Districtsvergaderingen der ’Moedige bedienaren’
„STA mij toe te zeggen dat ik heel veel mensen heb horen zeggen dat zij zeer onder de indruk waren van uw afgevaardigden en van de manier waarop uw congres werd geleid. . . . Ik weet zeker dat ik uit naam van de inwoners van Sheboygan spreek wanneer ik zeg: ’Wij hopen dat u spoedig terugkomt!’” — Een van de gemeentelijke autoriteiten van Sheboygan, Wisconsin, VS.
Dit is slechts een van de vele uitspraken die naar aanleiding van de drie dagen durende districtsvergaderingen der ’Moedige bedienaren’ die Jehovah’s getuigen in 1962 hebben belegd en waarvan er nog vele in verschillende delen van de wereld zullen volgen, werden gedaan. Op het ogenblik dat dit artikel werd geschreven, waren er reeds berichten ontvangen uit negentig steden negenenveertig in de Verenigde Staten, elf in Canada, acht op de Britse eilanden, vier in Nederland en de overige in zeven andere landen.
„Moedige bedienaren” — wat een passend thema voor deze christelijke vergaderingen! Iedereen, overal, heeft in deze kritieke tijden moed nodig. En deze districtsvergaderingen, die in juni, juli en augustus werden gehouden, werden juist belegd met het doel mensen van goede wil moed in te spreken.
Geen wonder dat tienduizenden mensen gaarne bereid waren Jehovah’s predikers bij zich te ontvangen. Voor veertig van de negenenveertig steden in de Verenigde Staten was het de eerste maal dat Jehovah’s getuigen er een districtsvergadering hielden. Daardoor kon de boodschap van Gods koninkrijk met een uitwerking als nooit tevoren in deze gebieden worden gebracht. Het grote aantal vergaderingspunten maakte het voor een aanzienlijk aantal toehoorders gemakkelijk er om, met weinig kosten en ongemak voor zichzelf, aanwezig te zijn. Bovendien was het nu voor velen meer met grote gezinnen mogelijk een vergadering bij te wonen, terwijl het anders misschien een financiële last voor hen betekend zou hebben. Dit alles had een goede publiciteit en een prettige reactie van het publiek tot gevolg, wat uit het aantal aanwezigen blijkt.
In West Palm Beach, Florida, bijvoorbeeld, vertegenwoordigde het aantal aanwezigen van 5288 op zondag een stijging van 58 percent vergeleken met het aantal bezoekers op zaterdagavond. In Southend, Engeland, was er de verbazingwekkende stijging van 70 percent, en in Jersey City, New Jersey, was het aantal, ondanks een onweersbui, 30 percent hoger — waaruit blijkt dat er een aanzienlijk aantal ingezetenen was gekomen om naar de openbare toespraak „Hebt goede moed — Gods koninkrijk is nabij!” te luisteren.
De totaalaantallen geven ons nog meer opwindende feiten te zien. Op de geheel Franse vergadering in de stad Quebec, Canada, waren de congresgangers geestdriftig over het aantal aanwezigen van 2103 en de 63 dopelingen! Nog maar enkele jaren geleden streden hier slechts een handjevol Getuigen om hun leven als Christenen, maar kijk eens wat er nu gebeurt! Het totaalcijfer voor Canada is 44.711, beslist een aanmoedigend teken van mogelijke toekomstige expansie. Op de Britse eilanden verheugde men zich over een totaalaantal van 51.587 aanwezigen op de openbare vergadering. De Spaanse vergaderingen in New York en San Antonio in de staat Texas, en de geheel Spaanse onderdelen van de vergadering in Pomona, Californië, gaven een aantal bezoekers van 10.278 te zien. Het totaalaantal aanwezigen op de congressen in de Verenigde Staten was tot onze grote verrassing 312.734! En voor de negentig vergaderingen die tot nu toe zijn gehouden, is het opmerkelijke totaalaantal 479.699! Het feit dat 9029 personen op deze negentig vergaderingen hun opdracht aan Jehovah God door middel van de waterdoop hebben gesymboliseerd, is misschien nog wel aangrijpender. Wat een zegeningen allemaal!
Het waren alle in het oog vallende vergaderingen, maar hoe kwam dat? Het grote aantal (negentig) was weliswaar een markant kenmerk, maar beslist niet het meest markante. Ook door de omvang verschilden ze van andere vergaderingen, maar ze konden beslist niet allemaal „klein” worden genoemd. In Jersey City, New Jersey, waren bijvoorbeeld 22.229 aanwezigen, in Oakland, Californië, 13.636 en in Costa Mesa, Californië, telde men 13.521 toehoorders. Geen van deze vergaderingen, en vele andere evenmin, zou men werkelijk „klein” kunnen noemen.
Wat ze echter stuk voor stuk tot voortreffelijke vergaderingen maakte, was het feit dat op elk congres in zo korte tijd dezelfde grote hoeveelheid belangrijke inlichtingen werd verstrekt. Aan ons de taak te trachten iets van de opwinding en de geest die er heerste toen deze waarheden werden bekendgemaakt, terug te roepen, en daarom zouden wij ze in een aantal categorieën willen onderbrengen, waarvan de eerste is
MOED
Wat passend was het de jaartekst: „Wees moedig en laat uw hart sterk zijn. Ja, hoop op Jehovah” als thema te kiezen en dit door de gehele vergadering te verweven! Vanaf de openingstoespraak tot en met de slotmededelingen werd het thema moed beklemtoond. In de welkomsttoespraak van de voorzitter werd de aandacht van de congresgangers gevestigd op de grote behoefte aan moed in deze laatste dagen wegens de spanningen en de beroering in de wereld en omdat wij allen met een satanisch stelsel en demonische tegenstand worden geconfronteerd. Zelfs kleine kinderen moeten steeds meer druk doorstaan. Vandaar de noodzaak moedig te zijn. — Ps. 27:14, NW.
Wat een tentoonspreiding van moed zagen de congresgangers wanneer de doopkandidaten op iedere vergadering opstonden om de vragen te beantwoorden en dan een rij vormden om hun opdracht door middel van de waterdoop te symboliseren! Wat een vreugdevolle ervaring deze nieuwelingen zich voor Jehovah te zien uitspreken! Hun moedige houding werd met applaus beloond. Vele ogen werden vochtig toen de harten bij deze grootse gelegenheid zwollen.
Iedereen die Jehovah liefheeft, dient een dergelijke moed te tonen. Wat passend daarom dat er in de openbare toespraak een beroep op degenen die het christendom belijden werd gedaan, zich moedig aan de zijde van Jehovah en zijn koninkrijk te scharen! Er klonk een spontaan applaus op toen de toehoorders vernamen dat Jehovah de moedigen in Armageddon zal beschermen en dat zij Gods nieuwe wereld zullen binnengaan (2 Petr. 3:13). Toen de voorzitter hun vertelde dat zij deze inspirerende lezing zelf konden lezen in de vorm van een brochure, die hun daarna werd aangeboden, werd er opnieuw enthousiast gereageerd! Een soortgelijke vreugde was reeds geuit toen, eerder, de luxe uitgave van de ’New World Translation Bible’ tegen een bijdrage van twee dollar werd vrijgegeven. Bij iedere gelegenheid dromden er menigten samen om hun persoonlijke exemplaar te halen. Later zag men hen deze doorbladeren en bestuderen.
OMGANG, LOYALITEIT EN ONDERWIJS
De congresgangers leerden dat men moed kan verkrijgen en behouden door hard te werken en zich opofferingen te getroosten en dat deze moed door juiste omgang wordt bevorderd. Daarom is het zo noodzakelijk, zo hoorden zij, dat zij vergaderingen bezoeken waar christenen bijeenkomen om onderwezen te worden. Zij vernamen ook dat men moedig blijft door loyaal te blijven aan Jehovah’s organisatie en dat loyaliteit wordt gedemonstreerd door het ondersteunen van de organisatie en haar expansieprogramma’s. Het was een ontroerend gezicht jong en oud vol waardering voor de besproken punten aantekeningen te zien maken. Zij waren klaarblijkelijk blij met deze vermaningen.
Het was eveneens opwindend terug te zien op de „Voordelen van de School der theocratische bediening”. Hoeveel bekwame sprekers waren er vóór 1943 in Jehovah’s organisatie? Ongetwijfeld enkele honderden, maar nu zijn er letterlijk duizenden! Op deze districtsvergadering alleen al hebben meer dan tweeduizend vijfhonderd verschillende, uiterst bekwame sprekers gesproken! Niet alleen dat, letterlijk honderdduizenden gemeenteverkondigers zijn opgeleid en worden opgeleid om in de velddienst uitstekende toespraakjes te houden! En de sprekers verzekerden hun gehoor dat er nog meer — nog veel meer zal komen!
Jehovah’s volk heeft niet alleen geleerd moedig over zijn overtuiging te spreken, maar het heeft ook geleerd gelijke tred te houden met geopenbaarde waarheden, in de wetenschap dat deze waarheden gebiedend noodzakelijk voor hun redding zijn. Zowel ouders als kinderen is op deze vergaderingen als nooit tevoren hun verantwoordelijkheid voorgehouden. Hun enthousiaste reactie gaf hun dankbaarheid voor deze feiten weer.
ONDERWERPING EN HET WOORD
Wie van de congresgangers zal echter ooit de lezingen over „Onderwerping” en „Het Woord” vergeten, om nog maar niet te spreken over de krachtige, actuele openbare toespraak? Dat waren de hoogtepunten van deze congressen! Met hun bijbels voor zich volgden de congresgangers met intense belangstelling stap voor stap elke spreker bij zijn aan de hand van de Schrift gegeven verklaring inzake wie de in Romeinen 13:1 (NW) genoemde „superieure autoriteiten” zijn en op welke wijze christenen aan hen onderworpen zijn. Het was de toehoorders een oneindig genoegen te zien hoe vrouwelijke onderworpenheid en de onderworpenheid van slaven met deze aangelegenheid verband houden en te horen dat hun onderwerping aan God gelijk blijft — volkomen. Op deze serie volgde een blij gegons van gesprekken, terwijl velen groepjes vormden om de aangevoerde bewijzen nog eens door te nemen.
Reeds vroeg ’s zondagsochtends zaten velen ingespannen te luisteren naar de serie lezingen met als titel: „’Het Woord’ — Wie is hij? Volgens Johannes”. Er werden uitgebreide aantekeningen gemaakt terwijl de sprekers de lievelingsargumenten van de trinitariërs tot niets reduceerden totdat de leerstelling van de drieëenheid uiteindelijk aan de kaak werd gesteld voor wat ze ontegenzeglijk is — een valse leerstelling! Toen de voorzitter aankondigde dat men deze boeiende lezingen in de vorm van een brochure van vierenzestig bladzijden kon verkrijgen, weerklonk er een uitbarsting van applaus en haastten grote menigten zich naar de ordedienaren om hun exemplaar op te halen. In de pauze zag men velen met een blij gezicht in de brochure bladeren en de erin aangevoerde overtuigende argumenten nagaan.
DIENST EN LIEFDE
Nauwkeurige kennis van Gods Woord is een voortstuwende kracht die predikers tot actie aanzet. Uit de anderhalf uur durende demonstratie op vrijdagavond, welke was opgebouwd rondom de ervaringen van een verslaggever die materiaal voor een artikel over Jehovah’s getuigen verzamelde, bleek dat Jehovah’s organisatie een organisatie van actie is, waar voor iedereen werk te doen is. Wat een diepe waardering hadden de verkondigers ervoor dat zij voor hun ogen de tedere, liefderijke zorg die Jehovah door middel van zijn organisatie schenkt, gedemonstreerd zagen! Velen maakten van deze congressen gebruik om hun waardering te uiten door actief aan de velddienst deel te nemen en de mensen in de omgeving uit te nodigen deze geestelijke zegeningen met hen te komen delen.
De congressen brachten allen in herinnering dat er veel werk te doen is en dat er nog steeds een grote behoefte aan volle-tijd-pionierpredikers is. Thans pioniert iets meer dan 3 percent van de verkondigers. De toehoorders werden aangemoedigd om, indien mogelijk, te gaan pionieren. Hun werd zelfs verteld dat het zeer redelijk is zich in iedere gemeente 5 percent ten doel te stellen. Voor pionieren is zeer veel moed nodig.
Kan er echter geen liefde zonder daden zijn? Neen, in werkelijkheid niet (1 Joh. 3:18). Kan men dan geen daden verrichten zonder liefde? Ja, maar de congresgangers hoorden dat dergelijke daden geen waarde hebben (1 Kor. 13:1-8). Zij hoorden dat zij moeten leren al hun daden met liefde te bekleden, dat zij er door liefde toe aangedreven moeten worden God te dienen, dat ’liefde opbouwt’ en dat ’liefde nimmer faalt’. — 1 Kor. 8:1; 13:8, NW.
Vol liefde, vreugde en droefheid tegelijk luisterden de congresgangers naar de laatste spreker die vermanende woorden tot de gehele vergadering richtte en allen aanmoedigde moed te putten uit Gods Woord en, wat er ook mag gebeuren, moedig hun standpunt voor Jehovah’s aangezicht in te nemen, want Jehovah, „die beloofd heeft, is getrouw” (Hebr. 10:23). Zo verlieten de congresgangers, vol nieuwe moed, verlicht en verfrist, de vergaderingen, meer dan ooit vastbesloten geen enkele gelegenheid te laten voorbijgaan om anderen over Jehovah’s zegevierende koninkrijk te vertellen, totdat Hij zegt: „Het is genoeg!”