Hosea
3 Toen zei Jehovah tegen me: ‘Ga opnieuw, heb de vrouw lief die door een andere man wordt bemind en die overspel pleegt,+ net zoals Jehovah de Israëlieten liefheeft+ terwijl ze zich tot andere goden+ keren en houden van rozijnenkoeken.’*
2 Dus kocht ik haar voor 15 zilverstukken en anderhalve homer* gerst. 3 Daarna zei ik tegen haar: ‘Je zult veel dagen van mij zijn. Je mag je niet prostitueren* en je mag geen gemeenschap hebben met een andere man. Ik zal ook zo met jou omgaan.’*
4 Want de Israëlieten zullen lange tijd* geen koning,+ leider, slachtoffer, zuil, efod*+ en huisgoden*+ hebben. 5 Daarna zullen de Israëlieten terugkomen en Jehovah, hun God,+ en David, hun koning,+ zoeken. En aan het einde van de dagen zullen ze bevend naar Jehovah en naar zijn goedheid komen.+