Al mijn haters fluisteren onder elkaar,
ze bedenken iets slechts tegen mij:
8 ‘Iets vreselijks heeft hem geveld.
Nu hij ligt, staat hij vast niet meer op.’+
10 O Jehovah, heb medelijden en help me overeind,
zodat ik het ze kan vergelden.
11 Hieraan zal ik weten dat u ingenomen met me bent:
als mijn vijand niet triomfantelijk over me kan juichen.+
Amen, amen.