De moderne geschiedenis van Jehovah’s getuigen
Deel 12: Een tijdperk van geprofeteerd geluk begint
SEDERT 1926 zijn Jehovah’s getuigen een tijdperk binnengetreden van groot geestelijk geluk, zegeningen en voorspoed met betrekking tot de organisatie (Dan. 12:12, Belg. PB). Zonder destijds te weten dat elk congres van de reeks van zeven internationale congressen welke in 1922 te Cedar Point, Ohio, begon, enige betekenis had met betrekking tot de vervulling van bijbelprofetieën, trof het Genootschap regelingen voor de vijfde vergadering, die van 25 tot 31 mei 1926 in Alexandra Palace te Londen, Engeland, gehouden zou worden. De grote Royal Albert Hall werd echter gehuurd voor de openbare lezing op zondag. Deze zaal was elf minuten nadat de deuren waren opengegaan, gevuld.a De president van het Genootschap sprak tot de grote schare toehoorders over het onderwerp „Waarom de wereldmachten wankelen — het geneesmiddel.” Deze gehele lezing werd de volgende dag gepubliceerd in The Daily News van Londen, welk blad destijds een geregelde oplaag had van 800.000 exemplaren. Het besluit van deze lezing vormde een resolutie, getiteld „Een getuigenis,” welke later in de vorm van een traktaat werd gepubliceerd en waarvan over de gehele wereld vijftig miljoen exemplaren werden verspreid.b Er werd gewaarschuwd voor de verwording en val van het Britse rijk en tevens werd de ondergang van de Volkenbond bekendgemaakt. Deze aanklacht veroorzaakte niet alleen in Britannië maar alom een gehuil. Tot op deze dag herinneren de mensen Jehovah’s getuigen er aan dat zij degenen zijn die in 1926 zeiden dat Londen de „troon van het beest” was (Openb. 16:10). Eveneens in dat jaar werd er een begin gemaakt met een bouwprogramma om het Bethelhuis te Brooklyn en de drukkerij uit te breiden.c
Het zesde grote congres in deze periode waarin het oordeel werd aangekondigd, werd van 18 tot 25 juli 1927 te Toronto, Canada, gehouden. Achtduizend personen woonden de dagelijkse zittingen bij en tijdens het hoogtepunt van de vergadering, de openbare lezing op de laatste zondag, waren er 15.000 zichtbare toehoorders. Voor de eerste maal werd op een door het Wachttorengenootschap belegde vergadering een groot aantal onzichtbare internationale radioluisteraars met dit gehoor verbonden door middel van het (tot op die tijd) grootste netwerk van zendstations — drieënvijftig in aantal — welke speciaal voor die gebeurtenis in werking werden gesteld door de National Broadcasting Company van de Verenigde Staten. Het onderwerp van, de lezing was „Vrijheid voor de volken.”d Terzelfder tijd werd er op het congres een resolutie aangenomen welke was gericht „Aan de volken der ’Christenheid,’” welke resolutie later werd gepubliceerd in een brochure getiteld „Vrijheid voor de volken” en gedurende een speciale veldtocht welke gedurende de daaropvolgende maand oktober werd gehouden, voor tien cent werd verspreid.e Ten einde deze waarschuwing aan de volken der christenheid bekend te maken, werden er 1.898.796 brochures verspreid.f Het aantal aanwezigen op het Gedachtenisfeest in de lente bedroeg in dit jaar 1927 over de gehele wereld 88.544, doch slechts 18.602 van hen waren actieve werkers die van huis tot huis het Koninkrijk bekendmaakten.g
Detroit, Michigan, was het toneel van het zevende en laatste congres in de reeks internationale congressen, en het werd van 30 juli tot 6 augustus 1928 gehouden. Deze vergadering werd door twaalfduizend personen bijgewoond. Het hoogtepunt van het congres was de openbare lezing over het onderwerp „Een Heerscher voor het Volk,” die op zondag door rechter Rutherford werd uitgesproken en over de gehele aarde werd uitgezonden doordat 106 radiostations via telefoonkabels werden ingeschakeld. Aan het einde werd er door de toehoorders op enthousiaste wijze een klinkende resolutie aangenomen, „Verklaring tegen Satan en voor Jehova.”h Deze lezing verscheen tezamen met de resolutie in de brochure De Vriend der Volken, waarvan naderhand meer dan 5.400.000 exemplaren werden verspreid in de Verenigde Staten en in landen daarbuiten.i Op deze vergadering werd het boek Regeering vrijgegeven, waarin Jehovah’s theocratische regeringsvorm werd verdedigd en de bedrieglijkheden en ondergang van de regeringen van deze oude wereld aan de kaak werden gesteld. Het getuigenis in dit jaar 1928 was fenomenaal en groot was de reactie van de zijde der afvallige religie-aanhangers.
Jehovah’s getuigen zetten het werk dat er in bestond de ware aanbidding te herstellen, derhalve krachtig, vrijmoedig en energiek voort. Zij reinigden niet alleen zich zelf op geestelijk gebied en brachten niet alleen hun bijbelse denkwijze in overeenstemming met Jehovah’s denkwijze, maar er werden ook nieuwe regelingen in verband met de organisatie ontwikkeld onder leiding van de onzichtbare Koning Christus Jezus. In het begin van het jaar 1927 begon in Amerika het werk dat er in bestond op zondagen van huis tot huis de gebonden boeken en de brochures tegen een bijdrage te verspreiden. (Zie De Wachttoren van mei 1927, bladzijde 78, en van oktober 1927, de bladzijden 156-158.) Alhoewel de geestelijken enigszins geërgerd werden door de energieke werkzaamheden van de werkers van het Wachttorengenootschap in de periode gedurende de eerste jaren na 1900, werden zij nu na 1922, toen er over de gehele aarde oordeelsverklaringen van Jehovah werden verspreid, overvallen door een storm en een vloed welke dag en nacht woedde doordat hun valse leringen en grove afvalligheid in het openbaar en binnenshuis aan de kaak werden gesteld. Nu werd de christenheid veroordeeld omdat ze te kort schoot, ze werd door Jehovah verworpen en wacht haar vernietiging af. Op liefderijke wijze ondersteunde Jehovah zijn kleine groep loyale getuigen terwijl zij door de onstuimige zeeën der mensheid gingen ten einde hun opdracht na te komen welke er in bestond Jehovah’s opgetekende oordelen bekend te maken. Moedig gingen zij er mee voort de ware aanbidding op de theocratische en apostolische wijze te herstellen.
Alhoewel Jehovah’s volk zich van 1922 tot 1928 op energieke wijze inspande om hun door God gegeven opdracht te vervullen welke er in bestond de „wraak onzes Gods” bekend te maken en zijn opgetekende oordelen aan de afvallige christenheid bekend te maken, waren Satan en zijn onzichtbare bondgenoten in deze tijd bezig machten op te wekken die er uiteindelijk op waren gericht oorlog te maken met hen die ’Jehovah’s geboden bewaren’ en hen, indien dat mogelijk zou zijn, na 1928 weer te vernietigen. Een strijd op alle fronten brak los, waarin Jehovah’s strijdende getuigen onloochenbaar te voorschijn kwamen als voorvechters van de vrijheid van aanbidding. De Openbaring gaat voort met te profeteren dat er na de opbouwperiode der getuigen (tijdens de 1290 dagen van 1919 tot 1922) het volgende zou geschieden: „En de slang [Satan] braakte water [de fascisten, nazi’s en Katholieke-Actiegroepen zoals het Amerikaanse „Christelijke Front”] uit haar mond als een rivier achter de vrouw [vertegenwoordigd door de georganiseerde gezalfde getuigen op aarde], om te veroorzaken dat zij door de rivier naar haar dood gevoerd zou worden. Maar de aarde [rechtvaardig gezinde regeerders van de democratische machten] kwam de vrouw te hulp [door het verlenen van bescherming en door de getuigen wettelijke overwinningen te geven in hun wijze van aanbidding], en de aarde opende haar mond en verzwolg [door een totale nederlaag aan het einde van de tweede Wereldoorlog, veroorzaakt door de democratische machten] de rivier [fascisme, nazisme en het „Christelijke Front”] welke de draak uit zijn mond had gebraakt.” — Openb. 12:15, 16, NW.
Precies op tijd liet Satan deze nieuwe krachten, vergezeld gaande van groots opgezette propaganda, los, en ze verwierven snel de macht waarmee ze de democratische wereld, de christenheid, konden bedreigen. In 1919 richtte Benito Mussolini zijn fascistische partij op, welke snel groeide zodat hij in 1922 in staat was de mars naar Rome te leiden om zijn fascistische dictatuur over geheel Italië te vestigen. In 1929 werd het Lateraanse verdrag getekend tussen de Rooms-Katholieke Kerk en het regime van Mussolini, hetwelk het programma van gezamenlijke activiteit van het Vaticaan en de nieuwe totalitaire regering tot voltooiing bracht.j Adolf Hitler richtte eveneens in 1919, in Duitsland zijn Nationaal-Socialistische Partij op, en in 1923 deed hij in München met zijn „Bierhalle Putsch” een niet succesvolle poging de politieke macht te verwerven. Door Duits-Katholieke intriges en gekuip werd Hitler echter ten slotte op 30 januari 1933 Rijkskanselier van Duitsland. Terstond werd datzelfde jaar nog een concordaat gesloten door kardinaal Pacelli (die zes jaar later tot paus Pius XII werd gekroond), hetwelk onmiddellijk namens de regering van Hitler en namens het Vaticaan werd ondertekend.k
Ook werden er in het begin van 1920 vrijmoedig Katholieke-Actie-bewegingen, waaronder zich talrijke semi-religieuze groepen bevonden, georganiseerd en verscheidene landen ingeschoven om de maatschappelijke en politieke richtingen met rooms-katholieke ideeën te beïnvloeden. In de Verenigde Staten werden er na 1921 verschillende van zulke bewegingen actief. Een van die bewegingen, een fascistisch-georiënteerde beweging die als het „Christelijke Front” bekendstond, werd in de jaren tussen 1930 en 1940 geleid door een priester uit Detroit (Michigan), „Vader” Coughlin, die zo’n 15.000.000 mensen om zich heen wist te verzamelen.l Al die door het Vaticaan geïnspireerde en over de gehele wereld verbreide bewegingen stichtten onheil op gezag der wet, zetten het gepeupel tegen Jehovah’s getuigen op en zetten hen gevangen omdat de getuigen, die evenals Daniël uit de oudheid onwankelbaar waren, weigerden te schipperen met de vrijheid welke zij hadden om de levende God in gehoorzaamheid aan zijn te boek gestelde geboden te aanbidden. — Dan. 6:16-18.
De gemeentelijke dienstorganisaties van Jehovah’s volk waren nu tegen 1928 zover gekomen, dat zij de zondag hadden aanvaard als de meest geschikte dag om deel te nemen aan de van-huis-tot-huis-prediking over Jehovah’s koninkrijk.a In de jaren die daaraan waren voorafgegaan, was er op zondagen geregeld vrijwilligersdienst verricht, door op zondagochtenden gratis „Bijbelonderzoekers-traktaten” onder de deuren der huizen door te schuiven en bij kerkingangen af te geven. Maar het was nog geen gewoonte ’s zondags geregeld mondeling aan de deuren der mensen te prediken. Onmiddellijk ontbrandde er een wettelijke oppositie tegen dit groter wordende werk op zondag, toen in 1928 in South Amboy, New Jersey, de eerste getuigen van Jehovah die op zondag predikten, werden gearresteerd. Hiermede werd de ’strijd van New Jersey’ begonnen, welke een tiental jaren duurde en zich ras verbreidde tot Connecticut, Pennsylvanië, en andere staten waar Katholieke-Actie-groepen door elk mogelijk wettelijk middel onheil trachtten te stichten om een halt toe te roepen aan het groeiende openbare getuigeniswerk van het Wachttorengenootschap. Juist op het geschikte moment kwam het nieuwe waarheidslicht over het onderwerp de „hogere machten,” hetwelk werd gepubliceerd in De Wachttoren van augustus 1929, waarin duidelijk werd aangetoond dat Jehovah God en Christus Jezus de „superieure autoriteiten” zijn, die gehoorzaamd moeten worden (Rom. 13:1, NW).b Dit nieuwe inzicht vuurde de getuigen aan zich schrap te zetten tegen de aanvallen welke in de gerechtshoven op hen werden gedaan en bij welke strijd het om hun vrijheid van aanbidding zou gaan.
In de strijd die gedurende de jaren 1930 tot 1940 broeide, had het zeer grote gebruik dat het Genootschap van radiouitzendingen maakte, een uiterst voornaam aandeel. In 1920 was de moderne radiocommunicatie ten tonele verschenen. Evenals de vroege christelijke getuigen uit de eerste eeuw, die de uitvinding van de codexstijl-van-boeken-maken snel overnamen om Jehovah’s geschreven woord te verbreiden, zagen de hedendaagse getuigen al spoedig in dat de radio een wonderbaarlijk middel was om mondeling Jehovah’s geschreven oordelen aan de gehele aarde bekend te maken. Toen het Genootschap voor de eerste keer van een openbaar podium af een uitzending verzorgde, stond dit met grote koppen in de nieuwsbladen vermeld, en de Philadelphia (Pennsylvanië) Record van 17 april 1922 berichtte:
De radio meldt de wereld dat het millennium komende is. De lezing van rechter Rutherford vanuit het Metropolitan Opera House uitgezonden. Spreekt in de microfoon. De boodschap wordt mijlen ver naar Howletts Station gebracht via Bells telefoondraden [WGL].c
Kort nadien, tegen het einde van 1922, kocht het Genootschap een stuk land op Stateneiland, New York city, alwaar werd begonnen met de bouw van zijn eerste radiostation. Nadat het volledig was voltooid en van de regering een licentie had verkregen als station WBBR met een zendkracht van 500 watt vond de eerste officiële uitzending plaats op zondagavond 24 februari 1924, toen rechter Rutherford zijn inwijdingstoespraak, „Radio en Goddelijke profetie,” hield.d Dit niet-commerciële, opvoedkundige programma’s verzorgende station heeft nu al meer dan drie decenniums lang de Koninkrijksboodschap de ether ingezonden waardoor grote aantallen waarderende luisteraars werden bereikt. Thans zijn de studio’s er van in het Bethelgebouw gevestigd aan Columbia Heights 124, Brooklyn, New York.e Zijn moderne, op een stalen toren geplaatste gerichte antenne en zender met een sterkte van 5000 watt bevinden zich nog op de oorspronkelijke plaats van het station op Stateneiland, op het terrein van de „Watchtower.”
[Voetnoten]
a Watch Tower, 1926, blz. 211-217.
b Yearbook van 1927, blz. 44; The Golden Age, 28 juli 1926, blz. 691-695.
c W 1926, blz. 290.
d W 1927, blz. 291-297; The Messenger, 25 juli 1927.
e W 1927, blz. blz. 81.
f Yearbook van 1928, blz. 31.
g W 1927, blz. 302; Yearbook van 1929, blz. 55.
h W 1928, blz. 275-286; The Messenger, 6 aug. 1928; Wachttoren van 1950, blz. 7.
i Yearbook van 1929, blz. 65.
j Columbia Encyclopedia, 1942, blz. 608, 1227; W 1941, blz. 280.
k The Vatican in World Politics, Manhattan, 1949, blz. 165-170; Columbia Encyclopedia, blz. 1240.
l Rome Stoops to Conquer, 1935, Barrett blz. 16; The Vatican in World Politics, Manhattan, 1949, blz. 383-385.
a Yearbook van 1929, blz. 58.
b W 1943, blz. 298; Wachttoren 1946, blz. 120.
c W 1922, blz. 180.
d Wachttoren 1948, blz. 300, 316.
e W 1924, blz. 82, 358; Wachttoren 1950, blz. 365.
[Illustratie op blz. 344]
RADIO STATION WBBR — 1924