Wat zal er met de kerken gebeuren? — De betekenis voor u
TEN einde te begrijpen wat er met de kerken zal gebeuren, moet u eerst inzien waarom ze vandaag de dag eigenlijk zo in verwarring zijn. De voornaamste reden die de bijbel aangeeft is deze: „Ziet! Zij hebben Jehovah’s wóórd verworpen, en wat voor wijsheid hebben zij dan?” — Jer. 8:9.
Als u voor een gevaarlijke reis gebruik zou willen maken van een wegenkaart, zou u dan uw vertrouwen stellen in het gekrabbel van een baby in plaats van in een kaart die door de verkeersautoriteiten werd vervaardigd? U weet dat u zou verdwalen als u dat deed. De kerken hebben dit met de bijbel gedaan. Ze hebben de leiding van ’s mensen onfeilbare Schepper de rug toegekeerd en zich tot de denkbeelden van onvolmaakte, zondige mensen gewend. Zodoende zijn de kerken nu de weg kwijt.
God heeft de bijbel als een gids voor de mens geïnspireerd. Hierin wordt ons de waarheid omtrent de Schepper verteld, dus wie hij is en wat zijn voornemens met betrekking tot de mens en de aarde zijn. Wij krijgen de verzekering: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust tot ieder goed werk.” — 2 Tim. 3:16, 17.
De apostel Paulus wist Gods Woord naar waarde te schatten, zeggende: „Toen gij Gods woord hebt ontvangen, hetwelk gij van ons hebt gehoord, hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is” (1 Thess. 2:13). Ten einde medegelovigen te behoeden, waarschuwde Paulus: „’Gaat niet buiten de dingen die geschreven staan’, opdat niemand van u opgeblazen wordt ten gunste van de een en tegen de ander.” — 1 Kor. 4:6.
Gods Woord wordt de rug toegekeerd
De geestelijken van de kerken der christenheid denken thans over het algemeen niet zo over de bijbel. Steeds meer van hen aanvaarden hem niet als het Woord van God. Let u maar eens op enkele van de vele berichten over hun ware denkwijze:
De methodistenpredikant R. Anders van de Verenigde Staten: „De bijbel is de grootste verzameling mythologie in de geschiedenis van de Westerse Beschaving.” — Tijdschrift Time.
„Amerika’s leidinggevende Presbyteriaanse Kerk heeft de traditionele leerstelling dat de bijbel onfeilbaar is, verworpen.” — Daily Telegraph, Sydney, Australië.
R. Brong, deken van de Baptistenuniversiteit in Kentucky, zei: „De Baptistenkerken worden overstroomd en hun getuigenis tenietgedaan door een vloed van als predikanten vermomde ongelovigen die uit modernistische universiteiten en seminaries stromen — ongelovige predikanten die de bijbel verwerpen en zichzelf dienen in plaats van Christus.” — Ashland Avenue Baptist, Lexington, Kentucky.Dit vertegenwoordigt de thans heersende, algemene tendens onder de geestelijken. Ook Reader’s Digest beaamde dit door te zeggen: „Velen van hen die thans tot de hoogste leiders van de kerk behoren — vooral in wat de ’grootste stromingen’ wordt genoemd — stellen de kerklidmaten in twee opzichten hevig teleur: 1. door voor de steelse neiging te zwichten de bijbel als het onfeilbare Woord van God te kleineren, en 2. door pogingen om de voornaamste stuwkracht van de kerk van het geestelijke naar het wereldlijke te verschuiven.”
Het geloof in God wordt gedood
Door de bijbel in de ogen van de mensen teniet te doen, hebben de geestelijken eraan meegewerkt het geloof in God te doden. Velen redeneren dat als de bijbel niet Gods gids voor de mens is en aangezien de kerken in verwarring verkeren, God misschien niet bestaat. Zoals het Duitse weekblad Stern berichtte, gaf zelfs de Nederlandse katholieke theoloog E. Schillebeeckx toe: „God is door het beeld dat de kerken van hem hebben geschilderd reeds heel lang uitgewist.”
God is ook „uitgewist” in de geest van velen van hen die, naar men veronderstelt, de mensen over hem onderwijzen, namelijk de geestelijken. In een onderzoek over geestelijken dat door het tijdschrift McCall’s werd ingesteld, kwam het volgende aan het licht: „Een aanzienlijk aantal verwierp het denkbeeld van een persoonlijke God volkomen.”
Hoewel dit tenietdoen van de bijbel en van het geloof in God de laatste jaren in een sneller tempo is gegaan, is een dergelijke handelwijze van de geestelijkheid in wezen niet nieuw. De in Victoria, in Brits Columbia verschijnende Colonist verklaarde: „Zogenaamde moderne ideeën omtrent de bijbel zijn sinds 1920 elke theologische student van de Anglicaanse en Verenigde Kerk onderwezen.” Dit geldt voor nagenoeg alle theologische studenten ter wereld. Zo verklaarde de commentator L. Cassels in een officieel bericht van United Press International:
„De mensen verwachten door de kerk, en vooral door haar geordineerde predikanten, te worden geholpen hun weg naar een levend, verjongend, hervormend geloof in God te vinden. Hoe kan een predikant iemand anders echter op zulk een geloof wijzen als hij het zelf niet heeft, zoals een aanzienlijk aantal jonge (en verscheidene niet meer zo jonge) predikanten innerlijk toegeven?”
Cassels zei ook: „Hoe beroemder het seminarie is, des te corrosiever de sfeer van scepticisme wellicht is die in de faculteit en onder de studenten heerst.”
Hoe staat het met uw geestelijke?
Heeft uw geestelijke u Gods Woord onderwezen? Bent u van hem de bijbelse antwoorden te weten gekomen op zulke essentiële vragen als deze: Waarom sterft de mens? Waar zijn de doden? Waarom heeft God goddeloosheid zo lang toegelaten? Wat is Gods geneesmiddel voor de problemen van deze wereld? Wat zal de toekomst u brengen?
Uw geestelijke zou weliswaar kunnen zeggen dat hij respect heeft voor de bijbel. Hij doet er wellicht zelfs aanhalingen uit. Aanvaardt hij echter alles wat erin staat als het geïnspireerde Woord van God? Heeft hij u er werkelijk uit onderwezen? U kunt dit heel gauw te weten komen door deze eenvoudige proef te nemen: Kunt u de bijbel opslaan en iemand anders de antwoorden op de vragen van voorgaande alinea laten zien?
Tolereert uw religie bovendien geestelijken die de bijbel niet als het Woord van God aanvaarden? Verdedigt úw geestelijke de bijbel tegen deze vijanden van Gods Woord die in alle kerken van de christenheid toenemen? De bijbel waarschuwt: „Een weinig zuurdeeg doet de gehele massa gisten” (Gal. 5:9). Eén rotte appel zal, als hij niet wordt verwijderd, de hele mand met appels aansteken. De kerkstelsels hebben echter de geestelijken die de bijbel kleineren niet uit hun gelederen verwijderd; in plaats daarvan blijven zij in hoog aanzien. Daarom zijn de kerken zo door en door met goddeloze leerstellingen besmet.
De prijs die zij moeten betalen
De bijbel geeft de waarschuwing: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Gal. 6:7). De geestelijken hebben minachting voor de bijbel en zijn Auteur, Jehovah God, gezaaid. Hun oogst kan niet goed zijn.
Iets van die oogst wordt reeds door de geestelijken binnengehaald: grote verwarring in de kerken; kerklidmaten die met tienduizenden de kerk verlaten; de snelle daling in het aantal inschrijvingen voor seminaries en toetredingen tot religieuze orden; priesters, predikanten en nonnen die in recordaantallen uittreden.
Aangezien de geestelijken zeggen dat men zich niet langer op de bijbel kan verlaten en zij zelfs het bestaan van God in twijfel trekken, is het logisch dat velen zich nu afvragen waarvoor zij de geestelijken eigenlijk nodig hebben. Zo hebben de geestelijken dus het zaad van hun eigen vernietiging gezaaid! De in Lancashire (Engeland) verschijnende Evening Post van 12 november 1969 zei dan ook:
„Het verloren gegane gezag van de preekstoel zowel als de verminderde eerbied voor beweringen van geestelijke leiders waren voornamelijk het gevolg van minder eerbied voor de bijbel, zo beweerde F. Ockenden, opziener-predikant voor het Garstangdistrict van de methodistenkerk.
In zijn maandelijks mededelingenblad zegt hij: ’Nu ons door zo velen wier ambt van hen eist dat zij de bijbel als het woord van God onderwijzen, wordt gezegd dat dit niet zo is, is er een autoriteit vernietigd waarvoor geen vervangingsmiddel is.’ . . .
Het gevolg is nu een rampspoedig verlies van vertrouwen in de christelijke religie en het feit dat men de christelijke maatstaven voor een moreel gedrag heeft laten varen.”
De toekomst
Denkt u evenwel niet dat de toekomst van de kerken niets anders dan een doorlopende achteruitgang in kerklidmaten en geestelijken zal zijn. Dit zal de eerstkomende jaren weliswaar sneller gaan, doch er staat de kerken iets veel ernstigers te wachten.
Jezus Christus heeft gezegd: „Een goede boom kan geen waardeloze vruchten dragen, noch kan een rotte boom voortreffelijke vruchten dragen. Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.” — Matth. 7:17-19.
Wat voor „vruchten” brengen de geestelijken voort? Aangezien zij de mensen van God en zijn Woord afkeren, moet het eerlijke antwoord zijn dat zij „waardeloze vruchten” voortbrengen. Wat voor „boom” brengt volgens Jezus’ zeggen dergelijke vruchten voort? Een „rotte boom”. Wat zal er met een dergelijke „boom” gebeuren? Hij „wordt omgehakt en in het vuur geworpen”.
Begrijp goed: De geestelijken van de christenheid dienen God thans NIET. Zij zijn NIET zijn vertegenwoordigers. Tot zulke personen zegt Jehovah in feite: „Ikzelf heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven. Zij zullen dit volk dus in geen enkel opzicht baat brengen” (Jer. 23:32). Vraag uzelf eens af: Als God met de kerken was, zouden ze dan zo in verwarring zijn? Zou de Organisator van het schitterende universum, dat uit miljarden sterren en planeten bestaat, de kerken niet kunnen organiseren als ze van hem waren? De toestand waarin ze verkeren vormt al het bewijs dat God niet met ze is, want „God is geen God van wanorde, maar van vrede”. — 1 Kor. 14:33.
Hoe luidt het oordeel dan dat God over de kerken heeft uitgesproken? Over alle valse religie sprekend alsof ze een hoer is, zegt de bijbel: „Op één dag [zullen] haar plagen komen, dood en rouw en hongersnood, en ze zal geheel verbrand worden met vuur, want Jehovah God, die haar heeft geoordeeld, is sterk” (Openb. 18:8). Vernietigende krachten „zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden”. — Openb. 17:16.
Dat oordeel van God zal de aarde voor altijd van kerken en geestelijken die de mensen van de ware aanbidding van God afkeren, bevrijden: „Ze zal nooit meer gevonden worden” (Openb. 18:21). Dan zal God zijn aandacht richten op de rest van deze goddeloze wereld, met inbegrip van andere haters van God en zijn Woord. De bijbel toont duidelijk aan dat ook hun einde nadert, want de vernietiging van valse religie komt vlak voordat God de rest van dit goddeloze samenstel van dingen vernietigt. — Openb. 19:17-21.
De werkelijke betekenis van wat er in de kerken gaande is, is dus dat wij zeer dicht het tijdstip zijn genaderd waarop ’de wereld voorbijgaat en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, in eeuwigheid blijft’. — 1 Joh. 2:17.
Het doen van Gods wil is heden ten dage dus voor ons allemaal een kwestie van leven en dood. Daarom is het thans dringend dat u uw verhouding tot God onderzoekt. Niets van wat u de eerstkomende jaren doet is belangrijker dan dat. U moet te weten komen of uw manier van aanbidding Gods goedkeuring heeft, want u zou aangesloten kunnen zijn bij een religie die door God aan de vernietiging is prijsgegeven.
[Illustratie op blz. 21]
Steeds minder geestelijken aanvaarden de bijbel als het Woord van God, doch in plaats daarvan geven zij de voorkeur aan de filosofieën van mensen