Trapt u anderen onnodig op de tenen?
DOET u dit? Iemand op de tenen trappen, is als volgt omschreven: „Onopzettelijk aanstoot geven door inbreuk op iemands rechten of voorrechten te maken, iemand in zijn zeer tasten, enzovoorts”; „aanstoot geven”.
Merk op dat er de nadruk op wordt gelegd dat wij anderen niet onnodig op de tenen moeten trappen. Iedereen die rechtvaardige beginselen navolgt en een sterke overtuiging heeft, zal stellig sommige personen aanstoot geven. Dit is met allen die rechtvaardigheid liefhadden — vanaf Abel tot op onze tijd, en met niemand meer dan Jezus Christus, de Zoon van God — zo geweest. Zij hadden zich allen door compromissen veel lijden en moeilijkheden kunnen besparen. Wanneer het echter om beginselen gaat, mag men zich er niet al te zeer zorgen over maken of men misschien aanstoot geeft aan hen die geen liefde voor rechtvaardigheid hebben. — Matth. 15:12-14.
In onze dagelijkse omgang zijn er evenwel gewoonlijk geen beginselen bij betrokken, doch is het eenvoudig een kwestie van onbedachtzaam of onwetend aanstoot geven. Het is alsof wij niet beseffen hoe groot onze eigen voeten waren of hoe weinig ruimte ze anderen op het pad lieten. Wij kunnen anderen op verbazend veel onbeduidende manieren kwetsen. Sommigen zijn erg gevoelig met betrekking tot hun leeftijd, gewicht, gezondheid of het een of andere lichamelijke gebrek, zoals een moedervlek of een ongewoon grote neus. Door hierop de aandacht te vestigen, en vooral door er een grapje over te maken, zou men zulke personen stellig op de tenen trappen. Wanneer men in zulke gevallen bedachtzaamheid toont, zal men met bewuste of onbewuste dankbaarheid worden beloond.
Een erg spraakzame persoon zal anderen waarschijnlijk op de tenen trappen, vooral indien hij roddelt. Een wijze koning zei: „In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet.” „De dwaas is het, die vele woorden gebruikt.” Hoe meer woorden, des te onvoorzichtiger ze worden geuit en des te groter de kans dat anderen aanstoot wordt gegeven. — Spr. 10:19; Pred. 10:14.
Het is zelfs zo dat iemand louter door zijn woordkeus onnodig aanstoot kan geven, door hetzij hooghartig en gekunsteld te spreken of groffe en platte taal te bezigen. Sommigen kunnen ook door de toon waarop zij iets zeggen anderen kwetsen, door trots en uit de hoogte te spreken of door zich op een norse, onaangename wijze te uiten. Schuine moppen en rauwe humor zullen stellig sommige personen krenken. Onverschilligheid met betrekking tot persoonlijke hygiëne, zoals bijvoorbeeld een slechte adem of lichaamsgeur, of te roken op plaatsen waar duidelijk „Verboden te roken” staat aangegeven, zal ertoe leiden dat men op de reuktenen van anderen gaat staan. In feite komt het erop neer, dat elke schending van goede manieren en elk gebrek aan tact iemand fouten zullen laten maken.
Het kan zijn dat iemand anderen herhaaldelijk op de tenen trapt en zich er — ten gevolge van de beschroomdheid van zijn vrienden — toch niet van bewust is. In Gods Woord staat echter: „Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde.” Vrienden deinzen dikwijls voor bestraffen terug omdat zij bang zijn voor de uitwerking. Hoe vreemd het ook moge klinken, toch is het meestal zo dat degenen die geneigd zijn anderen op de tenen te trappen, zelf het gevoeligst zijn en dat de meest tactloze personen van anderen verwachten dat zij met zeer veel tact te werk zullen gaan. — Spr. 27:5.
Indien uw beste vrienden het u niet zullen vertellen, hoe kunt u het dan weten? Door de wijze waarop zij jegens u handelen. Misschien zijn zij beleefd, tactvol en schijnbaar vriendelijk, maar toch ook een beetje voorzichtig ten einde u niet op de tenen te trappen. Daar zij zich in uw tegenwoordigheid niet vrij voelen, zullen zij waarschijnlijk geen intieme vriendschap met u aanknopen en u niet speciaal hun aanhankelijkheid betuigen. Uw op de voorgrond tredende hoedanigheden worden genegeerd omdat u hen op de tenen trapt.
Hoe komt het eigenlijk dat men anderen kwetst? De diepere oorzaak is dat men zich niet in de toestand van iemand anders kan verplaatsen; een gebrek aan inzicht, aan een gevoelig geestelijk onderscheidingsvermogen; in het kort gezegd, een gemis aan naastenliefde. Dit kan komen doordat men de gewoonten van een volk of de omstandigheden van een bepaalde persoon niet kent. Misschien komt het ook doordat men in hoge mate extravert is. Zo iemand mist dikwijls een gevoelig geestelijk onderscheidingsvermogen en vindt de ongemakken, de handicaps of het lijden van anderen dientengevolge vermakelijk, en vooral indien de andere personen toevallig een introvert karakter hebben. Daarom is er wel eens gezegd, dat personen als een extravert of een introvert te betitelen, eenvoudig een andere manier is om te zeggen dat sommigen een dikke en anderen een dunne huid hebben. De gulden middenweg is een ambivert te zijn, hetgeen wil zeggen beide uitersten te vermijden door niet vlug aanstoot te geven of te nemen.
De kritische perfectionist zal anderen waarschijnlijk ook op de tenen trappen doordat hij zich niet in een ander kan verplaatsen. In plaats dat hij de goede punten kan waarderen en prijst, ziet hij alleen de zwakke punten, de gebreken, en maakt daar aanmerkingen op, zodat hij anderen onnodig op de tenen trapt. Wegens zijn kritische aard mist hij vele gelegenheden om een helpende hand te bieden. Hetzelfde kan worden gezegd met betrekking tot hen die op doeltreffendheid hameren. Zij houden zich dikwijls zo bezig met stiptheid, ordelijkheid of zuinigheid, dat zij blind worden voor de noodzaak van medegevoel en voor menselijke waarden. In de gezinskring zou dit aldus in zijn werk kunnen gaan: De vrouw des huizes bereidt een speciale maaltijd en de echtgenoot moppert over de kosten. Of hij neemt een geschenk mee naar huis en zij klaagt door het een verkwisting te vinden. Doordat zij zich niet in elkaars toestand kunnen verplaatsen, zien beiden over het hoofd dat het voor het uiten van liefde soms nodig is beleid achterwege te laten.
Ook mogen wij niet over het hoofd zien dat alle vormen van vooroordeel verraden dat men zich niet in de toestand van iemand anders kan verplaatsen en dat sommigen ten gevolge hiervan anderen op de tenen trappen. Iemand kan door de toon van zijn stem, zijn woorden en handelingen een diepgeworteld vooroordeel verraden en daardoor gevoelige plekken raken. Wat de oorzaak van het vooroordeel ook mag zijn — verschil in kleur, nationaliteit, economisch of opvoedkundig peil — het is precies het tegenovergestelde van zich in iemand anders toestand verplaatsen.
Er is reeds zoveel lijden, misverstand en verdriet in deze oude wereld, dat wij dit niet moeten vermeerderen door anderen onnodig op de tenen te trappen. Laten wij daarentegen trachten een anders denkwijze en gevoelens omtrent bepaalde dingen te begrijpen; hoe meer anderen van ons verschillen des te meer moeten wij op onze hoede zijn, en dit geldt ook voor de fundamentele verschillen der seksen.
Gods Woord staat vol goede raad op dit gebied, zoals: ’Doet dan aan innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid.’ „Gedraagt u als wijzen” en „uw spreken zij te allen tijde aangenaam”. Sla acht op deze raad en u zult anderen niet — onnodig — op de tenen trappen. — Kol. 3:12; 4:5, 6.