Lessen in krijgskunde
H.W. SMITH vertelt in zijn boek Man and His Gods in het kort iets over de verschrikkingen van de kruistochten: „Daar Urbanus II van mening was dat hij het Heilige Land en de grote steden van Klein-Azië voor de kerk kon terugwinnen, spoorde hij de mensen in 1095 aan tot een omvangrijke boetvaardige pelgrimstocht naar Jeruzalem, hetgeen tevens een oorlog tegen de ongelovigen zou zijn. Hij beloofde allen die hieraan deel zouden nemen dat ze vrijgesteld zouden worden van de wet, dat hun zonden vergeven en ze met onsterfelijkheid beloond zouden worden.
De eerste kruistocht ging in zuidelijke richting door Europa en trok al moordend en plunderend, zonder iets of iemand te ontzien, voorwaarts. Twee afdelingen gingen zich in Hongarije aan zulke verschrikkelijke dingen te buiten dat ze totaal vernietigd werden; een derde afdeling ging, nadat ze ongeveer tienduizend joden in de Rijnvlakte had afgemaakt, zelf in het zuiden ten onder; van twee andere groepen kwam een gedeelte onderweg om en uiteindelijk bereikte een zielig aantal, na onderweg ook nog de Grieken die hun hulp hadden geboden geplunderd te hebben, Constantinopel. Zevenduizend van de naar schatting 150.000 tot 300.000 man staken ten slotte de Bosporus over en werden door de Turken om het leven gebracht. Een hoop verbleekte beenderen legde voor latere kruisvaarders een treffend getuigenis af van deze zogenaamde ’Volkskruistocht’.
Twee jaar later slaagde een beter georganiseerd leger onder leiding van Godfried van Bouillon er in Jeruzalem te veroveren en de eerste grondslagen te leggen voor het Latijnse koninkrijk Palestina. . . . Men belegerde de stad een maand lang; geen enkel heidens leger beging echter dergelijke wreedheden als deze christenen. . . . Toen Jeruzalem ten slotte viel werden de joden in de synagoges gedreven en levend verbrand. Schrijvers gingen er prat op dat de paarden van de kruisvaarders op weg naar de tempel tot aan hun knieën door het bloed der ongelovigen waadden. . . . De volgende dag werd in naam van Jezus en op de plaats waar men veronderstelde dat zijn graf zich bevond een menigte van allerlei leeftijd, oude mannen, vrouwen, meisjes, kinderen en moeders met baby’s, afgeslacht. Men beschouwde dit als een plechtig offer.
Gedurende de volgende twee eeuwen vlamde de strijd tussen christendom en islam acht keer in het oosten op. Wanneer een paus kans zag de macht van een keizer te verzwakken, zichzelf te verrijken of eenvoudig de bevolking van Europa door een onderlinge oorlog te verdelen, organiseerde hij een kruistocht om dit te verwezenlijken. Kruistochten werden een christelijke roeping, en toen men eenmaal had geleerd hoe men een georganiseerde en meedogenloze oorlog tegen de ongelovigen kon voeren, duurde het niet al te lang of men ging dit ook onder elkaar in praktijk brengen.”