De kudde Gods weiden
1. Welke instructie geeft de apostel Petrus aan opzieners in de gemeente?
DE APOSTEL Petrus vaardigde de instructie uit: „Daarom geef ik de oudere mannen onder u deze vermaning, . . . Weidt de kudde Gods die aan uw zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, doch bereidwillig, noch uit liefde voor oneerlijke winst, maar volijverig, noch als heersend over hen die Gods erfdeel zijn, doch als voorbeelden voor de kudde wordend. Wanneer de opperherder is geopenbaard, zult gij de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid ontvangen” (1 Petr. 5:1-4). Laat deze woorden diep tot uw geest doordringen; herhaal ze zo nu en dan totdat u ze u eigen hebt gemaakt, want iedere herder in Gods organisatie moet deze door de apostel gegeven vermaning gehoorzamen, anders zal hij gediskwalificeerd en afgekeurd worden.
2. Van wie zijn de schapen? Licht dit toe.
2 Gods kudde wordt gevormd door de broeders en zusters die zich aan hem hebben opgedragen. Zij zijn zijn erfdeel. Er wordt de herders die met de zorg voor Gods kudde zijn belast, een groot vertrouwen in handen gelegd. Deze schapen zijn door het kostbare bloed van Gods Lam, zijn eniggeboren Zoon, losgekocht en zijn derhalve een gekocht bezit, een schat waarvan Jehovah de eigenaar is. De schapen zijn niet het eigendom van de onderherder maar zijn hem door de Opperherder slechts in bewaring gegeven. Daarom moet er aan hen net zoveel zorg worden besteed als deed men het voor Jehovah. Allen die als herder (of opziener) over enig deel van de kudde zijn aangesteld, moeten beseffen wat een geweldige verantwoordelijkheid zij voor het aangezicht van Jehovah God en Christus Jezus dragen. Houd in gedachten hoe Jehóvah zijn schapen behandelde door ze te allen tijde te voeden, te leiden, te beschermen en geduldig te verdragen. Houd ook steeds voor ogen hoe onze Here Jezus voor de schapen van zijn Vader zorgde, geen van hen verloor en voortdurend in de vreze Gods diende, alhoewel hij het uit en wegens liefde deed.
3. Hoe moeten de herders Gods schapen behandelen?
3 De onderherders moeten in hun optreden jegens de schapen de Opperherder navolgen. Zij moeten de schapen leiden naar weiden waar ze geestelijk gevoed en sterk zullen worden en te zijner tijd de zwakkeren zullen kunnen helpen. Ze moeten worden aangemoedigd zowel de wekelijkse gemeentevergaderingen als de congressen te bezoeken en worden geholpen om met doeltreffende van-deur-tot-deur- en nabezoektoespraakjes de waarheid te prediken. Zij moeten binnen de theocratische regelingen der Nieuwe-Wereldmaatschappij worden gehouden. Bejegen hen zacht met liefde en grote consideratie, want schapen schrikken nogal gauw en lopen dan weg, en ook met tederheid, want door een harde of ruwe behandeling worden ze gekwetst. Ze kunnen zich niet, zoals andere dieren, verdedigen tegen een aanval. Ze lopen alleen maar weg en begeven zich dan soms in nog grotere gevaren.
4. Hoe worden de herders aangesteld, en waarom moeten zij in de vreze Jehovah’s leven?
4 Herders zijn Gods gave aan de gemeente Gods. De apostel Paulus schreef: „Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, . . . sommigen als herders” (Ef. 4:11). Tot zulke herders zei hij: „Schenkt aandacht aan uzelf en aan de gehele kudde, waarover de heilige geest u tot opzieners heeft aangesteld, om de gemeente Gods te weiden, welke hij met het bloed van zijn eigen [Zoon] heeft gekocht” (Hand. 20:28). Wanneer u nu een herder onder de schapen bent, stel uzelf dan eens de vraag: Schenk ik aandacht aan de kudde waarvoor ik verantwoordelijk ben? U werd door heilige geest tot herder aangesteld en moet zulk een aanstelling daarom niet veronachtzamen. U moet niet tegen de geest zondigen. Jezus zei: „De lastering tegen de geest zal niet worden vergeven. . . . al wie spreekt tegen de heilige geest, het zal hem niet worden vergeven” (Matth. 12:31, 32). U durft toch zeker niet in strijd met de heilige geest te handelen? Want u zult er verantwoordelijk voor worden gesteld. U hebt derhalve reden tot vrees indien u uw plichten niet op een juiste wijze betracht. Ondervraag uzelf om te weten te komen of u in de vreze van Jehovah God leeft, of is het nog niet tot uw geest doorgedrongen dat hij u voor het herderlijke werk verantwoordelijk stelt? Vreest u God werkelijk?
5. Is het werk van een herder zwaar? Welke lering kunnen wij uit Jakobs ondervinding trekken?
5 Het herderswerk was zeer zwaar en geen werk voor zwakkelingen. Het ging gepaard met ontberingen zoals aanvallen van leeuwen, beren, wolven, en rovers die soms liever hun toevlucht namen tot doden dan het risico te lopen dat zij herkend zouden worden; verder waren zij blootgesteld aan weer en wind, moesten de schapen in de schaapskooi houden en de zoekgeraakte opsporen — zij waren dus altijd op hun hoede voor gevaar. Lang geleden beschreef Jakob zijn ervaringen en hierdoor krijgen wij werkelijk een idee van het werk van een herder. Hij zei tot zijn schoonvader Laban: „Uw schapen en uw geiten hebben geen misdrachten gehad, en de rammen uwer kudde heb ik nooit gegeten. Een verscheurd dier heb ik niet tot u gebracht. Ik droeg zelf het verlies er van. Indien een dier overdag of ’s nachts werd gestolen, eiste gij het van mijn hand. Mijn ondervinding is geweest dat ik overdag door de hitte werd verteerd en ’s nachts door koude, en de slaap week van mijn ogen” (Gen. 31:38-40). Thans is de zorg voor de schapen evenmin een lichte taak.
6, 7. Wat doet een herder die zijn schapen liefheeft? En hoe blijkt de zorg voor hen uit Psalm 23?
6 De schapen weten niet hoeveel uren de herders aan hen besteden. Zij zijn zich niet bewust van de voortdurende zorg en waakzaamheid van de getrouwe opziener, die over hen waakt zoals ouders over hun kleine kinderen. Ouders die van hun kinderen houden, vertellen niet telkens weer hoe hard ze wel moeten werken om in een huis, voedsel en kleding te voorzien, of wel soms? Ze willen dat hun kinderen onbezorgd en gelukkig zijn, terwijl zij toch een mate van verantwoordelijkheid voelen. Uit liefde besteden de ouders vele uren aan het gezin zonder ooit een beloning te verwachten. Zo is het ook met een getrouwe herder en zijn schapen gesteld. Dien uit liefde.
7 U wilt natuurlijk geen van de aan uw zorg toevertrouwde schapen verliezen. Hun veiligheid ligt er in besloten dat zij in de schaapskooi blijven en is afhankelijk van de ware en juiste herder die over hen de wacht houdt. Psalm 23 geeft ons deze verzekering: „Jehovah is mijn Herder. Mij zal niets ontbreken. . . . Ook al loop ik in de vallei der diepe schaduw, dan vrees ik niets kwaads, want gij zijt met mij.” Daarom moet u er voor waken dat de schapen niet van de schaapskooi afdwalen. Het is uw werk stropers op een afstand te houden. Zorg daarom voor de schapen en let op de wolven in schaapsklederen. In groten getale komen er thans alle soorten van mensen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij. Wij willen hen helpen hun leven te zuiveren en aan Jehovah God op te dragen. Wie dit niet doen en ook niet besloten zijn te doen, dient u ter bescherming van de kudde in het oog te houden. Herders, weidt de kudde Gods waarover u bent aangesteld.
8. Beschrijf hoe een herder de schapen geen lasten dient op te leggen.
8 U moet ze naar buiten, naar de weide, geleiden anders zullen ze verzwakken en sterven. Wijs de schapen waar zij zich met het Woord van Jehovah kunnen voeden. Leer hen hoe zij dienen te studeren. Breek het voedsel in kleine stukjes voor ze wanneer ze nog jong zijn. Geef de nodige verklaringen zodat zij het zullen begrijpen. Later zullen zij het zelf kauwen. Toon hun de kostbare waarheden van Gods Woord. Maak hun Jehovah’s voornemens duidelijk. Wanneer zij eenmaal aan het eten zijn, zullen zij in de weide willen rondlopen. Toon hun hoe zij nog ’andere schapen’ kunnen helpen goed voedsel te eten en sterk te worden. Leid hen op tot geregelde predikers. Leid hen op de weg die ze dienen te gaan. Belast hen niet met uw problemen. Bespreek die liever met andere herders en indien zij u niet kunnen helpen, ga dan met uw problemen tot de Goede Herder en de Opperherder, Jehovah God. ’Werpt al uw bezorgdheid op hem, want hij zorgt voor u. Houdt uw zinnen bij elkaar, zijt waakzaam’ (1 Petr. 5:7, 8). Hij zal uw last overnemen en uw gebeden verhoren, maar vergeet geenszins uw eigen last te dragen en schuif die niet op de schapen. U draagt de last en zorg er voor dat zij gelukkig en geestelijk goed gezond blijven.
9. Verhaal hoe Petrus door de zorg en het gebed van zijn Herder werd gered.
9 Denk aan wat de apostel Petrus meemaakte, toen Jezus tot hem zei: „Simon, Simon, zie! Satan heeft verlangd ulieden als tarwe te ziften. Ik heb echter voor u gesmeekt dat uw geloof niet zal bezwijken; en gij, wanneer gij eenmaal zijt wedergekeerd, ondersteun uw broeders” (Luk. 22:31, 32). Petrus werd dus van Satans macht gered omdat zijn Herder een smeekbede voor hem had opgezonden. Jezus kon hem niet helpen want hij moest zelf binnen niet al te lange tijd beproefd en ter dood gebracht worden, derhalve bad hij tot de Opperherder, Jehovah. Die hoorde en verhoorde het gebed door Petrus tot bezinning te brengen en Petrus werd een bron van kracht voor zijn broeders. Dat de Here Jezus zulk een consideratie voor Petrus had, dient u zeer gelukkig te maken, want „Jezus Christus is gisteren en heden, en in alle eeuwigheid dezelfde” (Hebr. 13:8). Hij is onze Voorspraak. Wanneer u gevaar ziet naderen, bid dan tot Jehovah voor zijn schapen, zodat zij niet verloren zullen gaan. Indien een van zijn schapen grote beproevingen heeft te verduren, vererger de situatie dan niet maar tracht ze met een blijmoedige geest te verlichten door deze persoon aan de goede beloften in Gods Woord te herinneren. Bid voor uw broeders dat Satan hen niet als tarwe zal ziften. Wij moeten ons weliswaar met onze eigen zaken bemoeien maar in geestelijk opzicht moeten wij helpen. Dat is onze zaak; waarvoor denkt u anders dat u tot herder bent aangesteld?
10. Hoe moet een herder bevonden worden iemand te zijn die ’ten koste legt en ten koste wordt gelegd’?
10 Wij dienen onze dienst als herders geen beperkingen op te leggen. De apostel Paulus, die een getrouwe herder was, dacht niet aan zijn eigen gemak. In 2 Korinthe 11:21-33 kunt u lezen wat hij zoal heeft ondervonden. Hij werd met stokken geslagen, gestenigd, verkeerde in gevaar van zijn eigen geslacht, in gevaar van de natiën, in gevaren op zee en in de steden, had slapeloze nachten — en waarom? Opdat hij Jehovah God op juiste wijze rekenschap mocht geven, want God had hem via Christus opgedragen: „Ik zend u om hun ogen te openen, om hen van de duisternis tot het licht en van de autoriteit van Satan tot God te keren” (Hand. 26:17, 18). Hij zei: „Wat mij betreft, ik wil zeer gaarne ten koste leggen en voor uw zielen volledig ten koste gelegd worden” (2 Kor. 12:15). Deinst u terug wanneer het er op aankomt uw kracht en uw tijd te geven of iets te moeten ontgelden of wat van uw gemak te moeten opgeven ten behoeve van de schapen? Bent u iemand die ’ten koste legt en ten koste wordt gelegd’ ten behoeve van de kudde Gods? Alle apostelen hebben dit gedaan.
11, 12. Hoe kunnen er schapen verloren gaan? En hoe kan de herder dit voorkomen?
11 De Here Jezus Christus heeft allen het voorbeeld gegeven en een volmaakt bericht achtergelaten. Hij was een getrouwe herder en dientengevolge is niet één van zijn schapen verloren gegaan. Ga uw bericht eens na. Zijn er door uw schuld enigen van Gods schapen verloren gegaan? Het is bekend dat sommigen de organisatie verlaten omdat hun hart niet bij Jehovah was en wellicht gaan er enkelen weg die kwaad spreken. Hoe staat het echter met alle anderen? Zijn er enkelen verloren gegaan omdat u nalatig of onverschillig bent geweest of ze aanstoot hebt gegeven of omdat u ze niet op de wegen van en in de dienst voor Jehovah en Christus hebt geleid? Heeft u hen niet gevoed, door geen nabezoeken te brengen, geen bijbelstudies bij hen te leiden en hen op de vergaderingen niet te helpen? Bent u hen wanneer zij zwak waren, te hulp gesneld of gaf u slechts blijk van onverschilligheid? Hebt u voor hen gezorgd wanneer zij geestelijk ziek waren? Dat een ieder zich onderzoeke en nog eens nagaat wat zijn taak en niet die van een ander in dit herderlijke werk is.
12 Soms roept de betreurenswaardige toestand van de schapen om dringende hulp. Toon dan dat u een ware en getrouwe herder voor de kudde bent. Hebt u getracht hun probleem te begrijpen, te doorgronden wat er bij hen aan schort, heeft u daarbij rekening gehouden met hun opvoeding, huiselijke omstandigheden of oppositie thuis? Worden zij aan hun lot overgelaten? Help hen indien u dit kunt, zelf of via iemand anders. Indien u hen niet kunt bereiken, bedenk dan steeds dat u kunt bidden. Toen onze Here Jezus Petrus niet persoonlijk kon helpen, bad hij voor hem. Denk niet licht over de kracht van het gebed want er staat in de Schrift: „Het gebed des geloofs zal de ongestelde beter maken, en Jehovah zal hem oprichten. Ook indien hij zonden heeft begaan, zal het hem worden vergeven. Belijdt daarom elkaar openlijk uw zonden en bidt voor elkaar, opdat gij gezond gemaakt moge worden. De smeekbede van een rechtvaardig mens heeft, wanneer ze aan het werk is, veel kracht” (Jak. 5:15, 16). Houdt steeds in gedachten hoeveel consideratie en tederheid Jehovah, de Grote Herder, en Jezus, de Juiste Herder, met u hebben gehad.
BIJEENVERGADERING, IN DE „TIJD VAN HET EINDE”
13. Hoe zal de Grote Herder al zijn schapen bijeenvergaderen?
13 De Grote Herder beloofde dat hij in de „tijd van het einde” al zijn schapen uit alle delen der wereld zou bijeenvergaderen (Ezech. 34:11-16, NBG). Deze verloren schapen moeten door Jehovah’s onderherders gevonden worden. De schapen kennen de stem van de herder, dus u hoeft slechts tot hen te blijven roepen. U dient geen vreemde stem te laten horen want daaraan geven de schapen geen gehoor. Jezus zei: „De schapen volgen hem, omdat ze zijn stem kennen. Een vreemdeling zullen ze geenszins volgen doch ze zullen van hem vlieden, omdat ze de stem van vreemdelingen niet kennen. . . . Ik ben de juiste herder, en ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, evenals de Vader mij kent en ik de Vader ken.” Vervolgens zei hij over de „andere schapen”: „Die moet ik ook inbrengen, en zij zullen naar mijn stem luisteren en zij zullen één kudde, één herder worden.” — Joh. 10:4-16.
14, 15. Wat is de stem van de Juiste Herder? Hoe wordt die stem versterkt?
14 Thans laat men de stem van de Juiste Herder overal in meer dan 160 landen krachtig weerklinken. Die stem is het goede Woord van Jehovah en Christus Jezus. Wij verkondigen het heilige Woord niet slechts maar laten het spreken doordat wij aantonen hoe het door de toestanden onder Gods volk en in de wereld in vervulling gaat. Denk nog eens terug aan de tijd toen u voor het eerst gewaar werd hoe Gods Woord in vervulling ging. Was uw hart niet verheugd? U wist dat er een God in de hemel is en dat hij werkelijk bestaat. Mogelijk hebt u er wel eens aan getwijfeld, maar nu weet u beslist dat God werkelijk bestaat. Wat een vreugde en geluk! Het Woord sprak tot u. Het was levend, een levend Woord, dat de kracht bezat u tot denken en handelen aan te zetten.
15 Er stromen thans zo veel mensen van goede wil tot Jehovah’s getuigen, zij komen zo snel binnen dat het moeilijk is om voor hen allen te zorgen. Zij komen omdat zij de „stem” van de Juiste Herder hebben gehoord en hebben vernomen dat God met de ware herder-organisatie is. Wij kwijten ons daarom getrouw van ons herderswerk wanneer wij er voor zorgen dat de stem wordt gehoord en wij moeten haar dan ook in iedere bereikbare plaats laten weerklinken. De schapen zijn verdwaald en wij moeten ze dus opzoeken en blijven roepen, zodat zij zullen weten dat de Juiste Herder nabij is. Zij kennen hem maar zij zijn verdwaald.
16. Beschrijf wat wij thans uit de illustratie van het ene „verloren schaap” leren.
16 Indien wij wisten waar wij deze verloren schapen konden vinden, zou het betrekkelijk gemakkelijk zijn, niet waar? Wij moeten er echter naar zoeken van huis tot huis, in straat na straat, in dorp en stad. Wanneer ze worden gevonden, heerst er werkelijk grote vreugde. Jezus vertelde een illustratie van een herder die honderd schapen had, waarvan er één was verdwaald. Hij liet de negenennegentig daarom in de steek om het ene verdwaalde op te sporen. „Wanneer hij het heeft gevonden, legt hij het op zijn schouders en is verheugd. Wanneer hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: ’Verheugt u met mij, want ik heb mijn schaap dat verloren was, gevonden’” (Luk. 15:4-7). Dikwijls kost het kracht, tijd en geld om naar de verloren schapen te blijven zoeken, maar wat een vreugde wanneer ze worden gevonden! Blijf de boodschap van Jehovah’s waarheid luid weergalmen en zorg dat de stem van zijn lof wordt gehoord. U hebt zijn stem gehoord en bent nu gelukkig. Blijf derhalve naar de andere verloren schapen zoeken. Wees een vruchtbaar herder en verwerf goedkeuring.
EIGENSCHAPPEN DER WARE SCHAPEN
17. Wat is de eerste verantwoordelijkheid van een waar schaap?
17 Laten wij nu de schapen eens onder de loep nemen. U doet er goed aan zich bij het lezen van deze woorden af te vragen: Ben ik een van de „andere schapen” des Heren, behoor ik tot Gods kudde? Indien u hierop bevestigend kunt antwoorden, kunt u in een wonderbaarlijke erfenis delen. Welk een groot voorrecht! Als een van Gods schapen behoort u geen mens maar Jehovah God en Zijn geliefde Zoon toe. Daarom is het allereerst uw verantwoordelijkheid om naar hun „stem” te luisteren en die te gehoorzamen, beslist niet luisterend naar de stem van iemand anders, een vreemde „stem,” die niet met hun autoriteit spreekt. De Juiste Herder zal u stellig naar rijk van water voorziene rustplaatsen leiden, uw ziel verkwikken, uw hoofd met olie zalven en u in grazige weiden veilig doen nederliggen. Het zal u aan niets ontbreken. — Psalm 23.
18, 19. Welke regeling treft de Juiste Herder om de kudde te weiden, en hoe kunnen de schapen onderscheiden wie de „ware herders” zijn?
18 Alhoewel de Here Jezus Christus, de ware en juiste Herder, voor onze ogen onzichtbaar is, zijn de onderherders, die hij heeft gegeven om de belangen van de kudde te behartigen, wel degelijk zichtbaar. Volg de getrouwe herders. Zij zullen u nooit op een dwaalspoor leiden en u behoeden voor al het kwade. U zult echter vragen hoe wij de ware herders kunnen herkennen? Het allerbelangrijkste is dat zij door Jehovah God en Christus Jezus tot hun positie moeten zijn aangesteld en hun goedkeuring moeten bezitten; dat wil zeggen dat zij de geest Gods bezitten. Dit zal u blijken door hun geloof, gedrag en werken. Het is nog niet gezegd dat iemand die slechts belijdt een herder te zijn dit ook werkelijk is. De herders van de Here God kunnen niet worden geïdentificeerd door een eigenaardig gewaad, een voorname titel of het bezitten van een universitaire graad. Zij moeten ’door God zijn onderwezen.’ Ware en getrouwe herders moogt u vertrouwen, maar zich slechts zo noemende herders niet. U moet voorzichtig zijn want u zou uw leven in de waagschaal kunnen stellen. Valse herders kunnen u van het pad doen afdwalen. Zij zoeken niet uw belangen maar de hunne. Een „huurling”-herder zal op de vlucht slaan wanneer er gevaar dreigt; een ware herder zal bij u blijven en er slechts aan denken hoe hij u kan helpen vrede met uzelf te hebben en voor de dienst van Jehovah God te leven. Luister derhalve nooit naar een vreemde „stem.”
19 De ware herders zijn getrouwe dienstknechten van de Here Jezus Christus. Zij prediken de waarheid en bestuderen Gods heilig Woord oprecht en eerlijk. Zij dienen de Allerhoogste God en Christus Jezus niet om het voordeel dat deze dienst voor hen afwerpt, maar omdat zij Jehovah iets willen geven uit dankbaarheid voor wat hij heeft gedaan. Hun spreken is geheel gericht op rechtvaardigheid, heiligheid en vrede. Deze herders zullen graag ten behoeve van de schapen lijden. Zij zullen vervolging ondergaan en zelfs bereid zijn voor de schapen te sterven. Ware, door Jehovah God aangestelde herders genieten zijn goedkeuring en dit blijkt duidelijk uit hun toegewijde leven. Zij zullen u naar „grazige weiden” leiden en u behulpzaam zijn een zuivere en nauwkeurige kennis van de Eeuwige Schepper en van zijn Zoon, het Lam Gods, te krijgen. Zij zullen u helpen de naam van Jehovah te loven en te verheerlijken en die van zijn Zoon als Koning der koningen en Here der heren te verhogen. Op zulke herders kunt u zich verlaten, want zij dienen met een zuivere beweegreden en uit liefde.
20. Welke kenmerkende eigenschappen zullen de ware schapen niet hebben? Wat moeten zij doen?
20 Als een van de schapen des Heren moet u de juiste aard of geestesgesteldheid bezitten want u moet inzien dat u de Grote Herder en zijn Zoon in de hemel moet dienen. Hoe is uw aard of uw geestesgesteldheid? Bent u trots, aanmatigend, pocherig, drukdoenerig, zelfzuchtig (werkt u met uw ellebogen om vooraan te kunnen komen?), heeft u materialistische neigingen, bekommert u zich alleen om uzelf, bent u ondankbaar (niet erkentelijk en geen waardering bezittend voor al Jehovah’s onverdiende goedgunstigheid?), geringschat u anderen, staat u altijd klaar om kritiek uit te oefenen, anderen te kleineren en te mopperen over wat u moet doen? Deze eigenschappen zijn kenmerkend voor de aard of geestesgesteldheid van een bok. Wanneer u ze in uzelf herkent, zult u zich moeten veranderen, want zo zult u niet gelukkig zijn en geen vrede of tevredenheid met de schapen des Heren hebben. Neen, u zult uw geest moeten hervormen.
21. Beschrijf de kenmerkende eigenschappen en de tweeledige bescherming van (a) letterlijke schapen; (b) de „andere schapen.”
21 Letterlijke schapen zijn onschadelijke schepselen, niet waar? Ze gedragen zich wel eens zot, maar ze zijn onschuldig, handelbaar en kennen beslist geen bedrog. Een vriendelijke houding doet hen weldadig aan en zij luisteren naar de stem van hun herder. Hij hoeft hun naam slechts te roepen en ze komen al naar hem toe. Schapen kunnen zich vrijwel niet verdedigen en toch zijn ze aan vele gevaren blootgesteld, zoals wilde dieren, rovers, enz. Waarin bestaat hun verdediging dan? Ten eerste door met de andere schapen in de schaapskooi te blijven en ten tweede door vertrouwen te stellen in de getrouwe herder die de wacht over hen houdt. Met de schapen des Heren is het thans precies zo gesteld. Eigenlijk weet u niet hoe u zich tegen aanvallen van roofgierige mensen en organisaties dezer wereld moet verdedigen. Toch kunt u dit, door bij de kudde Gods te blijven, in de schaapskooi, en door met geheel uw hart te vertrouwen op Jehovah God, de Herder van het geestelijke Israël, de Here Jezus Christus, de Juiste Herder, en uw getrouwe broeders die tot herders van de kudde zijn aangesteld.
22. Wat wil het zeggen een deel van de Nieuwe-Wereldmaatschappij te zijn? En hoe wordt u beschermd?
22 Jehovah God heeft thans een theocratische organisatie. De Here Jezus is de Koning-Herder en Opziener van die gehele organisatie en zij die in de organisatie tot opzieners zijn aangesteld, dragen de verantwoordelijkheid voor de schapen die tot de Nieuwe-Wereldmaatschappij behoren, te zorgen. Zij die zijn verlicht en wier ogen zijn geopend, zodat zij inzicht in de waarheid hebben, zijn op de hoogte van de huidige gezegende regeling om onderling bijeen te komen in deze theocratische schaapskooi, de organisatie van Gods volk, Jehovah’s getuigen, die door getrouwe herders worden bestuurd en die op hun beurt weer werkzaam zijn onder het wettelijk besturende lichaam van deze organisatie, de „Watch Tower Bible and Tract Society.” Blijf binnen haar grenzen, want bedenk wel, buiten de voorziening van Jehovah God voor zijn volk is er geen bescherming. Soms zullen kwaadwillige mensen trachten u te verleiden; de getrouwe herders zullen de wacht houden en het hen beletten. Organisaties dezer wereld zullen soms trachten door te breken en schade aan te richten, maar u wordt nog steeds door de Herders in de hemel beschermd en zij hebben de engelen, ja „tien duizend maal tienduizenden” tot hun beschikking staan. U wordt daarom zowel door getrouwe mannen hier op aarde als door de onzichtbare krachten onder leiding van de Here Jezus Christus beschermd. U behoeft niet te vrezen, want u maakt deel uit van Gods kudde.
VERTROUWEN STELLEN IN GETROUWE HERDERS
23. (a) Waarom kunt u vertrouwen stellen in getrouwe herders? (b) Welke maatregel voor uw bescherming wordt er getroffen wanneer een herder ontrouw wordt?
23 Kunt u vertrouwen stellen in uw getrouwe broeders? Jazeker en wel hierom: Alleen wanneer zij de juiste hoedanigheden bezitten, zullen zij door hen die de verantwoording in de organisatie des Heren dragen, tot herder worden aangesteld. Zij moeten aan de rechtvaardige maatstaven voldoen en de juiste bekwaamheid hebben om als herders van de kudde te dienen. In de eerste plaats moeten zij de kudde in de vreze Gods dienen. Indien zij Jehovah God en Christus Jezus niet werkelijk vrezen, zijn ze geen ware herders en zullen zij niet aangesteld worden om voor Gods kudde te zorgen. In enkele gevallen kan het gebeuren dat een aldus aangestelde herder niet voor de kudde heeft gezorgd en ze misschien heeft onderdrukt, waardoor haar belangen zijn geschaad. In dat geval krijgt hij eerst raad en wordt hij terechtgewezen of streng onderricht, en indien hij zijn methoden niet verandert, zal hij van zijn herderspost ontheven worden en zal er een ander in zijn plaats worden aangesteld. Waarom dit zo is? U maakt deel uit van de kudde Gods en uw omgang met Gods volk in de Nieuwe-Wereldmaatschappij zal u niet schaden, want alleen getrouwe herders zullen blijven dienen. Dit wil zeggen dat uw broeders in de waarheid zeer bezorgd voor u zijn. Zij willen dat u het eeuwige leven verwerft. Zij zullen u niet dwingen, noch over u heersen omdat u Gods erfenis bent. Wie u schaadt, schaadt Gods belangen en hij zal zijn rekening met God en niet met mensen moeten vereffenen.
24. (a) In welk opzicht ’dienen wij geen mensen’ alhoewel wij onder leiding van mensen dienen? (b) En welke juiste houding dienen wij jegens deze herders aan de dag te leggen?
24 Ook hebt u sommigen wellicht horen zeggen: „Wij dienen geen mensen. Wij dienen Jehovah God en Christus.” Wil dit zeggen dat u mensen kunt negeren? Kunt u God dienen zonder onder leiding van mensen te dienen? Neen. Zelfs in de dagen van het natuurlijke Israël diende dit volk onder leiding van de middelaar Mozes en andere getrouwe mannen. En dienden de schapen in de dagen der apostelen niet onder leiding van de apostelen? „God heeft de respectieve personen in de gemeente geplaatst” (1 Kor. 12:28). De apostel Paulus gaf dit voorschrift: „Nu verzoeken wij u, broeders, achting te hebben voor hen die onder u hard werken, de leiding over u hebben in de Heer en u vermanen, en hun om hun werk meer dan buitengewone attentie in liefde te geven. Weest vredelievend jegens elkaar” (1 Thess. 5:12, 13). En op een andere plaats: „Dat de oudere mannen die op juiste wijze de leiding hebben, een dubbele eer waardig gerekend worden, vooral hen die hard werken wat spreken en leren betreft” (1 Tim. 5:17). Deze schriftuurplaatsen zullen duidelijk te kennen geven dat het verkeerd zou zijn dienstknechten des Heren te negeren, of zelfs hen lichtzinnig of slechts op gewone wijze te bejegenen, want zij zijn door Jehovah aangesteld. Zij zijn uitgekozen om de kudde Gods te dienen. Denkt men opzieners onder de kudde te kunnen negeren, dan onteert men God en zal men zich op verkeerde paden begeven.
25. Waarom moeten de schapen onderdanig en gehoorzaam zijn aan degenen die hen besturen?
25 Op de schapen rust een grote verantwoordelijkheid tegenover de herder. Deze kunnen ze niet over het hoofd zien of terzijde schuiven. Ze moeten niet alleen onderdanig en gehoorzaam zijn aan Jehovah God en Christus Jezus maar ook aan hen die de kudde besturen. Het is niet het privilege van de onderherder om voorschriften voor de schapen te maken maar hij moet Jehovah’s wil voor hen verklaren en toepassen. Luister naar de goede raad van de apostel Paulus: „Zijt gehoorzaam aan hen die u besturen, en zijt onderdanig, want zij waken over uw ziel, als wie rekenschap zullen geven, opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten zullen doen, want dit zou schadelijk voor u zijn.” — Hebr. 13:17.
26. In wiens vreze heeft de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse bestuurd, en waarom?
26 Het is hoogst belangrijk in te zien dat de belangen van het Koninkrijk met betrekking tot de aarde volledig aan de hoede van de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse zijn toevertrouwd (Matth. 24:45-47). Deze dienstknecht moet voortdurend over alle schapen waken. Wat een geweldig grote verantwoordelijkheid! De zielen van al deze honderdduizenden schapen zijn aan de zorg van Gods herderklasse op aarde, de „getrouwe en beleidvolle slaaf,” toevertrouwd. Die klasse moet Jehovah God rekenschap geven van hun herderlijke werk. Dat niemand van de schapen denke dat zij die deel uitmaken van de herderklasse deze grote verantwoordelijkheid niet zwaar opnemen. Zij weten maar al te goed dat Jehovah God en Christus Jezus hen aansprakelijk stellen voor het leven der schapen. Het zijn godvrezende mannen die u thans dienen en voor u zorgen, mannen die beseffen dat men vanuit de hemel voortdurend gadeslaat hoe zij u bejegenen. Zij zijn „als door God gezonden, onder Gods ogen, in gezelschap van Christus” (2 Kor. 2:17). Ja, de leden van de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse dienen u, de schapen, in de vreze van Jehovah God. U bent een beschermde kudde schapen. Uw getrouwe broeders zullen u geen schade berokkenen.
27. Op welke wijze hebben het geestelijke besturende lichaam en degenen die het heeft aangesteld, de schapen beschermd, geleid en gevoed?
27 Het geestelijke besturende lichaam van Jehovah’s getuigen, dat verbonden is met de „Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania,” heeft zijn dienst in de vreze Jehovah’s verricht. De door dit besturende lichaam aangestelde personen hebben hierin het voorbeeld van de Juiste Herder gevolgd, want zij zijn eveneens voorwaarts gerukt en hebben hun werk in de vreze Jehovah’s verricht. En is er niet voor de schapen gezorgd? Jazeker. De schapen zijn al deze jaren met rijk geestelijk voedsel gevoed. Zij hebben geen honger gekend. Zij hebben nog nooit één geestelijke maaltijd moeten missen. De getrouwe herderklasse op aarde heeft nimmer zelf de eer opgestreken of getracht het hart en de geest van de schapen naar zich toe te keren maar altijd op de hemelse Herders gericht. De schapen zijn tegen valse leerstellingen en dwalingen beschermd. Wij zijn voor Satans boze bedenkselen gewaarschuwd. De schapen zijn beschermd zodat ze niet zijn afgedoold naar de onsterfelijkheidstheorie, het materialisme, schepselaanbidding, vriendschap met de boze wereld en zo vele andere gevaren die te talrijk zijn om op te noemen. Vraagt u misschien waarom dit alles is gedaan? Ter wille van u hebben deze broeders blijmoedig alles gegeven wat zij hadden om u, de schapen, te dienen opdat u in de vrede en gunst van Jehovah God moogt leven.
28, 29. Waarom zijn de schapen zo gezegend? Wat zal tot verdere toename leiden?
28 De getrouwe herders zijn de schapen behulpzaam geweest, door hun te leren hoe zij Jehovah God en Christus Jezus op een aanvaardbare wijze moeten dienen, het goede nieuws van het Koninkrijk moeten prediken, „het goede nieuws van de van hem afkomstige redding” moeten vertellen, over zijn lof moeten spreken, zijn glorierijke daden aan de mensenkinderen moeten bekendmaken, vrede moeten verkondigen en de wonderbaarlijke voornemens van onze hemelse Vader en zijn Zoon Christus Jezus moeten bekendmaken (Ps. 96:2). De schapen zijn hiertoe opgeleid en hebben tevens geleerd hoe zij weer anderen hiervoor moeten opleiden. De schapen zijn verenigd en de verloren schapen zijn in de schaapskooi gebracht. Gezegende schapen! Hoe wonderbaarlijk begunstigd bent u dat u Gods schapen moogt zijn en er door getrouwe herders voor u wordt gezorgd terwijl u in de zekere wetenschap verkeert dat zij beproefde, getrouwe mannen zijn. Kudde Gods, u wordt gevrijwaard tegen kwaad, want uw getrouwe herders op aarde moeten aan Jehovah God en Christus Jezus ten behoeve van u rekenschap afleggen.
29 De tijd voor de uitbreiding der kudde is aangebroken. Alle schapen dienen bijeenvergaderd te worden en Jehovah God heeft zijn volk de opdracht gegeven hen van het noorden, zuiden, oosten en westen te brengen (Jes. 43:1-7, NBG). Thans wordt de stem van de Juiste Herder in meer dan 160 landen uitgebazuind en ze spreekt vertroostend tot nog meer afgedwaalde met schapen te vergelijken mensen. Tallozen van hen zullen nog komen. De dag is aangebroken om hen allen bijeen te vergaderen. De voorspoed van de kudde wordt het best bevorderd wanneer de herders gedachtig zijn aan hun grote verantwoordelijkheid jegens Jehovah God en Christus Jezus. De leden der organisatie, des Heren schapen, vergemakkelijken de vervulling van deze plichten door gehoorzaam en onderdanig te zijn.
30. Wat moeten de schapen blijven doen om bescherming te blijven ontvangen?
30 De kudde Gods blijft bijeen. Zij dwalen niet af van de Nieuwe-Wereldmaatschappij. In de oude-wereldorganisatie zijn strikken en valkuilen. De gevaren bevinden zich overal. Mensen en organisaties zullen u verlokken en u zult geen bescherming hebben. Blijf binnen Gods organisatie. Hiertoe moet u Gods wil leren kennen. U moet de theocratische vereisten gaan gehoorzamen. U moet vrede najagen en rechtvaardigheid gehoorzamen. U moet door hen die tot herders zijn aangesteld, worden geleid en geweid. Alsdan zult u op de juiste wijze worden opgeleid zodat u lof kunt toebrengen aan de Almachtige God in de hemel, wiens naam Jehovah ons aller lof waard is. Verheugt u over uw bevrijding van de oude wereld en uw overbrenging in de Nieuwe-Wereldmaatschappij en wees gelukkig wegens alles wat Jehovah God voor u heeft gedaan en thans ten behoeve van u verricht en wegens de wonderbaarlijke dingen die hij voor u in petto heeft wanneer de nieuwe wereld na de strijd van Armageddon haar intrede zal doen. O gelukkige kudde, verheugt u over deze Grote Herder van het geestelijke Israël en over zijn Juiste Herder en weet dat u geen kwaad zal overkomen maar dat Hij u voor eeuwig om zijns naams wil naar grazige weiden en rijk van water voorziene rustplaatsen zal geleiden.