Alpenbloemen overleven het!
DE HOGE bergtoppen, de stimulerende lucht en het onbedorven natuurschoon trekken jaarlijks miljoenen vakantiegangers naar de laatste regionen die nog niet door de mens zijn aangetast — de bergen. De schoonheid van de bergen kan echter zowel in het zeer kleine als in het majestueuze, zowel binnen handbereik als aan de verre einder liggen.
In het late voorjaar en de zomer zijn de berghellingen bedekt met alpenbloemen in elke tint en is het sobere grasland veranderd in een weelderig tapijt met blauwe, rode en gele kleurschakeringen. Deze alpiene flora treft u overal op aarde op bergketens aan, op hoogten van meer dan 5500 meter in de Himalaja tot op zeeniveau in Alaska en andere ijzige streken.
Strikt genomen zijn alpen- of alpiene bloemen de bloemen die boven de boomgrens groeien, maar vaak wordt de term ook gebruikt voor in de bergen groeiende bloemen die in de bossen en weiden op een wat lagere hoogte worden aangetroffen.
Wat alpenbloemen uniek maakt, is hun vermogen om klimaatuitersten te doorstaan die andere planten niet kunnen verdragen.
Het leven op de top is moeilijk
Extreme temperaturen. De extreme temperaturen die sommige alpenplanten kunnen verdragen, zijn buitengewoon. Hoog in de bergen kan de temperatuur van de lucht ’s nachts wel 15° of 20 °C dalen. De planten die op rotsachtige oppervlakten groeien, kunnen een temperatuurwisseling van wel 70 °C in 24 uur verdragen. De wintertemperaturen kunnen bijzonder laag zijn.
Veel alpenplanten kruipen bijeen, dicht bij de grond, waar de temperatuur niet zo extreem is. Andere hebben hun eigen antivries: Hun sap bevat een hoge concentratie van bepaalde zouten die ze in staat stellen in leven te blijven bij temperaturen waarbij de meeste planten dood zouden gaan. Door deze interne chemie groeit er zelfs een alpenplant op ruim 1900 kilometer ten noorden van de poolcirkel.
Gebrek aan water. Hoewel er in de bergen over het algemeen zeer veel neerslag is, heeft hij een groot deel van het jaar de vorm van sneeuw. De plant kan pas over het water beschikken als de sneeuw smelt. Sommige in de bergen groeiende planten kunnen het dan ook zes maanden of langer zonder water moeten stellen. Daarom hebben veel van deze planten het vermogen water vast te houden, net zoals woestijnplanten.
Als in het voorjaar de sneeuw smelt, kan zich een nieuw probleem voordoen: te veel water! Veel alpenbloemen gedijen dan ook op hellingen waar het water snel wegloopt. Alpenplanten moeten snel tot bloei komen in de korte periode dat er water beschikbaar is en de temperatuur stijgt. Sommige ontwikkelen bij het ontkiemen warmte, wat ze in staat stelt door de sneeuw te dringen en al te bloeien voordat de sneeuw helemaal smelt.
Krachtige winden. Naast de fysieke schade die krachtige winden kunnen aanrichten, verminderen ze ook de vochtigheid van de lucht sterk en dragen ze bij tot de erosie van de bodem. Sommige alpenplanten groeien bij wijze van bescherming in compacte kussens, terwijl andere zich dicht tegen de grond vlijen.
Schadelijk ultraviolet licht. Net zoals te veel ultraviolet licht de huid kan verbranden van wie er niet op bedacht is, kan het ook de alpenflora schade berokkenen. Het voornaamste effect is, dat de groei van de plant erdoor vertraagd wordt, met als gevolg dat alpenbloemen meestal veel kleiner zijn dan verwante soorten die op lagere hoogten groeien.
In weerwil van deze formidabele problemen kunnen de alpenbloemen op twee bondgenoten van onschatbare waarde rekenen.
Sneeuw. Sneeuw vormt een warmtedeken die ze tegen ijzige temperaturen in de wintermaanden beschermt. In een bepaald gebied bleek de temperatuur onder een 50 centimeter dikke laag sneeuw meer dan 15 °C hoger te zijn dan erboven. De sneeuw vormt ook een enorm reservoir van water dat juist als de planten het nodig hebben beschikbaar komt, in het voorjaar als de groei wordt hervat.
Mist. De mist, die door wandelaars en bergbeklimmers wordt gevreesd, helpt de alpenbloemen door de atmosfeer vochtig te houden. Terzelfder tijd tempert de mist het sterke zonlicht en zorgt hij voor een meer gelijkmatige, diffuse verlichting voor de gebieden die in de schaduw liggen.
Vertraag uw pas, geniet ervan
Waar zijn de bloemen te vinden? Bijna overal. Sommige zijn klein en blijven onopgemerkt door de achteloze voorbijganger. Maar een rustige blik over de grond op de hogere hellingen zal vaak kleine bloempjes onthullen die prachtig van kleur en vorm zijn. Soms is een heel veld met één soort bekleed, terwijl andere weiden veel variëteiten herbergen, waarvan de diverse kleuren een onvergetelijk mozaïek vormen. Bij weer andere planten is het alsof zich uit nissen en spleten een waterval van bloemen stort; met hun dunne, taaie wortels zijn ze in staat zich stevig vast te houden aan minuscule scheurtjes in de rotsen.
Met behulp van een veldgidsje is het niet moeilijk de bloemen te identificeren, en u zult er daardoor nog meer van genieten. De tijd die u aan het bekijken ervan besteedt, zal u een nieuw inzicht geven in de unieke schoonheid van de bergen. Hun bloemenpracht doet ons denken aan de woorden van de psalmist: „Looft Jehovah . . . gij bergen en al gij heuvels” (Psalm 148:7, 9). In zijn wijsheid heeft de Grootse Schepper naast de woestijnen en de vruchtbare vlakten ook de alpenhoogten bekleed met prachtige bloemen.