Een psalm van David.
29 Geef Jehovah erkenning, zonen van machtigen,
geef Jehovah erkenning voor zijn glorie en kracht.+
2 Geef Jehovah de eer die zijn naam verdient.
Buig voor Jehovah in heilige kleding.
3 De stem van Jehovah klinkt over de wateren,
de glorieuze God dondert.+
Over vele wateren is Jehovah.+
4 De stem van Jehovah is vol kracht,+
de stem van Jehovah is vol glorie.
5 De stem van Jehovah breekt de ceders,
ja, Jehovah versplintert de ceders van de Libanon.+
6 Hij laat de Libanon springen als een kalf
en de Si̱rjon+ als een jonge wilde stier.
7 De stem van Jehovah slaat in met vuurvlammen.+
8 De stem van Jehovah laat de woestijn schudden.+
Jehovah laat de woestijn van Ka̱des+ beven.
9 De stem van Jehovah laat de hinden bevend hun jongen werpen
en maakt de wouden kaal.+
‘Eer God!’, zegt iedereen in zijn tempel.
10 Jehovah troont boven de watervloed,+
Jehovah troont als Koning voor altijd.+
11 Jehovah zal zijn volk sterken.+
Jehovah zal zijn volk zegenen met vrede.+